bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

10-08-2019

Het vuur ontketend (13) (slot)

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 07:16

“Voor de laatste keer!” klonk de stem van achter de voordeur. “Doe open! We weten dat u thuis bent!”
Héél even bedacht ik me dat ik die twee wel zou kunnen overmeesteren. Misschien zou ik een pistool te pakken kunnen krijgen. Maar nee, ik besloot het risico niet te nemen. En dat was maar goed ook. Toen ik via de brandtrap naar beneden was geklommen en langs de huizen liep om niet op te vallen, zag ik nog zeker twee andere geüniformeerde agenten mijn kant op komen. Ik dook weg achter een bosje. Via een aantal tuinen wist ik ongemerkt weg te komen. ‘Laat ze maar inbreken. Het kan me niet schelen vandaag,’ dacht ik bij mezelf. Het zou snel afgelopen zijn.

Ik wist dat ik haast moest maken. De daders laten lopen? Dat nooit. Boven alles moest ik met Kimberley ontsnappen en de rotzakken die deze hele rotzooi hadden veroorzaakt laten bloeden. ‘Nog meer bloed? Hebben we daar nu nog behoefte aan?’ Mijn innerlijke stem drong nog wel aan op voorzichtigheid en terughoudendheid. Ik had ergens ook wel genoeg van geweld. “Ga je het ultieme offer brengen? Ben je bereid om Kimberley op te geven om te ontsnappen aan wat er gedaan moet worden?” Via de tuintjes, wat steegjes en de achterkant van de supermarkt kwam ik aan bij de achterkant van het café. De deur was nog keurig afgesloten, maar ik had de sleutels in mijn zak en ik was binnen voor iemand me had kunnen zien. Aangezien ik ook de voordeur op slot had gedaan, hing het bordje ‘Gesloten’ nog steeds voor het raam. De toestand waarin ik Rein had achtergelaten was nog niet opgemerkt. Tegen de tijd dat de eerste klanten aan kwamen kloppen, zouden ze misschien zien dat hij niet achter de bar stond maar lag. En dan zou er snel politie komen. Vóór die tijd wilde ik al onderweg zijn. Het liefst samen met Kimmie. “Oh, gelukkig. Ik dacht al.” Ik had haar al een keer in de steek gelaten. Dat zou me niet nog een keer gebeuren.

Binnen zocht ik de honkbalknuppel die Rein daar had liggen. Waar was dat ding? Ik zag het nergens. Snel opende ik allerlei laatjes, in de hoop iets anders te vinden. Hier! Dit was interessanter. Er lag een pistool en een doos munitie. “Dat had ik niet verwacht van Rein.” “Ik ken die viezerik langer dan vandaag,” zei ik alleen maar terug en ik laadde het ding. Verroest, daar had je de knuppel. Die liet ik liggen. Ik verliet het café weer via de achterkant. Met een beetje mazzel duurde het nog lang voordat men ontdekte dat er iets in ‘De Lamme Goedzak’ niet pluis was. Hoe langer het duurde voordat de politie ter plaatse was, hoe meer tijd ik zou hebben om hiernaast de klus te klaren.
Ik keek snel even over de schutting of er iemand beneden was in het hoerenhuis, maar ik kon niemand zien. Het was een koud kunstje om over de schutting te wippen en de achterdeur te forceren.

Dit keer was ik voorzichtiger. In de keuken stond een volle kan koffie te pruttelen. Stil liep ik richting woonkamer. Ik had nog niemand gezien. Dan was ik waarschijnlijk ongezien binnengekomen. Toen ik de woonkamer in sloop, liep ik iemand tegen het lijf. Hij kwam de trap af toen ik de woonkamer betrad.
“Ah, heeft Tarkan je binnen gelaten?” Hij klonk tevreden. Ik zou zweren dat hij liep te fluiten.
“Ik heb de pillen hier, Ahmed.” Het leek me het beste om de vraag niet te beantwoorden. “Wil je ze nog zien?”
“Leg ze maar op tafel,” knikte hij. “Ik houd me aan de afspraak en zal je het meisje teruggeven.”

Bovenaan de trap verscheen licht. Er was een deur opengegaan. Tarkan kwam tevoorschijn. Ahmed was verbaasd.
“Tarkan?” Hij draaide zich om naar mij. “Ben jij de hele tijd al boven? En hoe ben jij dan binnengekomen, Johan?”
“Johan is even op vakantie. Die slappeling kon niet doen voor zijn dochter wat er hier nodig is.” Ik pakte het pistool en zonder te twijfelen schoot ik Ahmed in zijn buik. Vervolgens richtte ik naar boven naar de plek waar Tarkan stond. Voor ik kon schieten zag ik een blonde verschijning achter hem en toen ging alles snel.
“Klootzak!” schreeuwde Kimberley en ze gaf Tarkan een duw. Hij viel voorover de trap af. Ik stapte naar hem toe, over de nog steeds verbaasd kijkende Ahmed heen, die het bloeden van zijn buik probeerde te stoppen met zijn handen. Het leek erop of hij moeite had zijn ingewanden tegen te houden naar buiten te puilen. Toen ging mijn aandacht weer naar Tarkan. Met een gerichte schop in zijn gezicht zorgde ik ervoor dat hij ons even niet meer lastig zou vallen.

“Jij … jij bent Franco,…” stamelde Ahmed, zijn pijn verbijtend. “Ik dacht dat je vast zat.”
“Dat klopt. Dat zát ik ook,” antwoordde ik doodkalm. “En snap je nu ook dat je met de dochter van de verkeerde man aan het klootzakken was?”
“Ik … herkende je niet.” Hij lachte een beetje gegeneerd. “Je bent oud geworden … ” Bloed kwam uit zijn mond.
“Tien jaar in de nor, Ahmed. Tien jaar, godverdomme.”
“Wat bedoelt hij?” Kimberley was de trap afgekomen en ze pakte mijn hand vast. “Wat bedoel jíj?”
“Dat is een lang verhaal, schatje.” Ik pakte haar bij haar schouder en draaide haar een beetje weg van de stervende dealer en pooier. “Als we tijd hebben vertel ik je alles. Maar nu gaan we eerst even de boel hier afhandelen.”
Ik richtte het pistool en met een droge knal maakte ik een einde aan het leven van Ahmed.
Tarkan kreunde en Kimberley en ik draaiden ons tegelijkertijd om.
“Die klootzak heeft aan me gezeten.” Haar stem klonk niet angstig meer.
Zonder verder iets te zeggen haalde ik het mes tevoorschijn. Het glom in het weinige licht. Ik hief mijn arm, maar toen ik toe wilde steken, werd ik tegengehouden. Even dacht ik dat de politie ons gevonden had. Maar neen, het was Kimmie. Met een verbeten grijns haalde ze mijn arm naar beneden.
“Ga zitten,” was alles wat ze zei. “Deze is voor mij.”
Kimberley haalde de riem uit Tarkans broek en bond de jongeman behendig ermee aan de trap vast. Ze draaide zich om en liep naar de keuken. Op weg daar naartoe pakte ze het mes uit mijn hand. Mij duwde ze naar de bank, waar ik gisteren de hoer had gegrepen. Ik ging zitten.
“Ik zou even de andere kant op kijken, Johan. Hier is míjn dochter aan het werk.” De stem in mij was van mij.

Kimberley kwam terug met de pot koffie. Zonder pardon goot ze die over de jongen heen. Die kwam met een schreeuw bij zijn positieven. Hij wist duidelijk niet goed waar hij was.
“Hé, kanjer.” Kimberley had haar blouse opengemaakt en bood de jongen een gulle blik op haar volle boezem. Haar handen gingen over zijn pijnlijke lichaam en streelden in de richting van zijn openhangende broek. Hij kreunde even.
“Aaah,” hijgde ze in zijn oor. “Je voelt nog wel iets?” Ze likte aan haar lippen. Haar hand ging dieper zijn broek in en haalde zijn gezwollen lid tevoorschijn. Tarkan kreunde weer.
“‘Lekker hè? Als ze nog kunnen bewegen.’ Zoiets zei je toch, toen ik vastgebonden zat? ‘Als ze wel kunnen bewegen, maar niks kunnen doen?’ Je had gelijk.” Ritmisch ging haar hand op en neer over de inmiddels half stijve piemel van Tarkan. “Het is heerlijk. Ik hoop dat jij er ook van geniet, maar zo te voelen gaat dat wel goed.”
“K … k .. kankerteef .. ” Het kwam met moeite over zijn lippen.
“Stil maar, jochie. Het is bij jou altijd zó voorbij.” Ze glimlachte en werkte Tarkan naar zijn hoogtepunt. Zijn laatste.
“Oh, ooh, jah, jaa .. geile teef, ik ga klaarkomen. Oooh .. ik heb genoten van je pijn.” Het middenrif van de jongen spande zich. Hij kon elk moment spuiten. Kimberley karnde hem met haar rechterhand en vlak voor hij klaarkwam stak ze toe met haar linker. Het mes ging op en neer. Keer op keer. Lekkere kartels. Op en neer, in hetzelfde ritme als haar hand om zijn penis. Tarkan gorgelde. Bloed kwam uit zijn mond en zijn zaad spetterde in een boog naar boven. Bloed en sperma: de grillige, maar o zo heerlijke combinatie van dood en genot. Met een nijdige haal van het mes maakte Kimberley een einde aan het tafereel. Ik hoorde een oogbal knappen en zag het heft van het mes geplant in dat wat ooit het gezicht van Tarkan was. Toen keek ik naar Kimberley.

“Laten we gaan.” Ze klonk tevreden.
“Hier.” Ik pakte de tas en trok hem open. “Ik heb schone kleren voor je mee genomen.”
Snel kleedde ze zich om. Van mij had het best wat langer mogen duren. Ze had een prachtig lichaam. Vol en jong, precies het soort waarvoor ik de eerste keer in de bak was beland. Dat zou me nu niet gebeuren. Ik haalde een schone trui voor mezelf uit de tas. Mijn jas was vies geworden, dus leegde ik mijn zakken en gooide ik de jas weg. Mijn paspoort viel naast dat van Kimberley op tafel.
“Waar gaan we heen?” Ze had haar kleding aan en pakte een zonnebril die op het tafeltje lag.
“Ergens waar het warm is en waar je veel vriendinnetjes kan maken.” Ik grijnsde. Het was precies wat ze wilde horen en ik verheugde me op haar en haar vriendinnetjes in bikini.

De paspoorten lagen open voor ons op tafel.
“Dus jij bent mijn echte vader?” vroeg ze. “Is Franco dan ook je echte naam?”
“Ja.” We waren bijna veilig en ze had recht op de waarheid. Of in ieder geval een deel daarvan. “Johan wilde opnieuw beginnen; van mij hoeft dat niet.”
“Is het nu voorbij?” vroeg ze bevend. Ze drukte zich tegen me aan.
“Ja, het is voorbij. Bijna. Nog heel even. Je hoeft niet bang meer te zijn.”
Ik nam haar in mijn armen. Ze zuchtte.
“Je bent lief,” zei ik.
Kimberley keek me glimlachend aan. “Jij ook,” zei ze. “Je bent mijn redder.”
“Ja,” knikte ik. Zachtjes legde ik mijn handen rond haar hals. “Ik ben je verlosser en zal je redden.”


E I N D E

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post.

Leave a comment