bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

11-07-2008

Muziekcolumn – Meat Loaf / Paradise By The Dashboard Light

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2007 — bazbo @ 22:31

BazboIk moest iedere vrijdagmiddag de krantjes van de kerk in onze wijk rondbrengen. Gelukkig liep mijn route ook langs haar huis. Soms vroeg ze me binnen. Dan zaten we op haar kamer en praatten over onze leraren op school of over hits die we op de radio hoorden.
We zaten allebei in twee Havo. Niet bij elkaar in de klas, helaas, maar we zagen elkaar wel op de gang in school. En in de kerk. Nu zat ik in haar tienerkamer.

“Hee, neem je volgende keer wat van jouw muziek mee?” vroeg Janneke. “Dan kunnen we die samen luisteren.”
“Wat wil je dat ik meeneem? Ik heb een zooi elpees en wat singletjes.”
“Doe maar singles. Die zijn lekker gauw afgelopen en dan kunnen we afwisselen.”
Ik begreep daar niets van. Ik vond een hele elpee juist veel mooier, omdat die veel beter liet horen wat een artiest of band wérkelijk kon. Ik nam afscheid en keek alweer uit naar de volgende vrijdag.

Een week lang zat ik te piekeren in mijn slaapkamer. Welk plaatje zou ik meenemen? Ik luisterde naar Supertramp. Zou ik daarmee indruk maken op Janneke? Het was echter geen singletje, maar een hele elpee: ‘Breakfast In America’. Ik vond hem erg mooi. Maar Janneke wilde geen elpee horen. Een langspeelplaat meeslepen op het krantenrondje was toch ook niet handig. Ik liep naar mijn kast en bladerde mijn kleine verzameling singles door.

“Kijk,” zei ik de week erop tegen Janneke. “Dit was mijn eerste singletje.” Ik zat op haar bed en zij op een lage luie stoel naast haar discomeubeltje.
“Nou, laten we er maar eens naar luisteren.” Ze nam het 45-toerenplaatje van mij aan. Even raakte mijn hand de hare. Ze legde het plaatje op haar draaitafel. Kort daarop klonk ‘Paradise By The Dashboard Light’ van Meat Loaf.
“O, deze ken ik wel,” zei Janneke. “Deze stond een jaar geleden toch in de hitparade?”
“Ja, dat klopt. Toen ik het filmpje bij Toppop zag, vond ik het echt geweldig.”
“Het is een heel goed nummer.”
“Ik heb het wel drie keer gedraaid op mijn verjaardag. We hebben er heel erg op staan swingen.”
“Was het nog leuk op je feestje?”
“Ja, het was heel gezellig,” vertelde ik. “Jammer dat je er niet bij kon zijn.”
“Ja, jammer.”
We zwegen.
“Hee, hier zit dat stukje met die honkbalwedstrijd,” zei ze. Ze giechelde.
“Wat is daar zo grappig aan?”
“Weet jij dan niet waar die honkbalwedstrijd voor staat?”
“Nee?”
“Tsjonge Bas, jij bent echt bleu en onwetend.”
Ik trok wit weg. Wat had ik gemist?
“Zal ik het je uitleggen?”
“Nou, als je wilt.”
“Maar je mag tegen niemand zeggen dat je het van mij hebt.”
“Is goed.”
Janneke boog voorover en begon naar me te fluisteren. “In Amerika gebruiken ze woorden uit een honkbalwedstrijd om te zeggen hoe ver een jongen en een meisje gaan als ze samen zijn.”
“Huh?”
“Ben jij dan nog niet voorgelicht?”
“Tuurlijk wel,” zei ik beslist. Ik begon zo langzamerhand te snappen waar dit over ging.
“Je kent honkbal?”
“Dat is toch net zoiets als softbal? Dat we met gym op het buitenveld spelen? Eén slaat de bal en probeert een rondje te rennen rond de vier honken.”
“Precies. Maar hier betekent het iets heel anders.”
Waarschijnlijk kon ze aan mijn gezicht zien dat ik niet goed begreep wat ze bedoelde.
“Nou, als je het eerste honk bereikt,” ging ze verder op haar geheimzinnige toon, “betekent dat dat je elkaars hand vasthoudt. Het tweede honk is als je met elkaar zoent, ook met je tong in elkaars mond en zo. Het derde als je met je handen aan elkaars kont en tieten zit.” Ik vond het heel ordinair dat ze woorden als ‘kont’ en ’tieten’ gebruikte. Ze begon stiekempjes te grinniken. “En het vierde honk is als je … Nou ja, als je heel ver mag gaan. Als je alles doet, dus.”
“O.”
“Ik vind het een heel gaaf nummer. Mag ik hem even hier houden voor een weekje? Dan kan ik hem nog wat beter horen en opnemen op een cassettebandje.”
“Weet je wat?” hoorde ik mijzelf ineens zeggen. “Je mag hem wel houden. Die Meat Loaf heb ik al veel gehoord. Ik ga de elpee nog wel eens kopen.”
“O, dat is lief van je. Wat wil je ervoor hebben?”
Ik durfde niet te zeggen: “Het tweede honk of verder.” In plaats daarvan hakkelde ik wat. “Eh …, nou, ik hoef er niets voor, hoor. Ik geef ze je graag.”
Ik wist niet goed wat of ik verwachtte. Eigenlijk verwachtte ik al helemaal niets meer.
“Nou, dank je wel,” zei ze. “Als ik ze draai, zal ik aan je denken.”
“Dan hoop ik dat je ze heel veel draait,” zei een stem in mijn hoofd. “Dat is aardig van je,” zei mijn mond.
“Graag gedaan.” Even legde ze haar hand op die van mij. Moest ik nu iets doen? Moest ik nu naar het eerste honk en haar hand ook vasthouden? Ik beefde en deed niets. Toen trok ze haar hand terug.
“Had je maar één plaatje bij je?” vroeg ze.
“Ja,” zei ik bibberig. “Ik heb nog even getwijfeld of ik mijn Supertramp-elpee mee zou nemen.”
“Bah, Supertramp!” riep ze en ze trok een vies gezicht. “Dat is echt muziek voor studiebollen, hoor! Maar goed dat je die niet bij je hebt, want die wil ik niet horen. Nou, laten we dan maar het achterkantje draaien.”
Ik durfde niet te zeggen dat ik die plaat van Supertramp echt heel mooi vond. We zaten stilletjes te luisteren naar de B-kant van de single. Toen moest ik gaan.
Ze liep met me mee naar de deur. Toen ik het tuinpad afliep, en naar haar omkeek, zag ik dat ze naar me stond te lachen.

De twee belangrijkste dingen die ik vanaf dat moment zeker wist:
1. Nooit muziek uit je eigen verzameling weggeven; zeker je allereerste zelfgekochte plaatje niet!
2. Het is ook altijd hetzelfde gezeik met die wijven.

Apeldoorn, maart 2007

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment