I vattnet
De zon schijnt en dat zullen we weten.
Ik kreeg mijn halve liter bier zo snel niet helemaal op. De Vrouw wel. Toen de boot aankwam, zette ik het halfvolle flesje rechtop in de tas. Nu neem ik een slok. Het bier is nog koud. Lekker. Morgen zal ik erachter komen dat ik tijdens het lopen wat bier uit het flesje de tas in heb geklotst. Het vest van De Vrouw en mijn nette jasje is dan nat en stinkt. Niet zo lekker. Maar dat is voor morgen.
De zon schijnt en dat zullen we weten. Met een fris windje erbij is de kans op verbranding aanzienlijk. Ik word wel lekker bruin, maar de huid op de borst van De Vrouw is al flink roodgekleurd. Ik grijp in de tas en haal mijn flesje bier tevoorschijn. Voordat we vertrokken hebben we bij een eet- en drinktentje even gezeten. Ik kreeg mijn halve liter bier zo snel niet helemaal op. De Vrouw wel. Toen de boot aankwam, zette ik het halfvolle flesje rechtop in de tas. Nu neem ik een slok. Het bier is nog koud. Lekker. Morgen zal ik erachter komen dat ik tijdens het lopen wat bier uit het flesje de tas in heb geklotst. Het vest van De Vrouw en mijn nette jasje is dan nat en stinkt. Niet zo lekker. Maar dat is voor morgen.
Nu varen we door de Westelijke Archipel en de terugtocht duurt een uur. Een uur in de voorjaarszon. Het is weliswaar aan het eind van de middag, maar toch slaat de koperen ploert nog heet om zich heen. Uitkijken. Ik kijk uit. Ik kijk uit vanaf de achtersteven van het stoomschip dat ons vanmorgen naar Drottningholm heeft gebracht.
Boot naar Drottningholm
Een bezoek aan Drottningholm stond al enige tijd op ons wensenlijstje. Toen we tweeënhalf jaar geleden voor het eerst naar deze stad kwamen, had ik het versgekochte Capitoolgidsje al volop in gebruik. Bij het doornemen ervan stuitte ik op het paleis, dat zeker een bezoek waard zou zijn. Tijdens dat eerste bezoek kwam het er niet van, omdat de boot niet voer en het in november al om half vier aardedonker is. Tijdens het tweede bezoek lukte het ook niet, om dezelfde reden. De derde keer waren we in juni rond Midsommar heel dichtbij, maar kozen we uiteindelijk voor een andere tocht; die door de Oostelijke Archipel. Die dag was het bewolkt en druilerig, om niet te zeggen: bij vlagen regende het stort. Nu is het weer fantastisch. En nu, nu we voor de vierde keer hier zijn, nu is het dan zover geweest.
Ik maak foto’s. Veel foto’s. Ben benieuwd hoe ze worden, want ik heb vervuiling op de sensor van mijn camera. Dat betekent dat je op bepaalde plekken in iedere foto een vlekje ziet. Bij ‘drukke’ foto’s valt het niet op, maar bij landschappen met luchten is het reuze irritant. En drie keer raden wat ik nu vanaf de boot voornamelijk fotografeer: precies, landschappen met luchten.
We varen langs enkele van de ruim 24.000 eilandjes die deze Archipel telt. Sommige eilandjes zijn zo klein, dat er slechts een enkele boom of struik op staat; andere zijn zo groot, dat ze een complete woonwijk kunnen herbergen. Het centrum van de stad ligt ook op verschillende eilanden. Water is dus nooit ver uit de buurt en dat maakt de stad tot een bijzondere en intrigerende.
Riddarfjärden
Gisterenmorgen hadden we een heel vroege vlucht van Schiphol. We landden om iets voor acht uur op Arlanda en de Flygbussar bracht ons naar het Centraal Station van de stad. Daar stalden we onze koffers in een bagagedepot. Om half elf zaten we in de Kungstradgården aan een halve liter Staropramen. De wandeling ging verder langs het Rikstagshuset, het Kungliga Slottet, de Slottsbacken en Stortorget. Via de Västerlangsgatan kwamen we op het plein Järntorget. Na een lunch aldaar verlieten we Gamla Stan (de Oude Stad) en liepen we via Slussen de Göttgatan in. Het was nationale feestdag: overal muziek, artiesten en bandjes midden op straat. We rustten uit op de Medborgarplatzen, het hart van Södermalm, met een goed glas. Vervolgens ging het terug naar het Centraal Station om de bagage op te halen en de metro bracht ons naar Hökarängen, een zuidelijk gelegen wijk. Hier pikte Annemarieke ons op met de auto. Toen we bij buurtrestaurant Mickel Rev het terras betraden, leek het of we thuiskwamen, zó veel bekenden ontmoetten we er. Na een fikse pizza dumpten we onze koffers in het hotel en reden we door naar het zomerhuisje van Sven en Annemarieke langs het meer. Tijd voor akvavit. Het was al bijna donker (niet helemaal, want het werd helemaal niet donker) toen we na middernacht terugkwamen in het hotel en uitgeteld in slaap vielen.
Drottningholm is het zomerpaleis van de koninklijke familie. Het is eind zeventiende eeuw gebouwd op de plek waar kort daarvoor het plezierpaleis van koning Karel X Gustaaf tot de grond toe was afgebrand. Sinds 1991 staat het op de Werelderfgoedlijst.
Grappig, toen we aan het eind van de ochtend aankwamen, stond de cameracrew al klaar. Morgen trouwt prinses Madeleine en die viert haar grote feest hier in het paleis. Een grote evenemententent ontnam het zicht op de achterzijde van het gebouw. Weg was de barokke aanblik.
Drottningholm
Ik hoef nooit zo nodig een paleis of ander bezienswaardig gebouw in en hier was het ook niet anders. Het buitenaanzicht, de tuin en het park boden ons al uren aan vermaak. We liepen tussen de fonteinen en perken door naar een klein paadje dat ons door de bossen een heuvel op tot aan het Chinese paviljoen bracht. Daar gebruikten we een eenvoudige lunch en voort ging de speurtocht weer. Door de lanen, langs de velden en vijvers. Alles zo groen, alles zo vol, alles zo overweldigend, alles zo. Uiteindelijk hebben we een uur of wat onze ogen uitgekeken en op ons dooie gemakkie rondgeslenterd. Aan het eind van de middag streken we neer bij het eet- en drinktentje en bestelden we onze halve liter Brygg starköl.
Drottningholm tuin
Als we straks aankomen op Kungsholmen, is het maar een klein stukje lopen naar de T-Centralen. Van daar nemen we de tunnelbana naar Farsta. (Ik noem het steevast de ’tunnelbanaan’ en onze vrienden van hier hebben dat allemaal overgenomen.) Die metro brengt ons naar een buitenwijk in het zuiden van de stad. Ondertussen hebben we die rit al zó vaak gedaan, dat ik het hele rijtje tussengelegen stations uit mijn hoofd ken: T-Centralen – Gamla Stan – Slussen – Medborgarplatzen – Skanstull – Gullmarsplan – Skärmabrink – Blåsut – Sandsborg – Skogskyrkagården – Tallkrogen – Gubbängen – Hökarängen. Bij buurtrestaurant Mickel Rev zullen we iedereen weer ontmoeten. We hebben al gereserveerd voor het diner.
Morgen is een bijzondere dag. Onze goede vrienden Sven en Annemarieke trouwen! Sven vertelde ons gisterenavond: ‘Ik heb prinses Madeleine gevraagd om haar bruiloft te verplaatsen, want ik was eerder met plannen.’ Helaas voor hem: geen reactie.
We zullen morgen overdag nog door het centrum van de stad sjouwen en pas om half zes verzamelen bij het Stadshuset. Omdat het thema rock ’n roll is, zullen we gepaste kleding moeten dragen. Ik heb een afgrijselijk-groen overhemd met rouches en mijn lichtblauwblitse schoenen bij me. De huwelijksplechtigheid zal kort zijn; met tien minuten staan we weer buiten. Op dat moment komt de feestboot van de prinses voorbij, die het koninklijke bruidspaar vervoert naar Drottningholm. We zullen zwaaien en foto’s maken. Dan gaan we met de metro naar Hökarängen – wéér diezelfde haltes – en daar wandelen we naar de feestzaal Kastanjegården. Hier wacht ons een heerlijke hap eten (husmanskost!) en een concertje van een bandje dat we zo goed kennen. Het zal ver na middernacht worden dat we eindelijk terug zijn in onze hotelkamer.
Zondag zullen we uitslapen en uitrusten. Pas halverwege de middag gaan we naar Mickel Rev, waar we iedereen zullen ontmoeten voor de afterparty. Het bandje van de vorige avond speelt een akoestische set op het terras en Petter vertolkt Cornelis Vreeswijk.
De volgende dag zullen we op tijd op moeten, want we moeten ook tijdig de hotelkamer uit zijn. Wel hebben we nog een halve dag, die we zullen doorbrengen op Gamla Stan. Met onze koffertjes achter ons aan hobbelend over de keitjes van de oude smalle straatjes, zullen we zoeken naar een geschikte koffietent. Aan het eind van de middag brengt de Flygbussar ons vanaf het Centraal Station naar vliegveld Arlanda. Anderhalf uur vliegen en onze reis zit er bijna op.
Op het Mälarmeer
Zo ver is het nog niet. Vooralsnog zitten we hier met half open mond te staren naar het adembenemende uitzicht vanaf de boot op het Mälarmeer. De wind waait door mijn lange haren en de golven klotsen tegen de romp van de veerboot. We varen langs rotspartijen, beboste heuvels en kleine strandjes. Mensen liggen er te zonnen, alleen of met een heel gezin, compleet gekleed, in zwembroek of naakt. Af en toe meren we aan bij een kleine steiger, waar dan een of twee mensen op- of afstappen. De Västerbron komt in zicht en dan is het eindpunt ook niet ver meer.
Dit land is mooi, deze streek is mooi, de stad is mooi, alles is mooi, zelfs Het Leven. Ik neem nog een slok uit mijn flesje en houd het omhoog. Ik kijk De Vrouw aan en zeg: ‘I vattnet.’
Proost! Op het water.
–
Apeldoorn, juni 2013
–
Brygg starköl