Bas, Willem, Aad en ik – 19 juni 2020
Willem:
Melo Dieuzen,
De mogelijke redenen zijn:
Yesterday’s Papers
Ik wil naar een opening in Acec, ergens in juli. Erheen gaan? Dat had je gedacht. ‘Anders dan normaal dient u dit keer een ticket te tonen bij binnenkomst, vanwege de geldende richtlijnen van het RIVM. Ook is de opening over twee tijdsvakken verdeeld: 16.00-17.00 en 17.00-18.00. Er is plaats voor 50 bezoekers per tijdsvak, vol = vol.’
Flikker maar mooi op, met je stomme kunst, je tickets en je tijdslot. Stop maar fijn in je hol, ik kijk voorlopig wel wat langer naar mijn eigen wandversieringen.
Slagerslatijn
Bij Lautenschutz zie ik een enigszins bekend hoofd achter het hakblok. Hij kijkt mij wat langer aan. Oja. Ik herinner me hem uit mijn tafeltennisleven.
‘Jij bent Joop hè?’ probeert hij vraagzeggend.
Bijna goed, zeg ik.
‘Jij bent toch Bierman? Had jij niet een neef die stadsdichter was?’
Nee, zeg ik, mijn broer heeft een broer die stadsdichter was.
Dan roept hij door de zaak tegen de drie medewerksters: ‘Dames, dit was de stadsdichter van Apeldoorn.’
Ik word door een van de vrouwen bediend, maar de tafeltennisser staat erop mij een groot stuk leverworst te geven. Nu zie ik het beter: ja verdomd, hij heeft een mooie vooroorlogse slagerskop. Ik noemde hem Gerrit, hij heet Jan.
In memory of Jelle de K
Can I arrest the bongo player, Sir? (Jones) If you promise to break his fingers, yea (Barnaby)
Journaal WB 17 juni 2020
Er huist in of bij het Amphion-complex ergens een hond met een heel naar blafje. Ik denk dat het weer eens tijd wordt de achterlader uit de olielappen te halen.