Zweet in de bilnaad
‘Dit is gewoon geil weer,’ zei Tobias de Peutere hardop tegen zichzelf.
‘Dit is gewoon geil weer,’ zei Tobias de Peutere hardop tegen zichzelf.
‘Het was gisterenavond een toffe boel op de steiger. Jos was er met Mariska. Anoek en Ricardo. Nog wat andere lui. Rachid, Youssra, Pris, Jasmijn, je kent ze wel.’
‘Klinkt als een waar feest.’
‘Dat was het ook, Marcel. Je had erbij moeten zijn.’ Jurgen dacht terug. Hij had wat gedronken en veel geblowd. Te veel. Toen Ricardo even naar boven was gelopen om tegen een boom aan te pissen, was Jurgen naar Anoek gestapt. Ze had hem een kus gegeven, dat wist hij nog. Meer kon hij zich eigenlijk niet herinneren. Of wacht, ze hadden verschrikkelijk gelachen om Youssra toen zij uitgebreid stond te kotsen over de reling. En nu viel hem ook weer te binnen dat iedereen had staan juichen toen Jos in het openbaar Mariska in d’r kont nam.
‘Ik moest werken, Jurgen.’
‘Jij wel.’ Jurgen Lambal grijnsde. ‘Ik heb geen tijd om te werken; ik moet naar feesten.’
De zon schijnt en dat zullen we weten.
Ik kreeg mijn halve liter bier zo snel niet helemaal op. De Vrouw wel. Toen de boot aankwam, zette ik het halfvolle flesje rechtop in de tas. Nu neem ik een slok. Het bier is nog koud. Lekker. Morgen zal ik erachter komen dat ik tijdens het lopen wat bier uit het flesje de tas in heb geklotst. Het vest van De Vrouw en mijn nette jasje is dan nat en stinkt. Niet zo lekker. Maar dat is voor morgen.
‘Ha hoer,’ zei Jurgen tegen Anoek.
‘Pardon?’ brieste Ricardo.
‘Teef, snol, sloerie.’
Anoek keek Jurgen geschrokken aan. Ze hield zich wat verborgen achter Ricardo. Jurgen knipoogde naar haar. Het gezicht van Anoek klaarde op. Jurgen dacht aan haar belofte en wist bijna zeker dat Anoek daar nu ook aan dacht. ‘Altijd in voor een grapje, die Jurgen,’ zei ze terwijl ze tevoorschijn kwam.
(more…)
Meneer Van Veen stapte de banketbakkerij binnen, juist op het moment dat de oven ontplofte. Vijf dagen later vond de plechtige uitvaart plaats. Veel viel er niet meer te cremeren, maar de familie stond erop dat meneer Van Veen niet zou worden begraven.
Mariska had de broek van de jongen al naar beneden getrokken en was door haar knieën gezakt. Jurgen wendde zijn hoofd af en keek naar het water.
‘Jezus man, moet je zien hoe diep ze hem in d’r mond neemt!’ hoorde hij Jos naast zich glunderen.
Tegensputteren deed hij niet, die visboer. Ik greep hem bij zijn kraag en trok hem half over de toonbank. Hij was al na één kopstoot bewusteloos. Toen pakte ik de fles met ravigottesaus van zijn balie en kneep die leeg over zijn kale kop. Diezelfde kop ramde ik meerdere malen tegen de sticker op de vitrine. De ruit barstte; de kop bloedde. Het viswijf was inmiddels begonnen met gillen. Ik wierp de vent terug zijn kraam in. Hij viel achterover en duwde zijn vrouw met haar suikerspin in de bak met verbrandend vet. Het zou wel even duren voor ze gaar was.
Verveeld liet hij haar begaan. Ze wilde per se zijn broek openmaken. Onhandig trok ze zijn boxer naar beneden, nam hem in haar handpalm en zei: ‘Hij is nog niet helemaal stijf. Zal ik helpen? Het lijkt me geil als je me onderspuit.’
Oké dan. Jurgen piste.
Ondanks het ruime aanbod, blijft de eeuwige vraag: ‘Wat zullen we vandaag eens eten?’ Zoals laatst. De Vrouw stelde hem.
‘Wat zullen we vandaag eens eten?’
‘Geen idee.’
‘Waar heb jij zin in?’
‘Ik heb eigenlijk wel zin in seks.’