Een pompoen in je reet – een culicolumn
Het is weer hoog tijd voor een culicolumn. Nietwaar, beste lezers? Een ware bazbo let altijd goed op wat de wensen en behoeften van zijn lezende publiek zijn. Hoeveel vragen kreeg ik al niet naar een culicolumn? Niet zo veel, maar altijd nog meer dan vragen naar een column over mijn nieuwe werkplek, mijn zwakke darmen of de leuke meisjes die ik tegenkom. Ik bedank dan ook die ene FOK!ker die tijden geleden wél eens vroeg naar een culicolumn. Ik heb een selecte lezersgroep, waar ik heel blij mee ben. Als ik nu in de ether zou zijn, zou ik jullie allemaal de groeten doen, hoor!
Potdomme, wat ligt hier nu nog in een verre groentela in de koelkast? Het is niet onze reguliere koelkast in de keuken. Nee zeg, anders had ik het wel eerder zien liggen. Ik sta hier in mijn schuurtje. Naast de vijf fietsen en een antieke kinderwagen uit de jaren twintig van de vorige eeuw, staan er wat kasten, onze bungalowtent en verdomd, we vonden nog plek voor onze oude koelkast. Daar bewaren we spullen die we niet direct nodig hebben. De vriezer puilt weer uit. Het is een oud apparaat dat ermee uitscheidt als de omgevingstemperatuur lager is dan acht graden Celcius. De winter komt er weer aan; alert zijn, dus.
In de verre groentela van de koelkast ligt een pompoen. Zo’n oranje. Te klein om een Halloweenmasker van te maken; te groot om te negeren. Hoe kom ik aan een pompoen? Nou, dat komt zo.
Ik heb een abonnement op een biologisch groentepakket. Iedere vrijdagmorgen komt hier een vrachtwagen voorrijden. De bestuurder is een medewerker van een biologisch-dynamische boerderij. Hij zet een hele stapel kratten onder mijn carport. Die kratten zitten boordevol vers geoogste groenten en fruit, zo biologisch en dynamisch als de pest.
Terzijde:
Achteraf gezien was de pest een biologisch fenomeen dat de bevolkingsaantallen flink wist te reduceren. De ziekte verspreidde zich razendsnel en was daarmee dus bijzonder dynamisch.
Einde terzijde.
Op vrijdagmiddag komen dan mensen uit de buurt, die een abonnement hebben, hun groentepakket ophalen. De geitenwollensokken laten zakken met bonen, allerlei kolen, bossen prei en wortelen in hun fietstassen verdwijnen. Maar niet voordat ikzelf het mooiste pakket eruit heb gehaald. Wat snel op moet, neem ik gelijk mee naar de keuken, maar wat nog even kan blijven liggen leg ik in de koelkast in de schuur. Zoals die pompoen. Daar ging het om.
Leuk, dat ding. Maar wat doe je ermee? Halloween is al geweest. Bovendien is hij te klein voor een masker. Door een ruig leven vol verkeerd eten en alcohol heb ik een dikke kop gekregen, die wel vier keer zo groot is als deze pompoen. Decoratief naast de voordeur leggen? Bovenop de stapel van de pompoenen van de afgelopen twee maanden? Verzin eens wat nieuws. Zou je een pompoen ook kunnen eten? Het antwoord is eenvoudig en toch simpel: ja, een pompoen kun je ook eten.
Je kunt hem eten, maar hij smaakt eigenlijk nergens naar. Nogal weeïg. Toch kun je er in de keuken leuke dingen mee doen. Nee, niet in je kont stoppen, hoor! Voordat je dat ding voorbij je tweede sluitspier hebt, ben je doodop. Voor dat soort doeleinden kun je beter een prei of peen gebruiken.
Hoe krijg je voor elkaar dat er aan pompoen wél een beetje smaak komt? Over het algemeen is mijn tip: gooi er kaas overheen. Kaas moet je overal overheen gooien. Ooit schrijf ik de allesverklarende column over kaas. Help me onthouden.
Graskaas bijvoorbeeld is goddelijk. Vooral die uit de Beemster. Graskaas is alleen verkrijgbaar in het voorjaar en de vroege zomer. Graskaas? hoor ik u vragen. Ja, dat is een heel zachte, jonge kaas van koeien die de hele dag in het gras hebben gelopen. Dus niet in een hok binnen. Brandnetelkaas, is dat dan kaas van koeien die de hele dag in de brandnetels hebben gelopen? Hoe zit het dan met peperkaas? En smeerkaas? Gadverdamme!
Kaas moet je overal overheen gooien. Maar niet over de pompoen. Ik ga een geheim verklappen: pompoen smaakt retegoed in combinatie met kaneel. Zo maak ik iedere winter wel een keer de vegetarische erwtensoep met pompoen en kaneel. De bereidingswijze is geheim, dus daar kunt u naar fluiten. Wél geef ik hieronder het recept van een fenomenale stoofpot van kalfsvlees met pompoen. Én kaneel. Zonder kaas.
Om die stoofpot klaar te maken heb je ikweetniet-hoeveel gram kalfsvlees nodig. Nu ligt er zelden kalfsvlees bij de supermarkt. Dus heb ik als alternatief runderbraadlappen meegenomen. Dat is een heel gedoe. Vlees wordt namelijk verpakt per twee of vijf stuks. Zéker de aanbiedingen. Deze week zijn de runderlappen weer in de reclame.
Het grote probleem met aanbiedingen en speciale kortingen in het algemeen is dat je thuiskomt met producten die je eigenlijk helemaal niet nodig hebt. Je denkt dat je goedkoop uit bent met “Tijdelijk: vijf roomschnitzels halen, vier betalen!” Maar wat moeten wij met vijf roomschnitzels? Wij hebben er maar drie nodig. Of zes, als we grote trek hebben. Als ik er vijf koop, hou ik er twee over of kom ik er eentje tekort. Voor deze aanbieding moet het gezin dus altijd bestaan uit vijf personen. Of tien, dan koop je gewoon twee pakketten. Of een veelvoud van vijf. Maar wij, wij zijn thuis met zijn drieën. Wat moeten wij met vijf roomschnitzels? Hoe verdeel je die over drie mensen? Ik vind dat de winkel op deze manier stookt in een goed huwelijk en een harmonieus gezin.
Kalfsvlees of runderlappen, wat doet het er eigenlijk toe? Ga vooral af op je eigen smaak. Gebruik desnoods cordon bleus of kaasschnitzels, wat kan mij het ook eigenlijk schelen.
Een oranje pompoen hoef je niet te schillen. Wél is het slim om hem een kwartiertje in heet water te leggen; dan wordt het vlees zacht en kun je het makkelijker snijden. Verwijder de pitten (Bewaren! Begin je eigen pompoenplantage!) en snijd hem in kleine blokjes. Allahmachtig, wat een takkewerk. Maar het uiteindelijke resultaat is verbluffend. Zeg dat ik het gezegd heb. De rest van de aanwijzingen staat verderop.
Volgende keer een culicolumn over hoe je klonten in de kots kunt voorkomen. Door goed te kauwen. Of heb ik nu alles al verraden?
Apeldoorn, november 2009
= = =
Recept voor de stoofpot met pompoen!
Benodigdheden: (voor vier personen):
600 gram magere runderlappen – kaneel – paprikapoeder – peper – zout – 2 uien – 1 grote rode paprika – 2 teentjes knoflook – (olijf)olie – oregano – 200 ml bouillon – 1 kleine pompoen
Snijd de runderlappen in kleine stukken. Meng ze met kaneel, paprikapoeder, peper en zout.
Snijd de uien en de paprika in kleine stukken.
Verhit de olijfolie in een braadpan en bak het rundvlees op hoog vuur bruin.
Doe dan de uien, paprika en oregano erbij. Als er veel vocht van het vlees afkomt, giet dat dan af. Laat de groente zachtjes meebakken.
Voeg de bouillon toe. Laat alles afgedekt ruim een uur pruttelen.
Maak ondertussen de pompoen schoon. Verwijder de pitten en snijd de pompoen in blokjes.
Als het vlees een uur heeft geprutteld, doe dan de pompoen erbij. Laat dit in nog ruim een half uur gaar worden. De pompoen moet net niet uit elkaar vallen.
Eet smakelijk!
Apeldoorn, november 2009