–
Vrijdag 22 februari: van Luxemburg-Stad naar Apeldoorn + Raymond van het Groenewoud in De Grote Kerk, Apeldoorn
De wekker gaat om half zeven. Dik een uur later checken we uit. We lopen nog een keer naar de bio-ontbijttent. Daar drinken we koffie en sap; de broodjes en salades nemen we mee voor onderweg. Om half negen zijn we op het station. Veertig minuten later vertrekt onze trein naar Brussel. Daar hebben we om 12.40 uur een overstap naar Schiphol. Om 15.30 uur zitten we in de trein naar Apeldoorn en nog voor vijven checken we uit. Op het stationsplein bezoeken we een grillrestaurant voor een redelijk snelle hap: voor mij falafel met salade. Half zes thuis. We maken de koffer leeg en ik haal het groentepakket op. Dan een half uurtje uitrusten. Kwart over zeven lopen we naar de Grote Kerk. Daar speelt Raymond van het Groenewoud een intieme voorstelling. Hoe groot is hij in het kleine. Het is mooi, verstild, soms uitbundig, vaak geestig. Half elf wandelen we terug naar huis. Even uitblazen en naar bed.
–
Donderdag 21 februari: Luxemburg-Stad
Ook vanochtend zijn we pas na tien uur buiten. Opnieuw naar de bio-ontbijttent Exki voor koffie, sap, broodjes en (bietenhumus)salade. Dan wandelen we weer door de zon naar de oude stad. Eerst zien we de justitiegebouwen en het uitzicht vanaf daar. Dan lopen we door naar het Museum voor geschiedenis en kunsten. Daar is heel veel moois te zien. Het museum kent tien verdiepingen, waarvan de meesten ondergronds in de rotsen zijn uitgehakt. Hoogtepunt is een enorme mozaïekvloer uit Vichten van eeuwen geleden (240 nC). Tussendoor drinken we koffie en eten we worteltaart. Ik wil heel graag de aanwezige werken van Picasso en Matisse nog zien, maar de afdeling moderne kunst is gesloten. En dus staan we halverwege de middag alweer buiten. We lopen nog een keer naar het uitzichtpunt van de Casemates du Bock en het naastgelegen ‘mooiste balkon van Europa’ voor het uitzicht. Via via komen we weer op het Place d’Armes en daar drinken we koffie en thee. Dan gaan we langzaam terug naar het stationskwartier en daar zoeken we een eettent voor vanavond. Rond vijf uur zijn we in onze hotelkamer om wat uit te rusten. Twee uur later lopen we naar de Griek Yamaz bij het Place de Paris. Ik eet deegflapjes gevuld met spinazie en feta, vervolgens lamskoteletten en baklava. Eind van de avond belanden we opnieuw in het hotelcafé voor een afsluitend drankje en om half elf gaan we naar onze kamer.
–
Woensdag 20 februari: Luxemburg-Stad
Er gaat geen wekker. Toch zijn we om tien uur buiten. Ook bij dit hotel hebben we geen ontbijt geboekt. Om de hoek hebben we een biozaak (van dezelfde keten Exki als in Brussel) gezien. Daar nuttigen we koffie, sap, broodjes en salades. Vervolgens wandelen we door de zon naar het centrum, maar we gaan voor de brug naar beneden de wijk Grund in. Van bovenaf hebben we de buurt al gezien, maar niet dat het zo schilderachtig is. Er is veel te zien. We komen bij het Museum voor natuurhistorie, dat we bezoeken. Het is niet groot, maar wel leuk en interessant. Aan het einde van onze rondgang drinken we koffie en eten we kaascake. Naast het museum ligt de Eglise en bijbehorende abdij. Eromheen de kazematten. Die bekijken we en langzaam klimmen we weer omhoog tot bij de brug. Daar kijken we uitgebreid rond over de omgeving. Er is echt heel veel te zien. We wandelen de Oude Stad weer in en slenteren door de smalle straatjes. Op het Place d’Armes drinken we (peperdure) koffie en thee. Dan lopen we naar de Cathedrale Notre Dame. Er is net een dienst afgelopen en we nemen een kijkje binnen. Via de zuidzijde verlaten we het centrum. We nemen de andere brug, Pont Alfonse, en komen uit bij het Place de Paris in het stationskwartier. Gaan we de Hema in? We gaan de Hema in. Heel even. Dan weer terug naar het (naastgelegen) hotel om daar uit te rusten. Het is tenslotte vijf uur geweest. Tegen zevenen kijken we in de buurt rond of we een geschikte eettent kunnen vinden. Een Vietnamees, wordt het. Ik eet deegrolletjes gevuld met groenten en mie, rundvlees met rijst en salade. Het gedoe met stokjes blijft wennen, maar het lukt me. Binnen een uur zijn we klaar en staan we buiten. Niet leuk. Op de terugweg gaan we in een nogal lawaaierig jongerencafé iets drinken. Eén drankje dan, dan snel weer weg. De hotelbar is rustig en net zo fijn. We zijn op tijd weer in onze hotelkamer.
–
Dinsdag 19 februari: van Brussel naar Luxemburg-Stad
Want om kwart over zes gaat de wekker. Anderhalf uur later zijn we uitgecheckt. We halen ontbijt bij de biozaak op het Brouckèreplein en duiken het metrostation in. Hoe kom je aan een kaartje? Een meneer van de reiniging doet het voor. Ach zo. Aardig. Maar alleen in België verzinnen ze een automaat met draaiknoppen. Het is twee haltes naar station Brussel-Noord. Waar komt onze bus? We zoeken en vinden de halte ook nog. Ik haal snel koffie bij net zo’n Exkibiozaak; we hadden hier dus ook kunnen ontbijten. Vijf voor negen rijden we. Stipt tien voor twaalf stappen we uit bij het station van Luxemburg-Stad. We drinken koffie tegenover het station en lopen dan tweehonderd meter verder naar ons hotel. We zijn bijna drie uur te vroeg en onze kamer is nog niet klaar. Van de vriendelijke Karla mogen we de koffer stallen en we wandelen naar het oude centrum. In de biozaak Indipendent bestellen we een lichte lunch: omelet te en Mexicaanse burger. Dan wandelen we rond: van het het Place du Institucion via winkelstraten naar de twee pleinen Place d’Armes en Place Guillaume II. Daar rusten we in de zon. In de toeristenwinkel is geen kip, behalve vier medewerkers die zich allen voor ons inzetten. We kopen een gidsje van de stad en slenteren langs Palais Grand-Ducal met de marcherende militairen (2) naar de Oude Stad. Daar werpen we een blik in Eglise St.Michel en nog veel meer blikken vanaf de Casemates du Bock op de Grund en het Pfaffenthal. In een (Japanse) bar drinken we iets en dan gaan we terug naar het hotel. Het is vijf uur. In onze eenvoudige en nette kamer rusten we uit. Tegen zevenen gaan we op zoek naar een restaurant. Op het Place de Paris vinden we La Fontaine. We eten er beef stroganoff die heel goed is. Meer eten past er niet in. We gaan in het hotelcafé nog iets drinken en uiteindelijk weer op tijd slapen, want we zijn zeer vermoeid.
–
Maandag 18 februari: Brussel + Steven Wilson in het Nationaal Circus
We doen rustig aan. Rond half elf zijn we op straat. Aan de overkant van het Brouckèreplein zit een biobrasserie-ontbijtzaak-lunchroom Exki. Daar kopen we broodjes en koffie en salade, zeer goed. Erna gaan we het centrum weer in: eerst de Hubertushallen, dan de Kunstberg op de Bovenstad in. Bij het Koningsplein rechtsaf, naar de Kleine Zavel en de O.L.-Vrouwe-ten-Zavelkerk. Op het plein de Grote Zavel drinken we koffie. Dan gaan we weer terug naar de Benedenstad. We zien de beelden van Jacques Brel en Manneken Pis en komen uit op het plein bij de Muntschouwburg. Daar zit om 15.00 uur MariekeK op het terras van Café de l’Opéra. Ze woont sinds enige tijd hier in Brussel en we praten bij. Een uurtje later gaat zij verder met werken en verhuizen wij naar binnen voor het diner. We eten steak nature met Roquefortsaus. Vervolgens brengen we de tas en overbodige spullen naar de hotelkamer. Dan lopen we via de grote Cathedrale omhoog naar het Cirque Royal. Er staat al een fikse rij. Toch zijn we snel binnen en we weten goede zitplaatsen te bemachtigen. Ik haal munten, boodschappen (tourshirt en Adam Holzman’s Truth Decay). Paul Draper verzorgt samen met een andere gitarist het voorprogramma. Oei, het geluid is niet zo goed: schel, stadiongalm, pijnlijk. Maar na nog geen half uurtje is het klaar en al snel begint waar we voor komen: Steven Wilson! De gitaren zijn luid, maar verder klinkt alles warm en mooi, ik kan alle instrumenten goed horen. Al snel blijkt de held van de show Adam Holzman te zijn; zijn Moogsolo in Home Invasion en Regret # vroeg in het concert is het eerste kippenvelmoment, daarna volgen er meerdere pianosolo’s waar ik zeer onder de indruk van ben. Er zitten een paar mooie verrassingen in de setlijst. Index, Get All You Deserve. De eerste toegift kent een geinig akoestisch deel met piano en gitaar: Blackfield en Sentimental. We zien dat de band veel lol heeft in het spelen, na een jaar touren is het duidelijk nog geen verplicht nummer. Alles bij elkaar: prachtconcert, ik ben blij dat we het gedaan hebben. Na afloop drinken we nog water en dan gaan we gelijk terug naar het hotel en naar bed.
–
Zondag 17 februari: van Apeldoorn naar Brussel
Kwart voor zeven op. Koffie. Twee uur later zijn we eigenlijk al klaar voor vertrek, maar we nemen de trein van kwart over tien. We reizen eerst naar Schiphol, daar pakken we de rechtstreekse naar Brussel. Precies volgens plan zijn we er (13.00 uur). Ons hotel is op het Brouckèreplein. Dat ligt helemaal open. We zijn vroeg, maar onze ruime kamer is beschikbaar. Hotel Metropole blijkt een legendarisch, nogal statig hotel te zijn, vol marmer, kroonluchters en rood pluche. Als we de spullen hebben gedumpt, wandelen we via de Nieuwstraat naar plein Rogier. Hier nemen we bij een koffietentje een kleine lunch. Dan gaan we op zoek naar de botanische tuin. Veel botanisch is er niet te zien in de Kruidtuin, maar het park en de omliggende gebouwen zijn mooi om te zien. We gaan via het Brouckèreplein en de Munt naar de Grote Markt. Daar (en in de rest van de stad) is het een drukte van belang. In een van de historische gebouwen op het plein drinken we iets. Inmiddels wordt het donker en we zien het begin van het kleurrijke lichtspel op het stadhuis en de omliggende panden. We gaan op zoek naar dat ene Indiase restaurant en we vinden het snel. Op tafel komen vegetarische samosa, gefrituurde groenteballen in roomsaus met knoflooknaan en het traditionele nagerecht laddu. Tien uur zijn we terug in het hotel. Het is vroeg, maar we zijn moe van het reizen en toe aan slapen.
Muziek vandaag: Rosetta (Vangelis), The Sun Will Dance In Its Twilight Hour (Wilson & Wakeman), Stripped (Wilson & Wakeman)
–
Zaterdag 16 februari: Onze Vader viert zijn 85e verjaardag
Kwart voor acht wakker. Koffie. Meer koffie met De Vrouw. Wat klussen. Nog meer koffie met De Vrouw. Kwart voor elf gaan we naar beneden. De Zoon haalt ons op. We rijden naar het Oude Ambacht & Speelgoedmuseum in Terschuur. Half twaalf; precies op tijd. Niet veel later is Onze Vader er ook, met al zijn kinderen en kleinkinderen. En er komt meer bezoek: zijn broer en zusters, aanhang, neven en nichten, vrienden en bekenden. In totaal bijna veertig man. We lunchen eenvoudig. Ik heet iedereen welkom en vertel dat ik niet zo trots meer ben op mijn Vader als vijf jaar geleden. Ik vertel over de goede dingen van de afgelopen vijf jaar, van de moeilijke dingen, van de zorgen om zijn gezondheid, maar ook van hoe hij het redt en zijn best doet om te aanvaarden dat het niet zo gemakkelijk meer gaat; kortom: ik ben niet meer zo trots als vijf jaar geleden, ik ben juist nog veel trotser op hem. Daarna gaan we het museum in. Er is veel te zien en het levert veel herinneringen en verhalen op. Mooi. Aan het eind van de middag drinken we nog wat met elkander. Dan nemen we afscheid van iedereen. Vervolgens rijden we met Onze Vader en de kinderen en kleinkinderen naar een hotel-restaurant vlak bij Apeldoorn. Daar eten we gezamenlijk. Na afloop is Vader dankbaar en blij; hij heeft een mooie dag gehad. We zijn rond half negen thuis. Nog heel even napraten. Dan zet ik de foto’s van vandaag over naar de harde schijf, werk de webstek bij en luister nog iets. Rond kwart voor elf lig ik in bed.
Muziek vandaag: Live At The NCH (The Gloaming), Weir Keeper’s Tale (Wilson & Wakeman), Skald (Wardruna)
Foto’s volgen nog.