B-log: 31 mei t/m 6 juni 2014
Vrijdag 6 juni:
Ik heb de wekker gezet op zeven uur, maar ben om vijf uur al goed wakker. Iets na half zeven slaap ik toch nog weer in, waardoor het uiteindelijk maar goed blijkt dat ik die wekker op zeven uur heb gezet.
Het belooft een warme dag te worden, vandaag. Op de fiets naar het werk merk ik er nog niets van. Sterker nog: als ik aankom, hebben mijn vingers weer last van slechte doorbloeding en zien ze wit. Het duurt zeker een kwartier voor ze weer zonder tinteling aanvoelen. Ik handel mail af en ruim een enorme berg papier weg. Verder heb ik wat contact met een collega. Van haar begrijp ik dat de concurrentie voor de functie 2 die we ambiëren toch groot is: er blijken al enkele collega’s in functie 2 te zijn ingedeeld! Ai. Aan het eind van de ochtend laat ik het kantoor weer een stukje leger achter dan ik het heb aangetroffen.
Op de weg naar huis vind ik bij een warenwinkel in Zevenhuizen vormpjes voor het maken van waterijs. Als ik thuis kom, vind ik mail van de grote baas. Woensdagmorgen om 11.00 uur heb ik een sollicitatiegesprek voor de functie 2; ondertussen deelt hij me mede dat ik, na allerlei ingewikkelde ‘afspiegelingsprocedures’, ben geplaatst voor functie 3 voor 24 uur per week. Wacht, lees ik dit goed? Ja, ik lees het goed: ik heb per 1 juli een baan!
De Vrouw komt thuis en we lunchen. Daarna ga ik weekendboodschappen doen bij een grote supermarkt. Wat ik zoek – voorgegrilde kip – hebben ze niet, dus loop ik nog even naar het winkelcentrum op de hoek. Daar hebben ze niet eens een grilafdeling, blijkt. Nou ja, dan morgen op de markt of zo.
De rest van de middag lees ik in de tuin de PROG uit en begin ik in Boetekleed van Ian McEwan. Paula van Yesfocus zoekt contact omdat ze een deel van dit blog wil gebruiken op de website van de fanclub; ze vindt mijn stukje over mijn Yeservaring 22 mei leuk geschreven. Van mij mag ze het plaatsen. Terug naar de tuin. Ik merk dat ik heel moe ben. Als ik maar wat kan doen, dan gaat het wel.
De Vrouw heeft eten gemaakt: babi pangang met rode saus en sajoerboontjes en een pittige salade. Alles smaakt zeer goed en is op voor we het doorhebben. Dan is het half acht.
We stappen op de fiets en rijden naar het huis van Reinier en Gea. Daar komen Willem en Truus ook. In de tuin is het genoeglijk, zeer aangenaam en gezellig. Gea blijkt een geweldige gastvrouw. We hebben prettige, serieuze en onzinnige gesprekken. Om half twaalf wordt het toch wel koel en verhuizen we naar de keukentafel. Daar zetten we de genoeglijkheid voort. Het gaat over mensen, over schrijven (Willem leest zelfs voor), over ervaren. Het is warm, het is goed, het is echt. Pas om half twee fietsen we weer naar huis.
–
Donderdag 5 juni:
Het is kwart voor acht. Ik hoef vandaag niets, maar ik ben wel al meer dan een uur wakker. Dan maar opstaan.
Tsja, wat doe ik dan? Krant lezen, koffie drinken, vaatwasser uitpakken, mail bekijken. En volop lezen in Het schervengericht. Buiten regent het gestaag. De Vrouw komt ook naar beneden. Ik voel me rustig en vrij goed. Zo lang ik niets moet.
Halverwege de ochtend, als het droog is, ga ik een boodschap doen bij een supermarkt en de Turkse winkel. Erna wandel ik naar het winkelcentrum in de buurt voor wat laatste dingetjes.
We lunchen. In het blaadje van de supermarkt staan recepten voor waterijs. Hadden we nog van die vormpjes? Ja, ooit. Maar ze zijn allang weggegooid. O. Eens kijken of er nieuwe te koop zijn.
Ik loop tussen de buien door naar een goedkoperommelwinkel in Zuid, maar vind geen waterijsjesvormpjes. Weer thuis lees ik Het schervengericht uit. Er is muziek: Three Fates (Keith Emerson), III en IV (Peter Gabriel) en 90125 (Yes). Ondertussen maken we het eten. De Vrouw verzorgt een geweldige salade niçoise en ik wijd me aan de Argentijnse hazenrug, die we sinds Kerst in de vriezer hebben liggen. Rodewijnsaus en champignons erbij; voor De Zoon aardappels bakken. Het blijkt allemaal heel smaakvol.
Na het eten ga ik lezen in de PROG die dinsdag binnenkwam. Ook hoor ik de volgende twee platen uit de Kevin Ayers box. Dan is het alweer bijna elf uur en ben ik moe. Had ik al verteld dat ik moe ben?
–
Woensdag 4 juni:
Zeven uur piept de wekker. Om acht uur loop ik de deur uit en iets voor tienen ben ik in het centraal bureau van mijn werk in Arnhem. De reis verloopt zeer voorspoedig en ik ben op tijd.
Tien uur heb ik een gesprek met iemand van P&O en degene die het hele project rondom mijn functie leidt. Dit gesprek gaat vooral over functie 3 (mbo-niveau, waar alle twintig secretaresses voor gaan) en mijn re-integratie. Stel: ik zou functie 2 (hbo) niet krijgen, hoe sta ik dan tegenover functie 3? En hoe gaat het met mijn re-integratie? Ik vertel dat ik inschat dat ik in functie 3 goed zou kunnen re-integreren; uiteindelijk is het niet wat ik wil. Ik ga voor functie 2. Andere vraag is of ik het sollicitatiegesprek van volgende week aankan: het zal op scherp gevoerd worden en mag de organisatie dit van mij verwachten; doet men mij dan niet tekort? Ik vertel dat de functie 2 voor mij dé kans is; ik wil ‘m niet missen. Ik ga ervoor en daarna zullen we moeten bekijken wat wel en niet kan. Ik begrijp dat de organisatie toch graag per 1 juli de functie wil laten ingaan. Nou ja, we zijn in ieder geval helder naar elkaar toe geweest.
Het gesprek is kort; na een half uur sta ik weer buiten. Ik zoek nog wat mensen op en spreek er nog wat. Dan ga ik weer terug. Om half twee ben ik thuis.
Koffie en bijkletsen. Ik heb geen keuze en ik heb niets te verliezen. Herstel staat voorop, daar moet alles voor wijken. Stel: ik krijg de baan 2 niet, dan ben ik per half september gere-integreerd in mijn oude functie en zien we dan verder; dan zal er een loopbaantraject liggen te wachten. Het is zoals het is. Ik ga volgende week open het sollicitatiegesprek in. Het lijkt rustig in mijn hoofd en volgens mij is het ook zo.
De rest van de dag hoef ik niets. Ik lees voornamelijk. Als ik avondeten ga maken, hoor ik The Smoker You Drink, The Player You Get en So What van Joe Walsh en Yes’ Drama. De curry van kip, courgette, paprika, peper en ui smaakt prima. De salade ook.
In de avond hoor ik de eerste twee platen van de box The Harvest Years 1969-1974 van Kevin Ayers en het is iets voor elven als ik weet dat ik heel moe ben.
Uitermate fijne aflevering van Dirkjan in de krant van vandaag:
–
Dinsdag 3 juni:
De wekker van De Vrouw gaat af om kwart over zeven. Ik lig dan al meer dan een uur wakker. Zij staat op, want ze moet vanmorgen op tijd naar de tandarts. Daarna volg ik. Ik ben dan wel weer als eerste beneden. Dat dan weer wel.
Ik maak koffie en lees de krant. De Vrouw is inmiddels ook beneden en zet de computer aan. Plots roept ze een vies woord. Of wacht, het woord zelf is niet vies; het is misschien een wat platte benaming voor het vrouwelijk geslachtsorgaan. Erachteraan zegt ze luid: ‘De mail doet het niet!’
Ik denk niet: O, lieve help, daar moet ik gelijk iets mee. Ik raak niet in paniek. Ik blijf rustig. Ik zeg: ‘Ik zal er zo even naar kijken.’ Ik lees de krant uit en drink mijn koffie op.
Dan ga ik achter de pc zitten en inderdaad: de mail werkt niet. Ook zie ik wat alarmmeldingen rechts onderin beeld. Met een paar klikjes heb ik de boel hersteld naar een systeemsituatie van twee dagen geleden. Nog opnieuw opstarten en dan: werkt alles weer prima.
De Vrouw vertrekt naar de tandarts. Ik zet Apollo van Brian Eno op en werk dit blog bij. Iets na tien uur wandel ik in de richting van het centrum.
De fiets van De Vrouw die eind januari was gestolen voor een winkel aan de Asselsestraat, ziet eruit alsof er niets mee is gebeurd. Zelfs de regenjas en zuidwester zitten nog in de fietstas. Bij het wegrijden merken we dat er een spaak en de kettingkast los zit. Toch rijd ik er goed mee weg.
We doen nog wat boodschappen in het centrum en rijden dan terug naar huis. In de tuin is het warm; we drinken koffie en niet veel later gaan we lunchen. Erna stap ik nog op de fiets om bij een supermarkt en de Turkse winkel wat boodschapjes voor het eten te halen. Zo rond half vier ben ik weer terug.
Mooi, dan kan ik nog uitgebreid in de tuin lezen. De Vrouw vertrekt naar de paradontoloog. Ik voel me moe, maar tegelijkertijd ook wel weer opgewekt. Het is echt stukken beter dan de afgelopen vier dagen, terwijl de omstandigheden niet echt zijn gewijzigd.
Leuk: aan het eind van volgende week gaan we een paar dagen naar Stockholm; inmiddels is er allerlei contact met au3, bij wie we logeren, maar ook met Annemarieke en Sven én Dennis om elkaar te ontmoeten. Zoals het er nu naar uit ziet, gaat het nog lukken ook. Ik ben me bewust dat we voorzichtig moeten zijn en niet te veel vastleggen of plannen; we zijn allebei ziek en willen het vooral rustig aan doen. We gaan ter plekke kijken wat wel en niet lukt. Ideeën hebben we zat: Hagaparken, boottocht over de archipel, ontmoeting met een hele club, eten bij Mikel Räv in Hökkarängen. En dan wil ik ook nog op zoek naar de tip van Annemarieke: Saltsjöbaden of zoiets. Er gaat een trein vanuit Slussen richting Näcka, zie ik. Dat wordt de reisgids weer nakijken.
De Vrouw is weer terug en ik begin aan het avondeten. Eerst maar eens Tormato van Yes opzetten. De Zoon had gisteren van De Stadsakkers een paar bosjes raapstelen meegenomen en die gaan er nu aan. Ik meng ze met gepureerde zoete aardappelen. Erbij komt rundersaucijs en een salade van witlof, rode paprika en blauwe kaas.
Als de tafel is leeggeruimd en de vaatwasser is gevuld, begin ik met het schrijven in de formulieren van de psych. Het is me heel helder wat er vrijdagavond en zondagmiddag gebeurde; het omzetten naar acties voor mijzelf en mijn gezinsleden is lastiger.
Ik lees verder in Het schervengericht (ben halverwege; het is ondertussen echt een zeer meesleurend boek geworden) en hoor Travels van Metheny Group. Meer muziek zet ik niet op, want de televisie in de woonkamer staat voor mij luid en ik kan me niet concentreren op wat ik lees. Iets na half elf ben ik zo moe, dat ik naar bed ga.
O wacht, hier is mijn e-Reader die ik zaterdag 24 mei kocht en het tablet van De Vrouw met de hoes die tegelijkertijd een toetsenbord is:
–
Maandag 2 juni:
Ik heb de wekker om zeven uur gezet. Vind je het vreemd dat het ding om precies zeven uur piept? Ik eigenlijk niet. Vannacht ben ik een paar keer wakker geweest, maar toch heb ik goed en diep geslapen. Met moeite kom ik uit bed.
De Zoon is al beneden. Hij heeft altijd de radio aan. Ik vind het verschrikkelijk lawaai, maar kan me er voor afsluiten. Na een kwartiertje ben ik alleen. Ik lees de krant, drink koffie en ga naar het werk.
Onderweg is het fris, maar zonnig. Ik voel me rustig. Op het werk zet ik eerst maar eens Relayer van Yes op. Zo. Vervolgens handel ik mail af en heb ik contact met een collega over mijn eigen digitale dossier. Met de collega spreek ik langer dan een uur; we hebben allebei gesolliciteerd naar een nieuwe functie, dus er valt veel uit te wisselen. Verder maak ik mail naar een manager in Arnhem over de voortgang van het Digitaal Handboek dat ik al enige jaren beheer; het ding lijkt gepasseerd door recente procesbeschrijvingen van een andere afdeling, dus afstemming lijkt me wel goed. De dingen die ik vanmorgen had willen doen (verder opruimen, ordenen en wegmikken) komen er niet van, maar dat is geen ramp: tot 1 september zijn er nog werkdagen zat. Bovendien wil ik wel wat verdiepender aan het werk.
Ik voel me rustig, niet opgejaagd of gespannen.
Na drie uren werken en Invitation van California Guitar Trio stop ik. Op naar de markt voor kaas. De komende maan- en donderdagen ben ik niet in de gelegenheid om de kraam te bezoeken, vandaar.
Thuis tref ik De Vrouw. Zij heeft haar nieuwe tablet in huis gekregen, samen met een beschermhoes annex toetsenbord. Het ziet er leep uit. Ze vertelt over een collega; haar man heeft een diagnose ‘ongeneeslijk ziek’ gekregen. Ik merk dat ik plots heel emotioneel word; denk aan de mogelijkheid dat ik zelf dood ga en voel enorme angst. Gelukkig zakt het snel. We drinken samen koffie in de tuin en aansluitend lunchen we.
Ik wandel naar de hoorwinkel op De Eglantier. Mijn gehoorbeschermers sluiten nog goed af en werken uitstekend. Mooi. Volgend jaar weer laten controleren.
Weer thuis ben ik even alleen en ga ik in de tuin zitten lezen. Eerlijk gezegd ben ik doodop. De Vrouw komt terug van fysiotherapie. Ik vraag of ze zin heeft om te koken. Dat heeft ze niet. Dan doe ik het. Is ook wel goed, dan heb ik wat te doen en stort ik niet in.
Ik maak een saus van ui, bosknoflook, paprika (uit de tuin!) en gepelde tomaten, met vijfkruidenmix, die ik laat inkoken. De broccoli had ik al gekookt en de pangasius ligt te ontdooien. De Zoon komt thuis van De Stadsakkers en heeft een grote bak soep meegekregen. Ook goed. Ik kook rijst. De Vrouw maakt een salade van komkommer, bosui, avocado en ijsbergsla.
We eten de soep en ondertussen warmt de broccoli en de vis in de saus. Uiteindelijk smaakt alles zeer goed. Het is nog vroeg als we alles weer hebben opgeruimd.
Ik lees nog een uurtje in de tuin. Dan vind ik het fris worden en ga ik naar binnen. We kijken het journaal. Erna ga ik achter de computer. Bij de cd Gravitas van Asia zat een dvd; die heb ik nog niet bekeken. Hij is heel kort en valt wat tegen. Veel beter is de We Live Here dvd van Pat Metheny Group uit 1996.
Inmiddels is het elf uur. Ik heb het nog lang volgehouden. Het is weer rustig in de kop. Ik ga naar bed.
–
Zondag 1 juni:
Vroeg wakker. Op zich wel aardig geslapen, maar vanaf zeven uur lukt het niet meer zo. Dan maar eruit om half negen.
Het lijkt aardig weer buiten, al is er meer bewolking dan gisteren. Ik ga naar buiten voor mijn wekelijkse wandelrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.
Ik voel me gespannen, angstig. Geen idee waardoor het precies komt. Denk de situatie rondom werk; dat maakt wellicht dat alle andere kleine tegenslagen me zo aangrijpen.
Als ik thuis ben, kan ik het onder de koffie met De Vrouw erover hebben. Ik huil. Vandaag wil ik de opdrachten van de psych op papier gaan maken. Eerst ga ik grasmaaien, dan de brunch maken, die opeten en de droger goed schoonmaken.
Van die planning komt deels iets terecht. Het gras is zo gemaaid. Daarna drinken we nog een keer koffie in de tuin. Ik merk dat de spanning weer naar boven komt en huil.
Vervolgens maken we de lunch klaar. Als we aan tafel gaan, heeft De Vrouw een bietensalade met haring gemaakt. Ik maak een enthousiaste opmerking over ons komende bezoek aan Stockholm. De Zoon zegt iets waaruit kortaf zijn desinteresse blijkt. Ik kan hier niet op reageren; het raakt me enorm en voor ik het weet huil ik. Ik moet hard werken om niet van tafel te lopen; het lukt me om over de ergste paniek heen te stappen. Zowaar, ik kan ook nog een broodje eten.
Na de lunch sleur ik nogmaals de wasdroger uit de kast en zet ‘m op tafel. Een grondige schoonmaakbeurt volgt, compleet met stofzuiger en al. Als alles na een half uurtje weer op z’n plek staat, gaat er een handdoek in en test ik of het weer werkt. Terwijl het apparaat raast, ga ik buiten in de zon zitten lezen in Het Schervengericht.
Krijg nou wat. De wasdroger werkt weer goed. Zorgvuldig onderhoud blijkt dus de oplossing. Alert op zijn, voortaan.
Aan het eind van de middag begin ik met de voorbereidingen voor het avondeten. Ik kook de pastinaakplakken, bak spekblokjes, stoof kort zuurkool met kummel, doe alles in laagjes in een ovenschaal en bedek het met geraspte kaas. Als de schaal in de oven staat, bak ik verse worst en maak ik een salade.
Naderhand ruim ik af en op. Halverwege overvalt de vermoeidheid me. Ik sta op het punt in wanhoop uit te barsten. Gelukkig is De Vrouw er en samen maken we het karwei af.
Ik ga weer achter de computer zitten. Er is veel contact met Stockholm. Over anderhalve week gaan we een heel lang weekend logeren in het appartement bij au3 en in dat weekend willen we graag Annemarieke en Sven ontmoeten. Bengt wil ons ook zien en Dennis is eveneens betrokken in allerlei ideetjes. Plannen beginnen te rijpen.
Ik kijk de laatste twee afleveringen uit de tweede serie van O’Hanlon’s Helden. Ha, nu ik ze zo allemaal in korte tijd bekijk, ontdek ik dat het wel wat ‘gedramatiseerd’ is; soms is het wat overgeacteerd wat O’Hanlon doet. Maar ik blijf het hoogst vermakelijk vinden en inhoudelijk begrijp ik zijn fascinatie voor zijn helden en hun daden. Een schat aan werk dat ik wel eens zou willen lezen, ligt nog op me te wachten.
Om kwart over negen ga ik weer in de keuken zitten. Het geluid van de televisie die De Zoon en De Vrouw zitten te kijken, komt luid bij me binnen. Geen muziek vandaag. Aan de keukentafel blader ik het boek over O’Hanlon’s helden nog eens door en lees ik een hoofdstuk uit Het schervengericht. Dan is het tien uur geweest. Ik ben uitgeput en moet naar bed, wil ik niet in paniekerig gehuil uitbarsten.
(De ‘huiwerkpapieren’ van de psych heb ik nog niet ingevuld; dat wil ik nog wel!)
–
Zaterdag 31 mei:
Ik sta op om negen uur. De was zet ik aan, ik ruim de vaatwasser uit, ik begin aan de kranten. Halverwege de ochtend fiets ik naar de markt voor cranberry’s en vis; op de terugweg langs de Turkse winkel.
De rust in mijn hoofd lijkt weer terug. Ik moet veel moeite doen om mijn spanning te parkeren. Op de situatie rondom werk heb ik geen invloed meer; het is zoals het is. Doodeng blijft het.
Het is heel mooi weer; ik ga in de tuin zitten om wat verder te lezen. We lunchen. Daarna wandelen De Vrouw en ik via het Matenpark naar De Eglantier. We kopen pastinaken en lopen weer terug. In de tuin lees ik in Het Schervengericht van A.F.Th. van der Heijden. Uit de stereo klinkt Bachata Roja – Acoustic Bachata from the Cabaret Era en Cartagena! – Curro Fuentes & The Big Band – Cumbia and Descarga Sound of Colombia 1962-72. Oude meuk uit Midden-Amerika: blijft gaaf.
Eten maken. De Turkse gehaktschotel met spinazie, wordt het. Met een salade. Hij lukt goed.
In de avond kijk ik weer twee afleveringen van de tweede serie O’Hanlon’s Helden. Tussendoor blijkt de wasdroger het niet te doen, net zoals vorig weekend. Ik sleur hem weer uit de kast, schroef ‘m open en druk een of ander knopje in. Het is vreemd, want op zich was hij niet heel vol geladen, zoals andere keren dat hij ’t begaf. Als het apparaat terug op z’n plek staat, schakel ik ‘m weer in. Na een uurtje weet ik: weer alleen koude lucht. Ik hang de was onder de carport en boven op.
Inmiddels is het bijna elf uur. De Vrouw en De Zoon bekijken een of ander grappig tv-programma en lachen veel. Zelf zit ik de dvd te bekijken op de computer met de hoofdtelefoon op en ik kan mijn eigen programma niet goed horen. Ik zet hem af en wil naar de keuken gaan om daar nog te lezen, maar ik merk dat ik alle geluid ervaar als lawaai.
Het gaat even niet goed. Ik ga naar bed.
Achtentwintig weken.