Vrijdag 3 oktober:
Ondanks de mist gaat vanmorgen de busrit voorspoedig, dus ben ik lekker op tijd op de nieuwe werkplek.
De hele dag verloopt soepel, overigens. Ik kan heel veel volgens mijn planning doen en schiet met allerlei klussen enorm op. Tussendoor een rondje lopen in het zonnetje door de weilanden en de bossen.
Om vijf uur ben ik thuis en ik wandel door hetzelfde zonnetje naar de supermarkt op de hoek voor een klein boodschapje. Weer terug zet ik de deur naar de tuin open en ik ga het eten voorbereiden. Een beenham, aardappels bakken en een joekel van een sla maken. Waarom ook niet? Erbij hoor ik Live in America (Transatlantic). Waarom ook niet?
De Vrouw is om kwart over zeven thuis en dan kunnen we aan tafel. Daarna kunnen we natafelen. Uiteindelijk blijf ik achter in de keuken met Dirty & Beautiful (Gary Husband) en lees ik tot het kwart voor elf is geweest.
Gisterenmiddag zo rond het middaguur bleek ik erg moe. Vandaag overdag lukte het goed tot half vier in de bus.
–
Donderdag 2 oktober:
De bus is veel te vroeg. Het blijkt de vorige bus te zijn, die vertraagd is. Ik hoef niet te betalen voor de rit. Mooi. Niet mooi is dat de A50 is afgesloten; de bus moet terug en via Beekbergen de snelweg op. Hierdoor ben ik uiteindelijk niet om tien voor acht, maar om tien over acht op het werk. Er ligt veel en ik kan ook veel doen. Ik kan ook heel veel niet doen en dat vind ik wel lastig. Nou ja, morgen is er nog een dag. Gelukkig zijn er niet al te veel prikkels om me heen en kan ik mijn aandacht goed richten op de dingen die ik wél kan doen. Iets voor twaalven geeft mijn lijf een signaal: ik ben zeer moe. Dat heb ik deze week nog niet gehad, overdag. Gelukkig kan ik tussen de middag een half uurtje wandelen.
In de middag is er een overleg waar ik bij ben om verslag te leggen. Met moeite houd ik mijn aandacht erbij. Het lukt. Als ik om half vier bij de bushalte sta, merk ik dat de energie écht weg is. En toch: ook op straat kom ik leuke dingen tegen.
Om vijf uur thuis eerst maar eens uitblazen. De Vrouw gaat naar haar werk. Ik draai Second Nature (Flying Colors). Dan stort ik me op het eten. Het wordt een groentecurryachtige prut van ui, courgette, pastinaak en veldsla met currykruiden. Daarnaast bak ik varkenshaas en monteer ik fruitsla van mango en meloen. We horen Time (Electric Light Orchestra).
Als alles weer is opgeruimd, zit ik in de keuken. Ik lees de krant, in het boek van Oek en luister naar Live in Paris – 28.05.1975 (Fripp & Eno). Waarom ook niet? Ik ben moe.
–
Woensdag 1 oktober:
Ik sta om half negen beneden. Klaar voor vandaag. Buiten gaat het mooi worden, geloof ik. Ik neem koffie, ruim de vaatwasser uit, stop Always With You (Rick Wakeman) en Soil Festivities (Vangelis) in de speler (niet tegelijk) en lees de krant. Goh.
Halverwege de ochtend ga ik een rondje fietsen. Uiteindelijk beland ik in de biologische winkels en rijd ik via de supermarkt en de Turk terug naar huis. Buiten is het lekker en ik ga er even zitten lezen. Dan eet ik een boterham. Eén? Wel vier snedekes pompoenbrood neem ik tot mij, belegd met veldsla en een heleboel verschillende kazen.
De Vrouw vertrekt voor de rest van de dag naar een bijeenkomst elders in het land en ik ga de plafondlamp die ze vorige week kocht terugbrengen naar de winkel. De verdere middag is het rustig thuis. Ik kook wat pompoen, zodat ik daar later koekjes van kan bakken. Wat? Ja, echt. Ondertussen hoor ik Belighted (iamthemorning) en Emerson Lake & Palmer (Emerson Lake & Palmer, de Steven Wilson remix en alternate version). Nog weer wat later maak ik het eten voor De Zoon en mijzelf. Verse tagliatelle met een gehakt-tomatensaus vol paprika en courgette, plus parmesan. Ouderwets goed. Ook goed is Bitches Brew (Miles Davis) die de kook- en eetactiviteiten begeleidt. En die koekjes? Die zijn bijzonder lekker, vooral met (veel) poedersuiker.
Na het eten zie ik het journaal en dan zet ik de dvd op die meekwam met Live in Holland 1976 (Little Feat). Leuk om dit Pinkpop-optreden te zien met Lowell George in sublieme vorm en het malle hoge podium dat is afgezet met het buizenframe. Ten slotte ga ik nog iets lezen en hoor ik Beyond Even (1992-2006) (Fripp & Eno).
Het was een ontspannen dag die me goed heeft gedaan. De stap van vijf naar zes uur op een dag werken, enkele weken geleden, was een zware, zo bleek. Nu ik de stap van zes naar zeven uur op een dag heb gemaakt, lijkt die makkelijker te gaan. Ik moet nog bekijken hoe het de andere twee dagen van de week gaat, maar tot nu toe gaat het goed. En niet onbelangrijk: een rondje fietsen en/of wandelen ontspant me daadwerkelijk. Die ga ik er echt inhouden. Wacht, was dat niet ook het advies van de psycholoog? (Niet verder vertellen.)
Half elf ben ik wél moe!
–
Dinsdag 30 september:
Ondanks alles toch weer vol goede moed aan het werk. Ik ben er weer vroeg en kan er veel doen, volgens planning maar ook allerlei klussen ad hoc. Het voelt niet als enorme druk, tussendoor kan ik even ademhalen en om een uur loop ik een rondje buiten.
Ik laat me niet gek maken. Van de twee collega’s die ik spreek, moedigt me de ene me aan om voor mezelf op te komen en de andere om het spel vooral mee te spelen: ik kan wat onverschillig overkomen (‘het is maar werk’) en zou beter uitstralen dat ik er helemaal voor gá! (Waarom ga ik hier nu zo zitten schreeuwen?)
Ondanks de volle dag ben ik nog niet heel moe als ik om bijna half vier de driehonderd meter naar de bushalte ren. Rén! Eerder hield ik nog geen vijftig meter vol, maar nu kan ik de hele ruk maken, zonder doodop en hijgend als een hert die bus in te strompelen.
Om vijf uur ben ik thuis. Ik lees de krant in de tuin en ga dan eten maken. Into The Maelstrom (Big Elf) en Live in Holland 1976 (Little Feat) maar weer eens in de speler gedaan. Dat eten, dat wordt een curry van kiphaasjes, paksoy, paprika en peper. Ernaast maak ik de wortelsoep heet, eten we het restje moussaka van gisterenavond en presenteer ik een salade van veldsla, tomaat, komkommer en bosui.
Na het eten zie ik het journaal en daarna ga ik aan de keukentafel zitten lezen. Ja, nu is alle energie weg. Ik hoor Impressions (Lunatic Soul) en Ambient 1: Music For Airports (Brian Eno).
–
Maandag 29 september:
Het gaat! Onderweg naar het werk ben ik opgewekt. Ik blijf het bijzonder vinden dat mijn stemming zo wisselend kan zijn.
Ik ga vol goede moed aan de slag. Er komen allerlei dingetjes onverwachts en die handel ik af. Ook heb ik een gesprek met mijn leidinggevende. Die zit erg op de toer van: ‘Wat nou als het jouw bedrijf was? zou je het dan erg vinden als je veel moe was, als de balans tussen werk en privé wat minder is? waar begint je eigen verantwoordelijkheid?’ En: ‘O, heeft de manager van personeelszaken gezegd dat de organisatie een inspanningsverplichting heeft om jou passend werk aan te bieden? En wat ga je zelf doen?’ Echt helpend is het niet; eerder ervaar ik het als extra belastend. Zo zijn er nog wel meer onderwerpen waar ik weinig tot geen begrip voor krijg en het probleem terug in mijn schoot terecht komt. Ik laat me nogal overdonderen en het lukt me niet goed om duidelijk te maken wat ik nodig heb. Toch ga ik vanaf nu zeven uur per dag werken: zes uur hersteld (totaal 24 per week) en vier uren AT.
Thuis fiets ik naar de Turkse winkel voor wat fruit en groente en daarna ga ik moussaka maken.
Het resultaat mag er zijn. Goede schotel, al heb ik het recept gepikt uit het blaadje van de biowinkel. Ondertussen hebben we Mr. Fantasy (Traffic) en SMPTe (Transatlantic) gehoord. Ik lees de krant aan de keukentafel en daarna in het boek van Oek. Wat me opvalt: ik ben pas aan het begin van de avond zeer moe. Als Sonic Boulevard (Tomas Bodin) is afgelopen, is het half elf. De genadeloze pieptoon in mijn hoofd is nadrukkelijker aanwezig dan ooit.
–
Zondag 28 september:
Kwart over negen ben ik beneden. Ik ben vannacht een paar keer wakker geweest, maar heb toch ook redelijk geslapen. Eerst maar eens The Equatorial Stars (Fripp & Eno), dan koffie, de vaatwasser en de was. Later, als Dark Intervals (Keith Jarrett) opstaat, boen ik de plee.
Halverwege de ochtend loop ik naar buiten voor mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal. De zon schijnt en het is uitstekend weer.
Plots sta ik op de hoek van de straat te huilen en ik weet niet eens goed waarom. Allerlei gedachten stapelen zich op. Ieder moment van de dag blijf ik geconfronteerd met hoe het met mij gaat. Ik ben het zo moe, ik ben het zo zat. Het lijkt allemaal zo uitzichtloos. Daarbij vraag ik me voortdurend in hoeverre alles nog enige zin heeft. Wat zijn de dingen die er werkelijk toe doen? Ik weet zo niets. Ik vind ook bijna niets meer echt leuk. Ik sta op, ga wel of niet werken, doe mijn dingen. ’s Avonds lees ik een boek en hoor ik een muziekje; eigenlijk is dat het enige wat me amuseert. Verder? Dat ik hier nu sta te huilen, wat betekent dat? Dat ik nog altijd niet veel verder ben? Sta ik op een keerpunt in mijn leven? Wat moet er dan veranderen?
Tijdens het lopen wordt het wel rustiger in mijn hoofd en kan ik om mij heen kijken.
Weer thuis tref ik De Vrouw, die gelijk aan mij ziet dat het niet goed gaat. In de tuin drinken we koffie en ik huil. Tja, als ik wat bezig ben, dan gaat het wel. Dus ga ik bezig. Lunch maken, bijvoorbeeld. Tijdens die lunch horen we The Grand Scheme Of Things (Steve Howe).
Erna rijdt De Zoon ons naar Wenum-Wiesel. Bij de Koperhoeve is een Wild Fair. Dat is een mooi woord voor een openluchtwinkel waarvoor je moet betalen om naar binnen te mogen. De opbrengst is voor het goede doel Stadsakkers, dus het tientje entree de man vergeten we maar even. Het is er redelijk druk en we slenteren er een uurtje rond. Dan gaan we weer terug.
Thuis zit ik even in de tuin in het laatste zonnetje. Dan ga ik naar binnen. Terwijl Hidden (Jungle By Night) en Juice (MSMW) speelt, kook ik. Een pikant wortelsoepje, dit keer. Met texasburgers, knoflookyoghurt en een salade van komkommer, tomaat, mozzarella en basilicum.
Om half acht is het donker. Ik maak voor De Vrouw haar lunch voor morgen: de linzensalade met rode ui, tomaat en knoflook. Dan ga ik aan de keukentafel zitten lezen met Belighted (iamthemorning) en Upojenie (Pat Metheny & Anna Maria Jopek). Dan ga ik naar bed, hoe vroeg het ook is.
–
Zaterdag 27 september:
Ik slaap tot acht uur en dan ben ik wakker. De was gaat aan, de vaatwasser leeg, de koffiemok vol, The Gates Of Paradise (Robert Fripp) in de speler. Ik werk de webstek bij en lees een krant. De pieptoon is nadrukkelijk aanwezig in mijn hoofd. Dat was-ie gisteren overdag ook al. Het maakt dat ik de wereld als beklemmend ervaar. Als ik bezig ben, merk ik het niet zo. Vooruit, we doen Pie Jesu (Robert Fripp) en Cruel Destino (Titina) ook nog in de speler.
Halverwege de ochtend wandel ik langs het kanaal naar de Turkse winkel en koop daar brood en fruit. Het is inmiddels prachtig weer: de zon schijnt en de temperatuur is aangenaam. Dat wordt de rest van de dag ook buiten zijn.
Als ik terug ben, ga ik ook daadwerkelijk in de tuin zitten. Kop koffie erbij. Plots overvalt me iets. Ik weet niet wat het is, maar het is iets angstigs en maakt me emotioneel. Is het te druk? Ga ik te snel? Leg ik mijzelf druk op? Verwacht ik te veel van mijzelf?
We lunchen met brood en kaas en sap en fruit. Ondertussen klinkt Lunático (Gotan Project), Toltec (Jon Anderson) en Grand Southern Electric (DeWolff). Na de lunch zit ik weer even buiten en bekruipt dezelfde angst me opnieuw. Ik laat wat techniekjes erop los, zoek wat afleiding en het gaat weer. Toch zie ik het als een duidelijk signaal. Ik ben er nog niet en wil verder zoeken naar ontspanning. Met De Zoon mee naar zijn allereerste keer carwash, bijvoorbeeld.
De Vrouw heeft een plafonière gekocht voor de slaapkamer. De oude is een week of wat geleden kapot gegaan. Ik ga op onderzoek uit om deze nieuwe te monteren, maar moet mijn poging staken. Gaten boren in het plafond is nodig en bovendien is de beschrijving niet helder. Het levert me een boel gepieker op en ik besluit dat ik dit niet nu moet doen. Waar is die ouwe lamp (slechts een fitting, een kabel en een kroonsteentje) die jarenlang met een peertje erin in de badkamer hing? Wordt vervolgd. (Liever niet.)
Ik kan nog drie kwartier in de tuin zitten om te lezen. Het is er nog zonnig en prettig. Dan ga ik naar binnen. Ik zet Katakofti (Amsterdam Klezmer Band & The Galata Gypsy Band) en Paléo (La Chiva Gantiva) op en start met het eten. De pompoenrisotto ven gisteren, plus scharrelkipfilet in sojasaus met paprika uit de tuin, champignons en courgette, en daarnaast een salade van rucola, komkommer, tomaat en bosui. En het is allemaal zó op!
De boel is weer opgeruimd en we kijken het journaal. Daarna lees ik aan de keukentafel en hoor The Elements (King Crimson). Volgens mij gaat het weer rustiger. Niet, dus. Als ik in bed lig, overvalt me de angst. Ik slik het verdriet om de zinloosheid weg. Toch val ik in slaap.
Vijfenveertig weken.