bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

30-01-2008

Zieke(n)huisgenoot

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

Het leuke van ziekenhuizen zijn de wachtkamers. Ik had tijdens mijn studie niet altijd iets te doen. Komt dat bekend voor? Nou, bij mij wel. Thuis zitten is niets voor mij. En om de tijd door te komen zocht ik regelmatig leuke bezigheden. Mijn studentenhuis was niet altijd een leuke plek om te verblijven. Zeker niet als mijn huisgenoot Joris een dagje thuis was. Die zat dan de hele dag op de bank bier te drinken en werd steeds vervelender. Vaak maakte hij seksueel getinte opmerkingen die vallen onder intimidatie. Helaas was het een studentenhuis en geen werkvloer, waar je een klacht kon indienen. Een vorige keer had ik hem een flinke pets verkocht toen hij begon met zijn: “Pris, ik wil je kont zien.”

Zo was het ook vanochtend. Ik wilde de hele dag niks doen. Ik had een beetje een kater van de vorige avond en besloot een dag niet naar college te gaan. Dat was voor ik er achter kwam dat Joris hetzelfde besluit had genomen. Ik trof hem aan op de bank, met een fles bier in zijn hand. “Het wordt tijd om iets te verzinnen voor vandaag,” dacht ik bij mezelf. Een van mijn huisgenotes werkt op de wasafdeling van een ziekenhuis twee straten verderop. Ik besloot eens te gaan kijken of ik daar met haar een kop koffie kon gaan scoren.

In de centrale hal van het ziekenhuis was het een drukte van belang. Aangezien ik ongeveer weet hoe laat de pauzes van Jasmijn zijn, belde ik haar rond koffietijd even op.
“Pris! Leuk dat je belt! Gaan we vanavond weer stappen? Het was gezellig gisteren!” Zoals altijd neemt Jasmijn de telefoon enthousiast op.
“Nou,” zei ik. Ik hou van verassingen. “Laten we dat bespreken bij een bak koffie. Ik sta in het ziekenhuis nu.”
“O, wat leuk! Wacht, ik kom je halen. Loop naar de meest linkse blauwe deur in de hal. Die waar ‘Geen Toegang – Personeel’ op staat.” Ze giechelde en hing op.
Bij de deur aangekomen voelde ik me bijzonder. Niet iedereen mag daar zomaar in. En ik had genoeg doktersromannetjes gelezen om te weten dat daar heel wat gebeurde. Ik was vastbesloten om een kijkje te nemen in een linnenkamer. Al was het alleen maar om te weten hoe dat er in het echt uit ziet. Jasmijn opende de deur van binnen en samen liepen we in de richting van een van de koffieautomaten voor het personeel. Jasmijn zag er schattig uit in haar blauwe broekpak. Het was geen zustersuniform – daar kick ik wel op -, maar ook hier zou ik genoegen mee nemen.

Na ons kopje koffie trok ik de stoute schoenen aan.
“Haha, wil je de linnenkamer zien?” Jasmijn lachte. “Laten we dan gaan.” Ze vertelde mij dat ze regelmatig dingen zag die op z’n minst verdacht waren, maar dat ze nog nooit iemand had kunnen betrappen. En dat terwijl ze vaak genoeg de waskamers in- en uitliep, aangezien ze de was rond bracht.
We gingen eerst naar de kamer het dichtst bij de zustersruimte, en toen begreep ik waarom er nooit iemand werd betrapt daar. Het was een bijna volledig glazen hok waar strakke kasten stonden. Geen plek om te foezelen.
“Maar je kent me toch, Pris?” Aan de ondeugende lach van Jasmijn te zien zou ze me haar geheim snel onthullen.
“Je maakt me nieuwsgierig, in je geile pakje, Jas.”
“We gaan naar de kelder. Daar werk ik.” Ze gaf me een vette knipoog.

In de kelder was meer privacy. Al snel waren we aan het zoenen, en verdween mijn hand in de losse broek van Jasmijn.
“Als je mijn stomme uniform al geil vindt, zal ik dan eens een wit zustersuniformpje voor je mee nemen?” hijgde ze.
“O, dat lijkt me lekker, ja.” Ik ging voor haar op mijn knieën. En zij verwende me oraal, terwijl ze een forse spuit in mijn poepgaatje duwde.
“Is dat niet gevaarlijk?” vroeg ik haar hitsig.
“Nee, joh. Deze worden gebruikt om laxeermiddelen in te brengen. Hooguit moet je over een uurtje vreselijk nodig naar de plee.”
Toen we allebei onze ochtend behoorlijk hadden opgevrolijkt, moest Jasmijn weer terug haar ronde doen. We namen haastig afscheid.

Vrolijk fietste ik naar huis. En pas toen ik bij huis kwam, voelde ik heftige aandrang. Jasmijn had gelijk: ik moest vreselijk nodig poepen. Ik wandelde met mijn fiets achterom, de tuin in. Met moeite kreeg ik mijn ketting op slot en viste ik mijn sleutels uit mijn zak. Het begon nu vreselijk te drukken. Met kracht hield ik mijn gaatje gesloten tot ik op de plee was. De deur door, naar de woonkamer. Nog enkele meters had ik tot de wc, maar verder kwam ik niet.
“Hee, Pris!” Met zijn vette pens stond hij voor me. Ik rook bier in zijn adem. “Laat je lekkere kont eens zien.”
Woedend wou ik hem weer slaan om mijn hardloopwedstrijd naar de wc voort te zetten, toen ik op een beter idee kwam. Met tranen in mijn ogen hield ik de druk op mijn anus nog heel even vol.
“O Joris, wat een geil idee.”
Verbaasd keek hij me aan, en ik ging door: “Ga maar op de bank zitten. Ik ga je belonen voor goed gedrag.”
Hij wist niet wat hem overkwam. Ik gaf hem een duwtje, zodat hij achteruit op de bank viel. Zijn ogen puilden uit zijn kassen, terwijl hij naar mijn vingers keek, die haastig doch verleidelijk mijn broek losknoopten. Ik trok mijn broek naar beneden en draaide me om.
“Trek jij mijn slipje maar uit,” zei ik toen ik mijn billen in de richting van zijn gezicht duwde.
Zijn handen gingen begerig langs mijn heupen. En toen ik mijn slipje naar beneden voelde gaan, haakte ik eindelijk af.

Januari 2008

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

28-01-2008

Zoete pompoenschotel

Filed under: Gastronomie - Gastronomy — bazbo @ 21:51

Eet smakelijk!

Leg de pompoenen in heet water, zodat ze zacht worden.Verwijder de pitten en snijd de pompoen in stukjes.Bak de stukjes pompoen 30 minuten in de olie op laag vuur.Snijd de uien en de knoflook fijn.Doe de uien en knoflook bij de pompoen en bak net zolang totdat de pompoen en ui zacht zijn.Doe de pompoen in een grote schaal. Voeg de gekookte rijst, zout, peper, nootmuskaat, kaas, eieren, crème fraîche en melk toe. Roer goed door.Roer alles goed door.Doe alles in een ovenschaal. Bestrooi met paneermeel en sprenkel er wat olie overheen.Zet de schotel 30 minuten in de voorverwarmde oven (200C) tot de bovenkant goudbruin is.Eet smakelijk!

Ingrediënten:
1 kg pompoen
2 el olie
2 uien, gehakt
1 teentje knoflook (ik heb er drie ingedouwd)
4 el gekookte rijst (eventueel)
zout en peper
nootmuskaat
50-75 gram kaas, geraspt
2 eieren, geklutst
4 el crème fraîche
4 el melk
paneermeel

Leg de pompoen(en) in heet water. Zo worden ze zacht en dus makkelijker te snijden.
Snijd de pompoen in kleine stukjes. Ik had ook een groene pompoen, en die heb ik voor de zekerheid even geschild. De traditionele kleine oranje pompoenen hoef je niet te schillen.
Verwarm de oven voor op 200C.
Verhit de olie in een grote koekenpan en voeg de stukken pompoen toe. Laat ze ongeveer 30 minuten op laag vuur zachtjes bakker. Af en toe omscheppen.
Voeg uien en knoflook toe en laat alles bakken tot de pompoen en uien zacht zijn.
Doe de pompoen in een grote kom. Voeg de gekookte rijst, zout, peper, nootmuskaat, kaas, eieren, crème fraîche en melk aan de pompoen toe.
Roer goed door elkaar.
Schep het mengsel in een ovenschaal. Bestrooi met paneermeel. Besprenkel met olie.
Bak het gerecht in 30 minuten tot de bovenkant goudbruin is.

• • •
 

22-01-2008

Gezinsuitbreiding – Family expansion

Filed under: De rubber kip - The rubber chicken — bazbo @ 21:09

Gezinsuitbreiding - Family expansionGezinsuitbreiding - Family expansion

• • •
 

21-01-2008

The FoolZ – café ‘De Singel’, Zwolle – January 20, 2008

Filed under: FoolZ — bazbo @ 22:48

The FoolZ in Café ‘De Singel’, Zwolle - Janurary 20, 2008

Lex & Remco: “… but first: let’s eat!”FoolZ dinnerBilly shows up with his Ethel …Those two great guys behind the bar!The FoolZ in Café ‘De Singel’, Zwolle - Janurary 20, 2008The FoolZ in Café ‘De Singel’, Zwolle - Janurary 20, 2008LexJohnJohnWanPedroPedroWanThe FoolZ in Café ‘De Singel’, Zwolle - Janurary 20, 2008RemcoRemcoRemcoRemcoJohnLexThe FoolZ in Café ‘De Singel’, Zwolle - Janurary 20, 2008Café ‘De Singel’ made some advertisement! (This was on the toilet)rubber chickenRemcorubber chicken & RemcoRemcoRemcoWanThe rubber chicken has made it onto stage again!Remco playing ‘guitar duel’ with audience memberLexRemco, is it time for some ‘Titties & Beer’?LexPedro’s solo in ‘City Of Tiny Lites’Pedro’s solo in ‘City Of Tiny Lites’Pedro’s solo in ‘City Of Tiny Lites’FoolZ audienceFoolZ audienceFoolZ audienceFoolZ audience: Ethel & Billy

Dit bleek het laatste FoolZ optreden met drummer John te zijn.

This appeared to be the last FoolZ show with drummer John.

• • •
 

Eveliens zelfgemaakte sieraden 2008 – Evelien’s home made jewelry 2008

Filed under: Eveliens sieraden - Evelien's jewelry — bazbo @ 22:24

2008 - 072008 - 072008 - 062008 - 052008 - 042008 - 042008 - 032008 - 022008 - 022008 - 01

• • •
 

16-01-2008

Naastenliefde

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

De deurbel ging. “Shit,” dacht ik. “Wie kan er nou aanbellen op vrijdagavond om half acht?”
Ik liep de gang op en riep naar boven: “Hee! Er wordt gebeld! Wie is er aan de beurt om open te doen?” Ik schreeuwde zo hard, dat ik zeker wist dat degene die aanbelde me kon horen.
Niemand antwoordde. Toch wist ik dat bijna iedereen thuis was en mij wel zou moeten horen. Het leven in een studentenhuis heeft zo zijn culturen. Voorzichtig schuifelde ik naar het kleine halletje en keek door het melkglazen raam. Het licht in het portiek was aangegaan. De bezoeker had de sensor van de lamp in werking gesteld. Ik zag de contouren van een lang iemand. Vast een man.
Ik haalde diep adem en deed de deur open.

“Goedenavond,” zei de man met de lange regenjas. “Mag ik misschien even een moment van uw tijd? Ja? Fijn.” Hij wachtte mijn antwoord niet eens af, maar ging gelijk door met praten. “Ik kom u namelijk goed nieuws brengen. U beseft wellicht ook wel dat we momenteel in drukke tijden leven en nauwelijks nog tijd hebben voor de zaken waarom het zou moeten gaan in deze wereld.”
Ik luisterde niet eens echt naar wat de man zei, maar keek eens naar hoe hij eruit zag. Het was een grote, zelfs ietwat forse man van middelbare leeftijd. Hij had een flinke haardos met grijze bakkebaarden. Zijn gezicht was gladgeschoren. Hij droeg een lange regenjas en had een soort schoolmeesterstas in zijn linkerhand. Verder had hij een grijze pantalon en bruine leren schoenen aan. Die schoenen vielen meteen op, want de meneer had zijn rechtervoet op de drempel gezet, zodat ik de deur niet meteen kon dichtgooien.
“Een Jehova’s Getuige?” dacht ik stilletjes in mijzelf. “Op vrijdagavond? Dan maakt hij kennelijk overuren.”
“Als u even heeft,” ging de man verder, “dan heb ik hier twee boekjes.” Hij graaide in zijn tas en haalde er zowaar twee kleine tijdschriften uit. Hij hield ze handig beet in een hand, als een soort mini-waaier. “Kijk, deze boekjes gaan over onderwerpen die op dit moment erg belangrijk zijn in onze samenleving, maar waar niemand meer aandacht voor heeft.” Hij wees op een kreet op een van de twee tijdschriften. “Ziet u wel? Deze editie gaat over ‘naastenliefde’. Dat moet u toch aanspreken. Iedereen heeft mensen om zich heen om wie hij of zij geeft. U vast ook. U houdt van de mensen die u omringen. Maar iets verderop zijn nog meer mensen. Geeft u ook om deze mensen? Wat heeft u over voor die ander? Ik zou daar graag even met u over van gedachten willen wisselen. Heeft u even tijd?”
Ik begreep geen fluit van wat deze kerel te vertellen had, maar ik vond de manier waarop hij zo serieus met zijn missie bezig was wel interessant.
“Tuurlijk heb ik tijd,” zei ik. “Het is vrijdagavond. Geen bal op de tv. En in café ‘De Bierboei’ is nu nog geen reet te doen. Komt u even binnen.”
“O? Nou, fijn.”
Ik loodsde hem mijn kamer binnen. “Gaat u zitten, meneer.” Ik bood hem mijn enige hoge keukenstoel aan en ging zelf in de luie fauteuil zitten.

“Waar waren we?” vroeg ik.
“Naastenliefde,” begon hij.
“Wacht,” zei ik. “Ik haal nog even wat andere mensen op. Zij zijn altijd geïnteresseerd in wie er zoal bij mij op bezoek komt. Ze studeren ook nog eens, dus hebben ze zeker belangstelling voor de hoge zaken die u met mij wilt delen.”
“O, eh …” stotterde de man ineens. “Doet u geen moeite, hoor. Ik kan mijn verhaal het best vertellen in een gesprek onder vier ogen.”
“Nee nee!” weerde ik af. “Het is een kleine moeite. Dat bespaart u een hoop tijd als u uw verhaal in een keer aan een boel anderen vertelt.” Snel liep ik mijn kamer uit. Onder aan de trap riep ik heel hard: “Jongens! Ik heb bezoek! Voor jullie allemaal! Je raadt nooit wie er is!”
Toen ik mijn kamer weer binnenkwam, zag ik dat de man een nogal rood hoofd had gekregen.
“Ze komen eraan, hoor. Als u nog even geduld heeft, haal ik even koffie.”
“Doet u vooral geen moeite,” zei de man.
In de keuken haalde ik koffie, kopjes, lepeltjes, melk en suiker.

“Mag u wel koffie hebben?” vroeg ik hem, toen ik weer terug mijn kamer in liep.
“Eh ja hoor,” zei de man. “Hoezo?”
“Nou, mensen van uw soort mogen toch een heleboel dingen niet?”
“Dat valt wel mee hoor. Het is een bewuste keuze die ik heb gemaakt, en …”
“Hee, Pris!” riep Daan, die luidruchtig de trap was af komen denderen en nu binnenkwam. “Wie heb je nou weer binnen gelaten?”
Achter hem liep Jasmijn. Die was net wezen douchen, zo leek het. Ze had haar badjas aan en een handdoek om haar hoofd geknoopt. Ook Johan kwam mijn kamer binnen. Iedereen zocht een plekje op de comfortabele bank. Ikzelf ging weer liggen in mijn luie fauteuil en de man zat rechtop op de keukenstoel.
“Iedereen koffie?” vroeg ik. “Daar staat het.”
Daan, Jasmijn en Johan gingen uitgebreid koffie inschenken. “U ook?” vroeg Daan. “Van wat voor kerk bent u? Want u ziet er wel uit als een Jopie Jehovie, hoor.”
“Ik ben Jehova’s Getuige.”
“Cool,” zei Johan. “Vertel eens, wat doet u zoal met Kerst?” Iedereen deed net alsof het razend interessant was wat deze man ging zeggen.
“Wij vieren geen Kerstmis,” zei de man rustig.
“Ja, dat weten we wel,” onderbrak Jasmijn. Ze ging verzitten. Haar badjas viel zodanig open dat iedereen haar linkertepel kon zien. “Maar wat doet u dan wel?”
De man verslikte zich haast in zijn koffie. “Ehm… Wij gaan naar de kerk en bidden voor onze medemens.”
“Goddelijke koffie weer, Pris,” zei Daan. Ik moest lachen.
“En eet u wel een eitje met Pasen?” vroeg Johan, terwijl hij uitgebreid in zijn kruis krabde.
“Pasen is voor ons een dag als alle anderen. Soms eet ik een ei, ja.”
“Hemeltjelief! Echt waar?”
“Maar waar ik voor kwam,” zei de man.
“U kwam ergens voor?” vroeg Jasmijn. “Dus niet zomaar?”
“Nee,” zei hij ineens nogal streng. “Ik ben hier om jullie iets te vertellen over naastenliefde.”
“Ik heb mijn naaste heel erg lief,” zei Johan, en hij wierp een erg geile blik op Jasmijn. Die lachte terug met wijd open mond, waaruit wat speeksel droop. Johan en Jasmijn woonden pal boven mij. De laatste tijd zorgden die twee voor veel overlast in huis. De hanglamp boven mijn eettafel hing niet stil als zij samen thuis waren. Het gepiep en gekraak van hun bed hield mij bijna iedere nacht wakker.
“Iemand nog koffie?” vroeg ik.
De man zuchtte. “Graag,” zei hij. “Maar daarna zou ik graag het woord willen en jullie iets uitleggen.”
“Prima,” antwoordde Daan.
“Ik dacht dat u het nooit zou zeggen,” zei Jasmijn. Ze schonk iedereen bij.
“Jezus, hoeveel tijd hebben we al verknoeid?” bracht Johan naar voren.
“Wilt u misschien een stukje gebak?” vroeg ik. “Ik heb nog wat slagroomtaart.”
“O, dat lijkt mij wel lekker. Graag.” Zei hij het nou om mij te plezieren?
Ik stond op en liep naar de koelkast in de keuken.

“Hier. Kijkt u eens. Alstublieft.”
“Dankjewel.” Hij pakte het gebaksschoteltje van mij aan en keek een beetje ongemakkelijk om zich heen. Ik had maar één bordje met taart meegenomen. Iedereen zat nu te kijken hoe hij zou gaan eten. Met het vorkje nam hij een flink stuk. Snel bewoog hij het naar zijn mond. “Het is heerlijk.”
“Ja, lekker hè?” zei ik, terwijl ik weer ging zitten. “Die was nog over van mijn verjaardag.”
“V-verjaardag?” verslikte de man zich ineens. Hij begon heel erg te hoesten. Echt waar, en het hield maar niet op.
“Gaat het?” vroeg Jasmijn.
“Hughe, hughe,” hoestte de man. “Hughe, het is hughe, dat ik geen hughe hughe…”
“Wacht,” zei Jasmijn. Ze stond op en ging naast de stoel van de man staan. Met een ferme klap sloeg ze hem tussen de schouderbladen.
“Huuuuuuugheee!” Het hoofd van de gelovige was inmiddels heel rood geworden.
Daan en Johan kwamen er ook bij staan. “Dat moet harder,” zei Daan. Hij haalde uit en sloeg de man op de rug. Au, dat moest echt pijn doen.
“Huuuuuuugheee!” Het hielp niet.
“Nog harder!” riep Johan. “Anders blijft hij erin!” Johan gaf hem een enorme mep tussen de schouders. De man viel bijna van zijn stoel.
“Ik heb eens zo’n cursus gehad,” zei Jasmijn. “Je moet achter hem gaan staan en dan krachtig met je vuist in zijn maag drukken.”
“Hoe?” vroeg Johan. “Zo?” Hij stond nog altijd achter de man en sloeg zijn arm van achteren om de man heen. Toen drukte hij plotseling keihard zijn vuist in de buik van de gelovige.
“Huuuuuaaaaaaaahhhhhhhhhh!” De man klapte voorover, opende zijn mond en stak zijn tong uit. Een enorme golf braaksel spoot uit zijn mond. Hij kotste mijn hele tapijt onder.

Mag ik dan afhaken? Wat een ondankbaarheid voor de kleine dingen die ons in het leven zijn gegeven, zeg.
“U had wel wat beter kunnen kauwen, meneer,” zei Jasmijn.
“Wacht,” zei Daan. “Ik help nog wat.” Hij sloeg de man nog een keer hard op de rug.
De gelovige zakte door de knieën en viel voorover. Met zijn gezicht in zijn eigen braaksel.
“Laten we de rommel even opruimen voor Pris,” zei Johan.
Beide jongens pakten de man bij zijn oksels beet en droegen hem naar de voordeur. Jasmijn hield hem open.
“Wij zijn voor naastenliefde en helpen een ander graag de deur uit!” riep Jasmijn. Ze smeet zijn tas en de twee boekjes achter hem aan.
Ik kon niet zien of de man hard op de straat terechtkwam, want ze had de deur alweer dichtgegooid.
“Kom,” zei Daan. “Tijd voor naastenliefde. Laten we elkaar de rest van de avond vooral met rust laten.”

Januari 2008

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

08-01-2008

Dragisha – Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn – January 6, 2008

Filed under: Lex related — bazbo @ 22:04

Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008

Zondagmiddag 6 januari in café ‘Sam Sam’. In het nieuwe zaaltje ‘Het Kerkje’ speelt Dragisha klezmer, romana, zigeunermuziek, Amerikaanse swing en allerlei andere fantastische muziek. Zo mooi als de muziek was, zo slecht was het licht en dus ook de foto’s.

Sunday afternoon, January 6 in Café ‘Sam Sam’. Dragisha plays klezmer, romana, gypsy, American swing and lots of other great music. The music was very good, but the light onstage was terrible, and so are the pictures.

Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Lex on banjoLex on bouzoukiDragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Dragisha - Café ‘Sam Sam’, Apeldoorn - January 6, 2008Het grote schilderij van Drost

• • •
 

02-01-2008

Ouwejaars diner 2007 – New Year’s Eve dinner 2007

Filed under: Luuk = Lekker — bazbo @ 22:11

BURGERS!

Here’s the burgers!

• • •
 

Avontuurtje in eigen huis

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

Ergens op de vroege vrijdagochtend moet ik naar college. Het is zo’n college dat ze om de een of andere stompzinnige reden verplicht hebben gemaakt. Ik snap het ergens wel, want het is zo saai dat er anders niemand zou komen.
Op een zeer onchristelijk uur gaat mijn wekker. Ik weet zeker dat al mijn huisgenoten nog slapen. Gisteren ben ik expres niet te laat weggegaan, want anders haal ik dat klotecollege niet. En vanmiddag ga ik naar huis voor mijn was, eh, mijn moeder. En om vanavond nog te werken bij de supermarkt. Halfwakker druk ik mijn wekker op ‘snooze’. Ik draai me om en doe mijn ogen weer dicht.
Gisteren was er die leuke jongen in De Bierboei, een studentenkroeg hier in de stad. Hij was wat verlegen, knap en erg dronken. Als ik moet gokken, studeert hij wiskunde en/of informatica. Dat zijn de leukste namelijk. Als ze geen grote bril en dikke puisten hebben. Maar ja, die zie je niet in de kroeg. Langzaam glijdt mijn hand over mijn t-shirt naar beneden, ik stel hem voor bij mij in bed. Zijn enigszins warrige haar verdwijnt onder mijn dekens terwijl ik zijn warme adem op mijn naakte huid voel.

Godver. Kutwekker. Ik sla hem uit en nog warm van mijn fantasie stap ik uit bed. Aangezien de rest van het huis nog slaapt, loop ik in mijn nachtkleding naar beneden. Door de keuken naar de koude badkamer. Het lijkt wel of het gevroren heeft vannacht. Een warme douche zal wel helpen. En nog een keer hartgrondig godver! De douche blijft koud. Ik word nijdig en geef een klap tegen het deurtje van het douchehokje. Het hele gammele ding klapt in elkaar en trekt het pleister van de muur af. Gefrustreerd trek ik het hele hokje uit de hengsels. Om af te koelen stap in eventjes onder de koude douche. Mijn wakkerwordwarmte is allang verdwenen.
Voor ik naar college ga, leg ik een briefje neer op de keukentafel: “De douche is kapot. Ik zal morgen de huisbaas wel bellen.” Dat is meteen een mooi excuus om niet de hele zaterdag met mijn moeder opgescheept te zitten.

Zaterdag kom ik weer in huis. Het is stil, zo lijkt het. Zou iedereen weg zijn? Ik ben niet vaak thuis op zaterdag, omdat ik vaak nog werk overdag. ’s Avonds ga ik meestal stappen in het dorp waar mijn moeder woont.
Ik pak de telefoon en bel de huisbaas.
“De douche is kapot,” vertel ik hem. “Er komt alleen maar koud water uit.”
“Ach, dat zal allemaal wel meevallen, mevrouwtje.”
“Meevallen? Ik bel toch zeker niet voor niets!” roep ik uit. “U bent de huisbaas en ik verwacht dat die douche zo snel mogelijk weer warm wordt! Wat zullen we nou krijgen?”
Kennelijk maakt dit indruk op hem. Hij belooft in de loop van de dag te komen kijken.
In de keuken maak ik vast wat koffie. Om de stilte te verdrijven zet ik de tv die daar staat lekker hard op MTV en vals zing ik mee. Dan gaat er een deur open. De brakke kop van Daan, een ouderejaars bouwkunde, komt om de hoek. Hij loopt in alleen een onderbroek.
“Moggâh,” mompelt hij, terwijl hij doorloopt naar de badkamer om zijn ochtendlozing te doen. Als hij klaar is, hoor ik hem doortrekken.
“Moet je koffie, Daan?” Ik pak een beker en schenk hem in.
“Lekker, de douche is stuk.” Hij kijkt me glazig aan en ziet het briefje liggen.
“Ja, ik heb de huisbaas al gebeld. Hij komt vanmiddag even kijken.”
Daan loopt met de koffie terug naar de badkamer. Na een halve minuut is hij er helemaal uit.
“Er moet gewoon een beugeltje op, dan kan je die tremensophanging weer fixeren aan de bogolimp.” Hij neemt een forse slok gloeiend hete koffie, spuugt die weer in zijn beker en gaat op een keukenstoel ziten. Met een pen maakt hij een schets op het blaadje. “Het is niet moeilijk,” legt hij uit. “Als je een influx marcheert over de toonkap kan je makkelijk zien hoe sterk het beugeltje moet zijn.” Een hele rits formules ontspringt aan zijn nog benevelde brein.
“Kunnen we dit niet beter aan de vakman over laten?” probeer ik nog, maar hij gaat helemaal los.
“Als ik een puntdrukmeting kan uitvoeren op de muur, weet ik zo hoe sterk de bouten moeten zijn waarmee we een golfpakking aan kunnen brengen. Die kan je vervolgens weer afslakken met een perpercitieberekening om te kijken waar precies je de laaf kan nerven. Of was het de nerf kan laven?” Hij neemt weer een slok koffie en kijkt een beetje zuur. Ik hoor een gerommel uit zijn binnenste komen. Met drie zekere stappen is hij weer bij het toilet waar hij de koffie en, zo te horen, ook een hoop maagzuur in deponeert. Zonder nog iets te zeggen loopt hij langs me heen naar zijn kamer. Ik hoor een zucht, een bons en een paar minuten later diep gesnurk. Gelukkig. De berekeningen laat ik voor wat ze zijn.

Na de middag staat ineens de huisbaas binnen. Ik lig een tukkie te doen op de bank in de woonkamer als ik gestommel hoor. Met een ruk kom ik overeind. Ik zie nog net de huisbaas de keuken in lopen. Zijn broek hangt een beetje vreemd om zijn kont. Eerlijk gezegd heb ik hem nog nooit gezien. Misschien is het wel een klusjesman.
“Hallo!” roep ik slaapdronken de keuken in.
“Jah, ik zie al wat het probleem is,” ademt de man een beetje zwaar. “De muur is niet zo goed hier.” Hij komt de badkamer uit terwijl hij zijn overhemd instopt.
“Kunt u het maken?” vraag ik onnozel. Ik loop richting de douche om te kijken wat hij bedoelt.
“Kom maar eens kijken, meisje.” Hij wijst naar de muur in het douchehok. “Dat stuk achter de douche is een beetje verweerd, kijk maar.” Met zijn hand duwt hij op mijn rug om me de goede kant op te sturen. Ik kijk naar de plek die hij aanwijst. Zijn hand zakt langzaam over mijn rug naar beneden.
“Ik zie het niet, hoor. Hoe kan je nou zien dat de muur slecht is?”
Met zijn hand op mijn onderrug komt hij wat dichter bij me staan. Ik voel zijn adem in mijn nek. Ergens vind ik het wel grappig. Denkt deze dikke oude kerel nou nog kans te maken bij mij of zo? Zou hij werkelijk denken dat hij me opwindt door in mijn richting te zweten? Zolang het grappig is, speel ik het spelletje van dom gansje mee.
“Hier zit een plek, die moet ik eerst verstevigen met een paar placocem cementplaten. Zie je, boven zitten al van die platen, die gebruik ik graag.”
Zijn hand glijdt naar mijn kont. Ik wieg een beetje met mijn heupen en duw de zijkant van mijn bovenbeen in zijn kruis. Het is niet moeilijk te raden waar de man aan denkt. Om hem een beetje af te leiden vraag ik door.
“En dan is het weer stevig? Het douchehokje moet wel een paar stootjes kunnen verdragen.” Met een verleidelijke blik kijk ik opzij. Het is echt grappig.
Hij stottert een beetje. Dit heeft hij duidelijk niet verwacht. “Eh, ja,” hijgt hij bijna. Hij begint lichtjes tegen me op te rijen en betast nu met volle overgave mijn achterwerk. “Als de platen erop zitten, werk ik het af met marmor en lichtroze dispersieprimer. Net als dit stuk, waar het hokje nu aan vast zit. Dan kan er weer een flinke beurt tegenaan.”
“Oeh, het klinkt of u er verstand van heeft.”
“Jah, hmmhmm… ik kan alles met kimband en rigips voegenlijm PU van eurocol. Een douche is zo gemaakt. Deze heb ik ook met die spullen in elkaar gezet. Tijd genoeg over voor een goeie afwerkpartij op dit toilet.” Hij hijgt nu ernstig. “Ik doe het graag op de plee, jij ook?” Met een hand houdt hij de overgebleven stang waar het douchehokje aan gezeten had vast. Hij probeert zich zo te draaien dat hij me aankijkt.
“Op de plee? Repareert u die ook?” Het is me onduidelijk wat de bazelende gek allemaal bedoelt. Echt opwindend is het al niet, maar dit gaat ook nog eens een erg vreemde kant uit.
“Jaah, op de plee. Ik ga je zo op de plee nemen, klein meisje!” Hij is begonnen met zijn vrije hand mijn shirt uit te trekken. “Ik hou van kleine meisjes, en van toiletpotten. Hmm hhh … “
“Ik vind dit niet zo fijn, meneer. U bent een beetje raar.” Omslachtig probeer ik me van het dikke monster weg te draaien. Toiletpotten, wat een rare gozer. Met zijn buik drukt hij me tegen de muur. “Gaat u maar lekker uw gang op de pot, ik wacht buiten wel.”
“Nee, meisje, ga jij maar op je knietjes voor ome Henk. Hehehe … ” Met zijn ene hand heeft hij nu mijn hoofd te pakken, terwijl hij nog steeds de stang vasthoudt met de andere. Het geheel begint vervaarlijk te kraken. Met zijn vettige lachje en zijn rooie kop komt hij naar mijn gezicht toe. Zijn tong hangt uit zijn mond. Een vuile shag-met-koffie-walm uitademend likt hij over mijn gezicht.

Kijk, dan haak ik af. Ik wil hem een klap in zijn stomme smoel geven, maar het lot is mij te snel af. Ineens komt er met donderend geraas van alles uit het plafond en de muur. Ik doe snel een stap naar achteren, de overloop op. De placocem cementplaten, marmor en lichtroze dispersieprimer, het kimband en rigips en de voegenlijm PU van eurocol komen allemaal tegelijk boven op de huisbaas neer. Ik sta met open mond te kijken hoe hij eronder wordt bedolven.
Nee, klussen is niets voor mij. En het baantje van huisbaas lijkt me ook niet wat.

Januari 2008

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •