bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

06-01-2010

De Nieuwe Wereld

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2010 — bazbo @ 00:41

Eva deed de voordeur achter zich dicht. Allemensen, wat was ze toe aan koffie. Met haar jas nog aan liep ze naar de keuken. Daar deed ze water in het reservoir van de Senseo. Ze drukte een pad in de houder en wachtte even tot het lampje ophield met knipperen. “Wat maakt dat apparaat toch een lawaai,” dacht ze. “En wat duurt het lang voordat het water heet is!”

Eva deed de voordeur achter zich dicht. Allemensen, wat was ze toe aan koffie. Met haar jas nog aan liep ze naar de keuken. Daar deed ze water in het reservoir van de Senseo. Ze drukte een pad in de houder en wachtte even tot het lampje ophield met knipperen. “Wat maakt dat apparaat toch een lawaai,” dacht ze. “En wat duurt het lang voordat het water heet is!” Eindelijk. Terwijl de machine nóg meer lawaai maakte en haar mok gevuld werd, ging ze terug naar de gang. Daar deed ze haar jas uit en schopte ze haar schoenen van zich af.

“Mevrouw, het is een teleurstellende uitslag. Het is niet goed,” zegt de man in de witte jas. Hij gaat achter zijn bureau zitten en kijkt mij doordringend aan. De mokerslag. “Het is écht niet goed.”
“Oh,” kan ik uitbrengen. Ik kijk naast me. Daar zit Albert. Zijn gezicht ziet lijkbleek.
“Er zit een knobbeltje in uw rechterborst,” wijst de witte jas bij zichzelf aan. “Het is niet groot, maar wel kwaadaardig. En er zijn uitzaaiingen naar de oksel en de lymfeklieren.”
Het prikt achter mijn ogen. Ik zoek de hand van Albert, maar hij zit te ver weg.

Met haar mok in haar hand ging ze naar de woonkamer. Ze deed het beeldscherm van de computer aan en ging achter het bureau zitten. Daar verscheen het IRC-kanaal waar Albert altijd op was te vinden. Nu stond hij op afwezig. Eva opende het mailprogramma. Hoop spam weer. Zou ze haar penis laten vergroten? ’s Kijken hoe Albert dáárop zou reageren. Ah, goede vriend Ron had weer eens allerlei grappig bedoelde meuk doorgemaild. Eva nam een slok van haar koffie. Ze had nu even geen trek in die lollige foto’s en powerpoints. Verder was er geen wezenlijke post. Moest ze haar leidinggevende al inlichten? En de familie? Nee, nu even niet. Eerst koffie.

“Hoe gaat het nu verder?”
Albert zit er nog steeds verbouwereerd bij. Hij kan niets uitbrengen. De schat. Hoezeer het soms ook lijkt alsof hij alleen maar met zichzelf bezig is in het leven; dit raakt hem echt. Dat zie ik.
“Er zijn nu twee opties,” zegt de witte jas gediplomeerd. “De ene is een amputatie, waarbij we de hele borst weghalen. De tweede keus is een borstsparende operatie. Dan verwijderen we alleen het gezwel en de lymfe onder de oksel. Een borstsparende operatie is cosmetisch gezien mooier; u houdt er een klein litteken aan over. Een soort deukje. De kans op genezing is bij beide ingrepen even groot.”
Het wordt me vaag voor de ogen. Ik hoor niet meer goed wat hij allemaal uitlegt. Nu maar hopen dat Albert het wél goed opvangt. “Wat denkt u dat het beste is?” hoor ik mijzelf vragen.
“Omdat beide opties een even grote kans op genezing hebben, zou ik gaan voor een borstsparende operatie,” zegt de chirurg.
“Daar dacht ik zelf ook aan.” Ik denk helemaal niets.

Eva ging terug naar de keuken. Daar lag de krant op de eettafel. Tijdelijk zelfs twee kranten. Dat was een leuke aanbieding van De Stentor: tien weken lang iedere dag het regionale dagblad voor vijftien euro. Geen geld. Ze ging aan tafel zitten en schoof het AD naar zich toe. Sneeuwoverlast. “Vertel mij wat,” dacht ze. “Het was bijna niet te doen op de fiets, vanmorgen.” Nog een wonder dat de kranten op tijd waren bezorgd. Ze nam nog een slok koffie en sloeg de krant open. Er was weer veel ellende in de wereld gaande. Eva zag het niet. Zonder ook maar één bericht echt te lezen, bladerde ze door. Zelfs de grappige strips op de achterkant konden haar nu niet vrolijk maken.

“Wat vind jij?” vraag ik aan Albert. Hij kijkt verschrikt op. Ik weet wat hij vindt. Ik weet wat hij denkt. ‘Het is toch jouw lichaam? Het is jouw keus.’ Maar ik wil dat hij zegt wat hij wil. Zou hij me nog mooi vinden? Zou hij nog van me houden? Hij zegt het toch al nooit. Ik moet er echt om vragen.
“Wanneer gaat het gebeuren?”
“Over twee weken wordt u geopereerd,” zegt de geneesheer. “Maar eerst krijgt u nog een afspraak met de anesthesist. Dat zou zelfs vandaag al kunnen. Volgende week is er dan een tweede gesprek met mij, en een gesprek met de ‘mamma-care’.”
Even is het stil. Ik weet niet meer wat ik moet zeggen. Gelukkig gaat de chirurg door.
“De operatie duurt anderhalf uur en vindt plaats onder volledige narcose. U zult twee nachtjes in het ziekenhuis moeten blijven.”

Er moest nog veel gebeuren in huis. Eva had wat dagen vrij en die had ze al aardig vol gepland. Ze zou de deuren schilderen, beneden en boven. Dat was na dertien jaar wel eens nodig ook. En de badkamer had een grondige schoonmaakbeurt nodig. Of alle achterstallige post wegruimen. Waar zou ze eens beginnen? Ze wist het echt niet. Het was trouwens al twaalf uur geweest. Zou ze trek hebben in iets?
Met de lege mok ging ze weer terug naar de keuken. Daar pakte ze een boterham en belegde die met slagersschouderham, mosterd en sla. Met het bordje liep ze weer naar de woonkamer. Ze plofte neer op de bank. De boterham smaakte niet. Na twee happen liet ze hem liggen.

“En wat is het vervolg?” durf ik. “Hoe lang is de nasleep?”
“Als u redelijk bent hersteld van de operatie, zult u gedurende een bepaalde periode vijf dagen in de week naar Deventer moeten voor bestraling. Dit zal een intensieve tijd zijn. Van de bestraling word je erg moe, maar je bent er niet ziek van en je wordt ook niet kaal. Ga ervan uit dat daarna chemotherapie volgt. Hoeveel en welke vorm is afhankelijk van de uitslag van de kweek.” De chirurg lispelt een beetje. “Wanneer is de punctie gedaan?” vraagt hij.
“Afgelopen maandag,” zeg ik. “Ik kwam voor de jaarlijkse mammografie. Op de foto was iets te zien, dus er werd gelijk een echo gemaakt. En een punctie gedaan.” Of ik alle woorden wel in de juiste volgorde zeg, weet ik niet. Het kan me ook eigenlijk niet zoveel schelen.

Eva deed de televisie aan. Eens kijken of er wat vermaak was. Een lekker domme soap of zo. Haha, Albert zou gezegd hebben: “Een domme soap, dat is net zo iets als groen gras of een ronde cirkel. Een dubbeloppisme.” Eva moest flauwtjes glimlachen. Er was helemaal geen soap op televisie. Wel Dr. Phil. Nee, dáár werd ze ook niet vrolijk van. Een heel oude aflevering van die serie met Dick van Dyke als arts en detective. Die had ze al eens gezien. Beursberichten dan? Nee, ook niet. Aan actualiteitenprogramma’s had ze al helemaal geen behoefte. En die cartoons zag ze vaak genoeg, als haar zoon thuis was van school. Zuchtend deed ze de televisie weer uit.
Misschien wat dagelijkse huishoudelijke klusjes? De vaatwasser uitpakken? Ach, dat deed Albert wel als hij thuiskwam van zijn werk. Ze was benieuwd of hij van zijn baas de gelegenheid zou krijgen om wat meer thuis te zijn, de komende dagen.
De linoleum vloer moest geveegd. Oei, er kwam gewoon even helemaal niets uit haar vingers.

“Zo, bent u daarnet bij de chirurg geweest? En direct doorgestuurd?” vraagt de anesthesist.
“Hier is de ingevulde vragenlijst,” zeg ik.
Deze kerel heeft een blauwe doktersjas aan, alsof hij zo uit de operatiekamer komt. “Dat is wel even schrikken, hè?” zegt hij.
Ik kijk weer opzij. Albert kan niet zoveel zeggen. Maar ik zie hem denken: ‘Nee, wij staan te juichen van blijdschap!’ Hij zegt het niet. Te zeer aangeslagen; dat kun je merken. Plots denk ik aan de recensies in de krant. Die over die film, je weet wel, dat een vrouw ongeneeslijk ziek is en dat haar man iets krijgt met een andere vrouw. Zou Albert daartoe in staat kunnen zijn? Nee, hij is te verlegen. Aan de andere kant kan hij soms zo ondoorgrondelijk zijn. Je moet zijn emoties uit hem slepen. Behalve dan als het om onbelangrijke dingen gaat in het huishouden. Dan kan hij zo onredelijk pissig worden. Toch is het een schat.
“Dit is van belang voor de operatie en het inbrengen van de zuurstofslang. Kunt u uw hoofd en nek goed bewegen?”
Ik schud heel overdreven van ‘nee’. Hij kan er niet om lachen.
“Op de dag van de operatie moet u nuchter verschijnen.”

Wat had ze behoefte aan een borrel. Maar dat mocht niet. Ach, wat maakte het allemaal nog uit. Ze liep naar de keuken en opende een fles witte wijn. Uit de glazenkast pakte ze een limonadeglas, dat ze bijna helemaal vol wilde schenken. Halverwege begonnen haar handen te trillen. Ze morste op de keukenvloer. Haar beeld werd troebel. Ze kon nog net de fles op het aanrecht zetten, maar verloor de grip op het glas. Het viel op de grond en spatte in stukken uiteen.
En zo stapte Eva de compleet Nieuwe Wereld in. Schokschouderend zakte ze door haar knieën. Ze bracht haar voorhoofd naar de plavuizen. Ze voelde de pijn van de glasscherven in haar knieën, in haar armen en in haar voorhoofd. Terwijl de tranen over haar wangen stroomden, greep ze met beide handen naar haar boezem. Ze kneep haar ogen stijf dicht. Haar mond opende zich. Ze schreeuwde zonder geluid.

Apeldoorn, januari 2010

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment