bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

01-07-2008

PC-gedonder: van alles naar de bliksem (1)

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2008 — bazbo @ 21:57

FLITS! BAOEM!
Ik zit gelijk rechtop in bed. Wat was dat? Het was een flits, onmiddellijk gevolgd door een enorme knal. Of nee, de klap was gelijk met de flits. Ik hoor hoe slagregen tegen het slaapkamerraam aan klettert. Shit, het onweert, en de inslag moet hier vlakbij geweest zijn.
Even wacht ik. Dan zie ik opnieuw een flitsende schittering op het behang. Vol spanning wacht ik op de donder. Die duurt nogal wat tellen. De rommeling in de verte doet me concluderen dat het onweer in vliegende vaart over het land dendert. Niet veel later hoor ik alleen nog maar wat gerommel, zij het nauwelijks hoorbaar. Wel regent het nog hard, maar er is geen onweer meer.

Om zeven uur sta ik op. Ik neem een douche, kleed mij aan en ga naar beneden. Ik laat vrouw en zoon achter op de bovenverdieping. Zij hoeven pas om acht uur wakker te worden. In de keuken maak ik koffie en terwijl die loopt, loop ik naar de pc in de woonkamer. Even kijken. Bij mij staat de computer vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week en vijftig weken in het jaar aan. Alleen als ik op vakantie ben is hij uit, en dat is hooguit twee keer een week in het jaar. Vandaar dus die vijftig weken. Reken maar na, als je zin hebt.
Ik doe het beeldscherm aan. Het led-lampje gaat niet aan en het beeld blijft zwart.
“Potdomme,” zeg ik iets te hard. “Wat krijgen we nou?”
Ik kijk onder het bureau en controleer mijn modem. Daar waar normaal drie lampjes groen behoren te branden, daar knipperen nu twee lampjes groen en een oranje. Geen goed teken. Ik vloek en krijg jeuk aan mijn kont.
“Is er wat mis?” hoor ik de stem van mijn vrouw boven aan de trap.
“Het beeldscherm van de pc is naar de kloten en we hebben geen internetverbinding meer,” bries ik.
“Hoe komt dat dan?”
“Heb jij vannacht het onweer niet gehoord?”
“Nee.”
“Doof schepsel.”
“Wat zei je?”
“Ik wel. Ik ben bang dat de bliksem is ingeslagen.”
“De Aldi heeft deze week de beeldschermen in de aanbieding.” Handig, zo’n vrouw die praktisch is ingesteld.
Ik prepareer mijn lunchpakket en stap op de fiets naar het werk. De jeuk aan mijn gat is nog niet weg en het fietst lastig met aambeien van ergernis.

Die namiddag ben ik extra vroeg thuis. Ik ga naar de slaapkamer van mijn zoon en trek het beeldscherm van zijn computer weg. Zwetend sjouw ik het ding naar beneden en sluit het aan op mijn eigen pc. Beeld!
Het IRC-chatkanaal waarin ik altijd zit heeft links onderin het woord ‘Disconnected’ in blauwe letters. Ik klik op ‘Connect’, linksboven in beeld. Er gebeurt niets.
In het rijtje internetsites dat ik altijd open heb staan, klik ik op ‘FOK!’. De column van gisterenavond komt in beeld. Ik druk op F5. Onder in beeld komt een wit balkje, waarin van links naar rechts groene blokjes komen. Na drie blokjes gaat het wel heel erg langzaam. Dan wordt het hele scherm wit en verschijnen er letters: “De internetpagina kan niet worden geopend.” Ik kijk weer onder het bureau en zie dat de lampjes nog steeds knipperen. De jeuk in mijn aars wordt weer onhoudbaar.
Ik doe het beeldscherm en de computer uit en loop naar de stapel boeken die ik nog wil lezen.

De volgende dag rijd ik na het werk via het centrum van Apeldoorn. Daar bevind zich de Primafoon winkel.
“Goedemiddag,” begin ik. “Mijn modem is kapot. Ik wil een nieuwe.”
“Om wat voor modem gaat het?” vraagt de popi knul van achter zijn desk.
“Een Speedtouch 500.”
“En u wilt een nieuwe?”
“Dat zei ik toch?” Het begint wederom te branden tussen de kaken van mijn reet.
“Ik heb ze niet meer.”
“Heb je niet een alternatief?” zucht ik, de pijn in mijn broek verbijtend.
“Er is wel een nieuwe serie, maar die verkoop ik niet.”
“Huh? Leg uit.”
“Tegenwoordig zijn ze alleen nog maar in bruikleen van de KPN.”
“Nou, bruikleen mij er dan maar een uit, zou ik zeggen.”
“Dat gaat niet op die manier. U moet er een telefonisch bestellen via de KPN-klantenservice.”
“Tuurlijk,” zeg ik. “Wat is het nummer?”
De knul schrijft acht cijfers op een papiertje. Ik fiets naar de Aldi en koop een nieuw beeldscherm van 250 pleuro. Dan rijd ik met beeldscherm én aambeien naar huis. Ik ben nog ruim op tijd om de KPN-klantenservice te bellen.

“Dit is de KPN-klantenservice. Heeft u vragen over een nieuw abonnement, toets dan 1.”
Ik weiger om het hele keuzemenu uit te werken in een column. Dat zou teveel ruimte kosten. Laat ik volstaan met te melden dat er negen keuzemogelijkheden zijn. Er zijn ook nog een heleboel wachtenden voor mij. Of ik een momentje geduld heb. Ik heb wel een momentje. En nog een. En nog een en nog een en nog veel meer.
“KPN-klantenservice, goedemiddag. Waarmee kan ik u van dienst zijn?”
“Mijn modem is kapot en ik heb geen internetverbinding. Ik wil een nieuw modem, Speedtouch 500. De knul uit de Primafoon winkel zei dat ik er via jullie een kan bestellen.”
“Dat kan niet bij ons. U kunt er een aanvragen op www.kpn.com.”
“Ik heb aambeien,” zei ik.
“Wat zei u?”
“Ik heb geen internet, omdat mijn modem kapot is. Ik kan er dus geen bestellen via www.kpn.com, begrijpt u?”
“O. Eh, ja. En nu?”
“Nu gaat u er een voor mij bestellen.”
“Dat kan ik vanaf hier niet.”
“En nu?”
“Tja. Eh, ik verbind u door met de afdeling Verkoop.”
“Ik dacht dat ik ze in bruikleen kreeg?”
Ineens is het stil aan de andere kant van de lijn. Ik wacht vier minuten. Ondertussen krab ik in mijn poepgleuf. Door mijn spijkerbroek heen. Dan hang ik op en bel ik opnieuw.

“Dit is de KPN-klantenservice. Heeft u vragen over een nieuw abonnement, toets dan 1.”
Ik ga hier niet een tweede keer zitten zemelen over het hele keuzemenu. Alle collega’s zijn in gesprek. Of ik nog een momentje heb. Ik heb een momentje en een enorme jeuk in mijn kont.
“KPN-klantenservice, goedemiddag. Waarmee kan ik u van dienst zijn?”
“Mijn modem is kapot en ik heb geen internetverbinding. Ik wil een nieuw modem, Speedtouch 500. De knul uit de primafoon zei dat ik er via jullie een kan bestellen.”
“Dat kan niet bij ons. U kunt er een aanvragen op www.kpn.com.”
“Mijn reet staat in lichterlaaie.”
“Pardon?”
“Uw collega zou mij doorverbinden met de afdeling Verkoop. Die kunnen er wellicht wel een voor mij bestellen.”
“Momentje alstublieft.”
Ik zit ondertussen al vet een half uur aan de telefoon.
“KPN afdeling Verkoop, goedemiddag.”
Ik vertel het hele verhaal.
“Nee,” zegt de stem. “Ik kan ze niet bestellen. Dat moet via uw internet provider.”
“Potjandosie, mijn reetketelstenen komen in opstand.”
“Wat zei u?”
“Bedankt voor de moeite.” Ik hang op.

“Dit is de helpdesk van xs4all. Heeft u vragen over uw abonnement, toets dan 1. Heeft u problemen of kunt u niet internetten, toets dan 2. Voor alle andere vragen, …” Ik wacht de volgende keuzemogelijkheid niet af. Het zal 3 zijn. Gok ik. Ik druk op knopje 2.
“Helpdesk xs4all, met Peter. Zegt u het maar.”
“Goedemiddag, ik wil een nieuw modem Speedtouch 500. De KPN heeft me naar jullie doorverwezen.”
“Dat type hebben we niet meer, maar wel een vernieuwde versie. Ik kan er wel een voor u bestellen. Wat zijn uw adresgegevens?”
Ik gaf hem mijn adresgegevens.
“Prima. U kunt er een kopen, maar als u uw contract nog een jaar verlengt, krijgt u hem gratis.”
“De jeuk is even gestopt,” zeg ik.
“Pardon? Wat bedoelt u?”
“Ik verleng mijn contract nog een jaar. Zeker!”
“Dank u.” Ik hoor vingers op een toetsenbord aan de andere kant van de lijn. “Hij is besteld. Binnen een week moet hij bij u zijn.”
“Dank u voor de moeite. Goedenavond.”

En nu? Nu moet onze eindredacteur superworm mijn column plaatsen. Op het werk PM ik mijn meesterwerk ‘Het buurthuis’ naar die aap. Die kon je vorige week lezen. Ik bid tot de Heer dat hij (superworm dus) de opmaak intact heeft gelaten. Als dat stuk onleesbaar was, weet je nu dus wie de dader is. Naar de bliksem met hem! Deze column plan ik zelf in, ook op mijn werk.
Ik heb knollen van aambeien. Wordt vervolgd.

Apeldoorn, maart 2008

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment