bazbo – de wereld van Bas Langereis, het middelpunt der aarde

Bas Langereis leest u voor!

30-10-2007

Winkelwagentjes

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

Het werk in een supermarkt is helemaal niet zo saai als veel mensen denken. Tuurlijk, je hebt van die dagen dat je urenlang achter de kassa zit te gapen, maar het werk is ook wel afwisselend. Ikzelf doe niet alleen de klus van caissière, maar ook allerlei andere werkzaamheden. Zo sta ik net zo vaak achter de balie bij de klantenservice en de tabakverkoop. Dan krijg je de vreemdste vragen. Mij maakt het niet uit.

Soms is er even een tekort aan vakkenvullers en dan assisteer ik in de winkel. Of ik help bij het ordenen van de boodschappenkarren. Gut, wat kunnen de klanten er een rommeltje van maken, zeg. Je zou denken dat het statiegeldprincipe van een wagentje ertoe zou leiden dat iedereen zijn of haar karretje weer netjes terugbrengt, maar niets is minder waar. Ik heb al eens tot aan mijn oksels in de brandnetels hier op de hoek van het plantsoen gestaan om zo’n ding uit het struikgewas los te rukken. Iedere week maakt een medewerker van ons filiaal een uitgebreide tocht door de buurt en die vist ook vaak meerdere karren uit tuinen, groenstroken en flatportalen. Ze laten die krengen echt op de gekste plaatsen achter.
Laat ik het niet erger maken dan dat het is. Gelukkig zijn de meeste mensen zo beleefd om hun winkelwagentje terug te rijden naar de speciaal daarvoor geplaatste verzamelplekken. Maar ja, die bevinden zich meestal niet bij de ingang van de supermarkt zelf. En dus moeten twee medewerkers een paar keer per dag rijen met karren van de parkeerplaatsen terugbrengen naar het entree van de winkel.

Laatst was er een tekort aan vakkenvullers. Je weet wel, die jonge jongens die zo heerlijk slungelig in hun lijf zitten en hun haren zo pubersprieterig omhoog hebben gestyled met iets teveel gel. Er zijn een paar lekkere knullen bij, hoor, maar de meesten zijn toch echt veel te jong voor mij. Maar daar wilde ik het niet over hebben. Die vakkenvullers halen vaak ook de rijen winkelwagentjes weer naar de ingang van de supermarkt. Dus moest ik met Jurgen de karren van de parkeerplaatsen terughalen. Jurgen is een spetter. Als vrouw loop je daar graag naast. Maar het is wel een beetje domme spetter. In zijn vrije tijd doet hij aan krachttraining en bodybuilding. Zijn uniformshirt zit dan ook altijd strak rond zijn borst. Als er zware klussen zijn, vragen ze altijd hem. Hij is nogal een dommekracht, maar ook dat heeft zijn charmes.

Het was heel stil op de parkeerplaats. Er was geen kip te zien. Alleen bij de rij karren stond zo’n gehandicaptenscooter. Ik zie ze wel eens vaker. Van die driewielers, een wiel voor en twee achter. De voorkant lijkt op een scooter, maar de bestuurder zit op een soort bureaustoel. Vaak hebben ze zo’n rekje voorop hangen. Er komen wel eens klanten in de winkel en die halen hun boodschappen uit dat rekje en leggen het op de band. Nadat ze betaald hebben help ik dan die boodschappen weer terug te doen in dat rekje. Tja, als je in zo’n ding moet zitten, kun je niet met een kar of mandje door de winkel. Zo’n scooter neemt van zichzelf al een boel plaats in. Sommigen kunnen maar net langs de kassa.
Nu stond er zo’n gehandicaptenscooter voor de rij met winkelwagens die Jurgen en ik terug moesten halen. In de scooter zat een wat oudere man. Hij had zijn ene been over zijn andere geslagen en zat rustig in het zonnetje een sigaretje te roken. Zijn overhemd zat scheef dichtgeknoopt. Hij had grijs haar, dat aan een kant van zijn hoofd weg was. Hij had een grote kale plek, waar een boogvormig litteken in te zien was. Ik schrok een beetje. Jurgen verzamelde moed.
“Meneer?” vroeg hij. “Sorry, maar mogen wij er even bij? Wij moeten even wat winkelwagens terugbrengen.”
“Fluska betroebie kazzammul da wommiebil,” antwoordde de man. Jurgen en ik keken elkaar aan.
“Eh, pardon?” durfde ik. “Ik kon u niet goed verstaan. Wat zei u precies?”
“Gama hoo! Fan daagvin kallus piema.”
“Ik vind het heel vervelend,” zei ik. “Maar ik begrijp echt niet wat u zegt. Kunt u het nog een keer zeggen, maar nu iets langzamer?” Ik heb wel eens eerder mensen met een spraakprobleem in de winkel aan de kassa gehad. Met een hoop geduld kom je een heel eind.
Ineens zag ik dat de man met zijn half lamme hand in zijn kruis ging graaien.
“Sommige van die mongolen hebben constant een stijve,” zei ik met een knipoog tegen Jurgen. “Heb jij misschien ook een chromosoompje teveel? Dan wil ik wel met je spelen.”
Jurgen bloosde een beetje. Lief hè, als jongens blozen.
“Ik vind het een beetje aso, hoor,” zei hij. “Ook al kan die vent niet fatsoenlijk praten, hij kan toch wel van zijn zaakje afblijven als er een dame in de buurt is?” Jurgen noemde me een dame. Kijk, dat vind ik nou schattig.
“Hee, viezerik!” zei ik en ik gaf de man een duw. “Doe ’s effe normaal! Ga thuis maar op de Wehkampgids zitten geilen.”
“Maaf, maaf, fwal hullie mmwiefje szsien.” Hij greep weer in zijn kruis en maakte wrijvende bewegingen.

Ik keek Jurgen in zijn reebruine ogen en gaf de man een klap vol in het gezicht. Jurgen schrok.
“Samenie, kep biefie moe lees,” mompelde de man.
“Lekkere boom van me,” zei ik tegen Jurgen. “Je weet: een gewaarschuwd man telt voor twee. En ik heb hem toch echt gezegd dat-ie moest kappen met zijn seksuele intimidatie.”
Jurgen keek me aan. Nu zag ik het vuur in zijn ogen. Ineens gaf hij de man ook een klap in zijn gezicht.
“Hmmm …” Ik liet een kreun over mijn lippen komen toen ik de vuist van Jurgen tegen het geschrokken gelaat van de man zag kletsen.
“Mwaaaht, mek been spaak, bwief bwief!” De man bleef met zijn hand in zijn kruis wrijven.
Ik liep op hem af. Met mijn knie raakte ik hem vol in zijn maag. Het was makkelijk om hem zo te raken. Het karretje bood hem geen enkele bescherming.
Jurgen ramde met zijn elleboog het sleutelbeen van de gehandicapte aan gort. Zag ik een bobbel in zijn broek? Zou hij het echt leuk vinden? Ik knipoogde naar Jurgen. Zijn lach was veelbetekenend. Hij genoot hier echt van. Met een forse duw gooide ik de man uit zijn karretje.
“Ouwe geilbak, als je ons gewoon ons werk had laten doen was dit nooit gebeurd. In plaats daarvan ga jij een beetje zitten masturberen op de parkeerplaats.” Ik schopte hem tegen zijn hoofd. De geluiden die hij constant maakte, waren te irritant voor woorden.
Jurgen begon de man in zijn kruis te trappen. “Wat denk je wel, oude viezerd? Ik zal ervoor zorgen dat je je mijn kassameisje nog herinnert als je straks het ziekenhuis uit komt.”

Ik werd nu echt nat van Jurgen. Sterk, jongensachtig en nog galant ook. Hij nam het voor me op. Ik stapte over de man heen en kroop tegen mijn held aan. Wild begon ik hem in zijn nek te zoenen. Jurgen pakte me bij mijn borsten. Even keek hij opzij. Toen verslapte zijn aandacht voor mij.
“Hee, moet je kijken,” zei hij. Hij maakte zich van mij los en boog over de man heen. “Volgens mij wilde hij dit uit zijn broekzak pakken.”
De kreunende man hield met zijn bloederige hand een stukje papier vast. Ik pakte het en las: “Ik heb hersenletsel en kan niet praten. Wilt u mijn scooter alstublieft aan zetten als ik in de weg sta? Mijn begeleider komt mij zo helpen. Ik kan niet zelf de scooter besturen.”
“Haha, dat is grappig!” zei Jurgen. “Het was helemaal niet nodig om zo tegen die man tekeer te gaan.”

Weer wat geleerd. Het werk in een supermarkt is echt niet saai.

Oktober 2007

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

29-10-2007

Posteleintaart met Turkse geitenkaas

Filed under: Gastronomie - Gastronomy — bazbo @ 22:48

Verwarm de oven voor op 200 graden. Was en snijd de postelein.Bak de spekjes in een pan en laat de ui meefruiten.Voeg de postelein toeLaat de postelein slinken.Bekleed een ingevette ovenschaal of bakvorm met bladerdeeg. Zelf gebruik ik bakpapier. Plak de vellen bladerdeeg vast door ze met wat water aan elkaar te strijken.Snijd de geitenkaas in blokjesDoe de helft van de blokjes geitenkaas in de bakvormDoe het groentemengsel erbijDoe de rest van de geitenkaas bovenop en vouw de taart dichtDek de taart af met een laatste vel bladerdeeg. Plak het bladerdeeg vast met wat water en bestrijk de taart met de helft van het eigeelBak de taart 25 minuten, draai hem om, bestrijk opnieuw met eigeel en bak weer 25 minutenVerwarm ondertussen de blikken Zweedse Ärtsuppa en PölsaHaal de taart uit de oven en snijd hem in stukkenEet smakelijk!

Ingrediënten:

zes of zeven blaadjes bladerdeeg
spekjes
1 ui, gesnipperd
300 gram postelein (of spinazie of andere bladgroente)
(Turkse) geitenkaas (of Griekse feta)
1 ei
ovenschaal
bakpapier
olie

Verwarm de oven voor op 200 graden.
Laat de vellen bladerdeeg ontdooien.
Bak de spekjes in een pan.
Voeg de gesnipperde ui toe.
Was de postelein zorgvuldig en hak fijn.
Doe de postelein ook in de pan en laat slinken.
Neem een ovenschaal en vet die in. Ik gebruik eerst bakpapier, dat scheelt een hoop geboen bij de afwas.
Bekleed de ovenschaal met het bladerdeeg. Plak de vellen aan elkaar door ze met een vochtige hand/vinger aan elkaar te strijken.
Snijd de geitenkaas in kleine brokjes en doe de helft ervan in de ovenschaal.
Giet het groentemengsel af en doe het bij de ovenschaal in. Doe dan de rest van de geitenkaas erbovenop.
Vouw het bladerdeeg dicht en dek af met het laatste vel. Zorg ervoor dat de vellen goed blijven plakken door ze met water aan elkaar vast te strijken.
Splits het ei. Strijk de helft van het eigeel op de taart.
Doe de taart in de oven en bak hem 25 minuten.
Draai de taart om, bestrijk hem opnieuw met eigeel en bak hem nogmaals 25 minuten.

Eet smakelijk!

• • •
 

23-10-2007

Hij is lief voor mij

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

Iedere morgen ga ik naar mijn stage. Als ik het kantoor binnenkom, dan zit hij daar achter zijn pc. Er liggen allerlei papieren om hem heen. Zijn vingers gaan snel en zelfverzekerd over het toetsenbord. Naast de computer staat een rij boeken met vakliteratuur en daarnaast weer een draagbare radio-cd-speler. Hij neemt altijd zijn eigen muziek mee. Een klein stapeltje cd’s ligt bij de speler. Vaak komt er vreemde muziek uit het apparaat. Klanken van over de hele wereld, of hippiemuziek. Soms hoor ik ook ellenlange gitaarsolo’s of juist weer meditatiemuziek.

Als ik binnenkom, zeg ik: “Goedemorgen.” Onmiddellijk kijkt hij op van zijn werk en kijkt hij me aan.
“Hoi, goeiemorgen,” zegt hij. Hij knippert met twee ogen tegelijk en glimlacht. Ik lach naar hem terug en hang mijn jas op.
Ik kijk naar hem. Hij is weer verder gegaan met zijn werk. Zo ontspannen als hij daar zit. De rust die er van hem uitgaat. Het maakt dat ik me hier thuis voel, ook al ben ik pas een paar dagen hier op deze stageplek.
Hij is niet echt een knappe man. Maar hij straalt iets uit. Hij ziet er niet oogverblindend uit. Zeker niet. Eerder bijzonder. Hij heeft een wat bol gezicht en een beginnend buikje. Op zijn leeftijd mag dat wel, ook al kan ik moeilijk inschatten hoe oud hij precies is. Zijn haar hangt op zijn schouders en is grijzend. Hij heeft zijn baard kort geschoren. Ook in zijn kledingkeus is hij wel opmerkelijk. Vanwege zijn werk moet hij in pak lopen. Hij kiest voor zwarte kostuums, maar draagt vaak een knalgele stropdas.

Hij is de manager van de afdeling. ’s Morgens vroeg gaan we met het team om de tafel zitten en verdelen we de taken voor die dag. Er is koffie en thee. Hij drinkt zijn koffie zwart; ik heb thee. Medewerkers praten door elkaar heen. Rustig bespreekt hij de zaken die besproken moeten worden. Als collega’s boos worden of geïrriteerd, dan luistert hij geduldig. Hij laat zich niet van de wijs brengen. Hij knikt en zegt dat hij het probleem begrijpt. Dan nodigt hij de betrokken medewerker uit om het probleem met hem onder vier ogen te bespreken, of om het als agendapunt voor een teamoverleg voor te bereiden. Het lijkt wel of niets hem kan opwinden of in de stress laten raken. Knap, hoor.
Na tien minuutjes is er besproken wat nodig is. Dan staat hij op en gaat weer achter zijn computer zitten. Het is voor de anderen een teken dat ze ook aan het werk gaan, lijkt het wel. Langzaam staat iedereen op en gaat naar zijn eigen werkplek.

Gedurende de dag zie ik hem op bepaalde momenten. Bijvoorbeeld tijdens de koffiepauze in de kantine. Meestal komt hij luid zingend binnen. Dan moet iedereen wel naar hem kijken. Ik ook. Hij vindt mij ook altijd snel en dan hebben we oogcontact. Weer die knipoog. Hij komt meestal niet bij mij aan tafel zitten; zijn pauze gebruikt hij vaak voor informeel overleg met collega’s. Toch zegt hij altijd iets vriendelijks tegen mij als ik langs kom lopen.
Hij ziet echt alles. Mij ook. We kijken elkaar vaak aan. Nu vallen mijn ogen ook wel op, denk ik. Ik accentueer ze met mascara. Volgens mij kijkt hij graag in mijn ogen. Verder ben ik niet zo’n opzichtig type. Ik heb mijn blonde haren wat sprieterig omhoog staan en ik kleed me nogal onopvallend.
Als het nodig is, komt hij naar mij toe. “Hee, ik zie dat je dit en dat doet,” zegt hij dan. Hij vraagt waarom ik dat zo doe. Of hij legt uit dat dat hier niet de gewoonte is. Altijd op een respectvolle manier. Ik ben de stagiaire, en hij neemt dat heel serieus. Voortdurend vraagt hij hoe ik handel en hoe ik het de volgende keer zou doen. Hij zorgt ervoor dat ik kan leren.

Hij maakt de hele dag door grapjes, tegen alles en iedereen. Hij plaagt veel. Mij ook. Als ik eens struikel of iets laat vallen, dan begint hij een heel verhaal over hoe dom sommige vrouwen kunnen zijn. Hij lokt het uit: ik ga er vrolijk tegenin. En dan ontstaat er vaak een grappige discussie.
“Vergeet niet,” zei hij gisteren met die knipoog, “ik had je vader kunnen zijn. Als je moeder maar gewild had.” Ik moest lachen. Alle andere collega’s om mij heen ook.
De ellende is: hij heeft gelijk. Hij is heel wat ouder dan ik. En leeft in een heel andere wereld dan ik. Hij heeft veel meegemaakt in het leven; ik sta pas aan het begin. Maar toch heb ik ook het idee dat dat niet veel uitmaakt.

Aan het eind van de dag haal ik mijn tas op uit het kantoortje waar we elkaar vanmorgen gezien hebben. Hij zit er weer, druk bezig achter de computer. En opnieuw met bijzondere muziek uit de stereo. Als ik binnenkom, kijkt hij op.
“Hoe gaat het?” vraagt hij. “Voel je je hier al een beetje op je plek?”
Ik knik. “Het gaat goed, hoor.”
“Hoe vind je het hier?”
“Leuk.”
“Leuk? Is dat alles?” vraagt hij. “Wat is er dan precies leuk?”
Zijn vraag is zo rechtstreeks. Hij kijkt me vriendelijk aan. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Intuïtief haal ik mijn schouders op. “Gewoon. Leuk.”
Hij lacht. “Dat is geen antwoord, hoor. Maar je hoeft er ook niet meteen op te antwoorden. Het is wel goed om je de komende tijd eens af te vragen wat dit werk voor jou nou leuk maakt.”
“Ja.” Ik moet giechelen. Ik weet echt niet wat ik moet zeggen. Als hij nou maar niet denkt dat ik een oppervlakkige muts ben of zo.
“Nou,” gaat hij verder, “als je verder nog vragen hebt, of je wilt iets weten, of als je wilt dat ik je met iets ondersteun, dan mag je mij altijd vragen, hè?”
Ik knik. “Ik weet het.”
“Doen, hoor!” Hij knipoogt voor de zoveelste keer naar me.
Als ik het gebouw verlaat, verlang ik alweer naar morgen. En stiekem naar meer.

Hij is lief voor mij.

Oktober 2007

Hier lees je ‘m op FOK.

• • •
 

22-10-2007

Gemengde groenteschotel

Filed under: Luuk = Lekker — bazbo @ 20:10

Ik moest voor het vak biologie een kookopdracht doen. Dat is op zich niet erg, maar ik moest er ook een verslag over schrijven, en dat vind ik minder.
Voor de liefhebbers staat hieronder het recept dat ik moest maken.

Ingredienten:
2 aubergines
2 vleestomaten
2 courgettes
2 paprika’s
1 deciliter olijfolie
1 teen knoflook
zout en peper
1 blaadje laurier
1 takje tijm
peterselie
1 deciliter koud water

Dit is voor een weeshuis. Ik was samen met mijn vader en wij hebben iets minder dan de helft van de ingrediënten gebruikt. We hadden ook geen takje tijm en verse peterselie, dus dat hebben we gewoon uit een potje gehaald. De hoeveelheid knoflook hebben we wél hetzelfde gehouden.

Pel de aubergines en vleestomaten. (Ik heb de aubergine niet gepeld. Dat is een heel gedoe boven de gaspit, of in de oven. Bovendien heb ik de aubergine pas als laatste gesneden, omdat het vruchtvlees heel snel bruin wordt.) Snijd ze in blokjes.
Snijd de courgettes en paprika’s in blokjes. Verwijder van de paprika’s wel eerst de zaadlijsten.
Doe alles in een ruime bakpan.
Giet de olijfolie erover.
Pers de knoflookteen en doe die ook in de pan.
DOe er zout, peper, blaadje laurier, tijm en peterselie bij.
Voeg dan het water toe.
Breng alles aan de kook.
Laat de schotel drie kwartier stoven.

Wij aten het met rijst en een koteletto. Eet smakelijk!

Zet alle benodigdheden vast klaar - Da’s handigSnijd de courgette in plakken en dan in blokjesSnijd de paprika open, haal de zaadlijsten eruit en snijd de paprika in blokjesOntvel de tomaten en snijd deze in blokjesSnijd als laatste de aubergine in blokjes … dat moet als laatste, want het vruchtvlees wordt gauw bruinDoe alle groente in de pan en giet er de olijfolie overDoe geperste knoflook, zout, peper, laurierblad, tijm en peterselie erbijVoeg het water toe en breng het aan de kookLaat het gerecht drie kwartier stoven en lees ondertussen de Donald DuckHet eindresultaat in de panWij aten het met rijst en een kotelettoEet smakelijk!

• • •
 

20-10-2007

The FoolZ – Bluescafé, Apeldoorn – October 19, 2007

Filed under: FoolZ — bazbo @ 21:12

Lex announcing the FoolZLexJohnRemco’s secret notes to remember the lyrics (of Pink Floyd tunes)RemcoPedrohidihi ModifiedDog & Cynthiaau3Cynthia & au3PedroRemcoJohnWanLexPedro (and his shrine)WanJohn Pedro & RemcoFoolZ audience in the BluescaféFoolZ audience - note Niek! (who doesn’t like FZ cover bands)Pedro (and his shrine) & RemcoJohnYangMartin taking pixRemco plays a guitar solo in the audienceRemco in the audiencethe world famous rubber chicken made it onto the stage againFoolZ fanz - note Cynthia au3 ke & fanfromHoutenyoung FoolZ freaks and their motherEmil & bazbo

And here’s ke’s wonderful pictures:

bazbo organizing the FoolZ merchandise standthe wild freakPaulu$, au3, Reinier & bazborubber chicken, Pedro, Remco & bazbobeerbo (thank you, hidihi!)rubber chicken, Pedro & RemcoModifiedDog & hidihiRuth going wild while bazbo checks his ’skills’au3 & ModifiedDogbazbo being plugged from behind by Emilbazbo freaking out during FoolZ concertSome ugly rubber chicken abuse

• • •
 

15-10-2007

Beirut – The Flying Club Cup

Filed under: MuziekTIPS - Recommended music — bazbo @ 17:10

Beirut - The Flying Club Cup

Oooooh! Dit is de tweede plaat die de jonge knul Zach Condon uitbrengt onder de naam Beirut. Hij is totaal bevangen door de Romana-muziek en ook op deze plaat is dat veelvuldig te horen. Was het eerste album Gulag Orkester nog wat jengelig vanwege de trompet die de stem voortdurend dubbelt; hier is alles perfect in balans. We horen invloeden uit balkan- en zigeunermuziek, maar ook uit de Joodse traditie. Dit alles is overgoten met een jaren twintig/dertig sfeertje. De sfeer is nog steeds triest, maar nergens wordt het té. Troostrijk is een beter woord. Enige minpuntje aan dit meesterwerk: met achtendertig minuten is het natuurlijk véél te kort!

Ooo0h! This is the second album that young bloke Zach Condon releases under the name of Beirut. He’s totally hooked on the Romana music and on this new album you can hear that intensely. The first album Gulag Orkester was a bit too much soaring because of the trumpet constantly doubling the voice; here everything is very well balanced. We hear influences from Balkan and gypsy music, but also from the Jewish tradition. Everything is surrounded by a 20s or 30s atmosphere. Overall the mood is sad, but it never gets too exaggerated. It’s comforting, that’s a better expression to it. The only negative thing about this masterpiece is its length: of course 38 minutes is way too short!

• • •
 

11-10-2007

Erwten-pompoensoep

Filed under: Gastronomie - Gastronomy — bazbo @ 21:40

Eindresultaat

Ingrediënten:

200 gram spliterwten
1 grote ui, gesnipperd
2 liter bouillon
flinke scheut olijfolie
1 theelepel kaneel
1 theelepel geraspte gember
500 gram pompoen
optioneel: spekjes, rookworst
garnering: peterselie, blokjes kaas

Leg de pompoen in heet water. Sommige pompoenen moet je schillen, andere niet.
Breng de erwten en ui aan de kook in de bouillon. Laat het 45 minuten koken.
Haal ondertussen de pompoen uit het hete water. Nu kun je hem makkelijker snijden. Verwijder de pitten en snijd de pompoen in blokjes.

Voeg dan de olie, kaneel en gember toe.
Doe de pompoenblokjes in de soep.
Als je spekjes in je soep wilt, doe deze er dan ook bij.
Laat de soep nog een half uur koken, totdat de blokjes pompoen bijna uit elkaar vallen.

Als je rookworst in je soep wilt, snijd deze dan en doe deze in de soep.
Laat alles even goed doorverwarmen.
Bestrooi met peterselie en serveer met blokjes kaas. Dat kan rookkaas zijn, maar ook geitenkaas of wat je maar lekker vindt.

Eet smakelijk!

• • •
 

09-10-2007

Arachnophobia

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

In mijn fanmail wordt regelmatig gevraagd in welke supermarkt ik werk. Blijkbaar zijn er genoeg jongetjes die het emballagehok wel eens van binnen willen zien. De naakte waarheid is echter dat ik een echte baan heb. Ik ben nog niet zo lang geleden begonnen met een zogenaamde ‘ondersteundende’ functie in een IT-bedrijf.
Steunen en kreunen kan in deze functie maar al te goed. Ik heb lekkere collega’s genoeg. Het zijn wel bijna allemaal nerds, maar die hebben vaak het meeste vuur in hun lendenen. En nerds zijn leuk; veel leuker dan die marketingmannetjes die denken dat ze door hun geblaat de wereld aan hun voeten kunnen krijgen. Of mij op mijn knieën.
Nee, aan dat soort jongens heb ik echt een hekel. Ik vind het best dat ze overdrijven tot hun vakgebied hebben gekozen. Maar laat ze even normaal doen tegen de mensen die met ze moeten werken, zeg!

Laatst zaten we met een leuk groepje mensen in de kantine. We hadden het over de verschillende baantjes die we ondergaan hebben voor we klaar waren met spelen en een echte baan namen. De marketing-blaataap was er wat later bij komen zitten. Meteen aanwezig nog voor hij wist waar we het over hadden, waren de eerste “jah, had ik ook” en “hmm hmm’s” hem al ontsnapt. Sjors was een stereotiep, zonder dat hij er iets voor hoefde te doen. Altijd in pak, ook als hij de deur niet uit hoefde. Met zijn te dikke kop riep hij elke avond dat hij ging squashen, maar zijn pens spreekt dit tegen.

Op het moment dat ik opmerkte kassameisje te zijn geweest, brak hij los met zijn favoriete verhaal.
“Toen ik nog op de groenteafdeling in een supermarkt werkte,” vertelde Sjors, “toen hadden we een keer zo’n bananendoos waar zo’n spin in zat.”
“Getsie,” zei Marjolein van de repro. “Ik ben als de dood voor spinnen.”
“Nou, ik niet,” ging Sjors verder. “Tussen de gele vruchten door verschenen ineens de zwarte harige poten van een reusachtige spin. Ik geef toe, ik schrok me een hoedje. Stond er een of ander hysterisch wijf bij de bananen die hem ook zag. En die begón me toch te gillen! De hele winkel was plotseling één chaos.”
“Wat voor spin was het, Sjors?” vroeg ik met een nogal ongelovig gezicht.
“O, zo’n bananenspin, of hoe heet zo’n kreng?”
“Een vogelspin?”
“Precies.”
“De vogelspin is geen aparte soort,” legde ik Marjolein uit. “Het is een verzamelnaam voor een aantal grote spinnen. Vogelspinnen is een algemene naam voor een flink aantal soorten grote spinnen uit de onderorde Mygalomorphae (vroeger: Orthognata), rechtkakigen, in het bijzonder de familie Aviculariidae.”
“Jij weet er veel van af,” zei Marjolein.
“Ja, ik heb een brede interesse en ik ben gek op huisdieren.”
“Maar goed,” ging Sjors verder. “Uiteindelijk heb ik hem onder mijn schoenzool weten te pletten.”
“Dapper, hoor,” zei Marjolein.
“Och,” haalde Sjors stoer zijn schouders op.
“Je zult wel de held van de dag geweest zijn?” vroeg ik spottend.
“Ja. Klinkt gek, maar al die meiskes achter de kassa vonden me echt een hele vent. In het magazijn heb ik nog ‘bedankje’ gekregen van een van de dames.” Hij knipoogde er vet bij. “Dat had ik als redder wel verdiend.”
“Een vogelspin,” zei ik, hardop voor me uitdenkend.
“Een vogelspin, ja.” Sjors werd zenuwachtig. “Die beesten zijn dodelijk.”
“Nou, niet voor mensen. Dat is alleen in Bond-films, hoor. Voor mensen is de beet van een vogelspin te vergelijken met een wespensteek.” Ik genoot. “En die kwam uit een bananendoos, Sjors?”
“Uit een bananendoos, ja.” Het zweet stond op zijn kop.
“Jeetje, Sjors,” zei ik. “Dat Broodje Aap-verhaal gelooft niemand toch nog?”
“Hoe bedoel je?” vroeg hij.
“Nou, iedereen weet dat die bananendozen in het vliegtuig in het ruim staan. En daar is het veel te koud. Die spinnen overleven dat niet. En al komen ze met de boot, dan duurt de reis te lang en gaan ze dood van de honger.”
“Wat is een broodje aap?” vroeg hij.
Kijk, dan haak ik af. Ik stond op en ging naar mijn eigen bureau terug.

Ik zat er nog geen paar minuten, of Sjors kwam binnen. Ook hij heeft zijn bureau in onze kantoorruimte. Hij keek me niet aan en ging schichtig achter zijn pc zitten.
Ineens gaf hij een gil.
“Wat is er, Sjors?” vroeg ik. Ik stond op en keek hem aan. Hij zag lijkbleek.
Op zijn bureau zat een flinke spin, die naar het toetsenbord van Sjors’ computer wandelde. Intuïtief trok ik mijn pump uit en liep ik op het bureau af. Het monstertje bleef stil staan. Langzaam kwam ik dichterbij. De spin zat zijn poten te wrijven in het zonlicht. Ik hief mijn schoen omhoog en liet hem met ferme kracht op het dikke lijf terecht komen. Flats! Een groot deel van het lijf was geplet. Een dikkige zwartbruine derrie kwam uit het beest omhooglillen. En de hak van mijn pump ragde dwars door het toetsenbord van Sjors heen. Geheel overbodig gaf ik hem nog een hengst. En nog eens en nog eens. De toetsen van het bord van Sjors kletterden alle kanten op. Hijzelf zat te gillen als een mietje. Zijn hoofd in zijn handen. De hele afdeling keek naar het bizarre tafereel. De acht poten bewogen niet meer.

Ik had mijn vieze pump nog in de hand, toen ik de bibberende jongen in mijn armen nam. Met mijn lege hand duwde ik van achteren zijn hoofd naar me toe. Ik drukte mijn lippen op die van hem en stak mijn tong ruw in zijn mond. Ik lepelde even flink rond zijn gebit, zijn gehemelte en zijn tong. Toen trok ik mezelf weer terug.
“Zo,” zei ik. “Dat had ik als redder wel even verdiend, vind je niet?”

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

02-10-2007

17 jaar getrouwd – 17th Wedding Anniversary

Filed under: Fotogalerij 2007-2009 — bazbo @ 22:25

17 jaar!

Oké. Eigenlijk was het woensdag 19 september. Trouwden we niet ook op woensdag 19 september 1990? Deze zaterdag 22 september gingen we Grieks eten. Maar niet voordat de tuin op orde was.

OK, the real celebration was on Wednesday September 19. Didn’t we marry on Wednesday, September 19, 1990? We went out for a nice Greece meal this Saturday September 22. But not after we took care of our garden. (“He used to be a very nice boy. He used to cut the grass.” – FZ)

“He used to be a very nice boy! He used to cut the grass!” - FZ“He used to be a very nice boy! He used to cut the grass!” - FZLet’s drink to another 17 years!17 years!bazbo’s starterLuuks and E’s main courseLuuk considering what to choose firstbazbo’s main course“Attack! Attack! Attack!”Luuk enjoying the Greece foodLuuks desertbazbo’s desert

• • •
 

David Sylvian – October 1, 2007 – Frits Philipszaal, Eindhoven, NL

Filed under: Muziek - Music - LIVE — bazbo @ 22:05

David Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NL

Entrance of the Frits Philipszaal, EindhovenThe stage of the Frits Philipszaal in Eindhovenunknown Dutch singer/songwriter opening the showDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLunknown sax/flute player & Keith Lowe - bassDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLWaiting for the encorePerforming ‘Every Colour You Are’/Performing ‘Every Colour You Are’/Steve Jansen - drums/percussionTakuma Watanabe - piano/keyboardsDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLDavid Sylvian - October 1, 2007 - Frits Philipszaal, Eindhoven, NLPerforming ‘Wonderlust’Performing ‘Wonderlust’Billy/TheGrandWazoo & tuvokki in an Irish pubMeeting the man while walking to the car

YouTube:

01 Sugarfuel

02 Brilliant Trees – Before The Bullfight

Setlijst:
Wonderful World (Nine Horses song)
It’ll Never Happen Again
World Citizen (Ryuichi Sakamoto & David Sylvian cover)
The Day the Earth Stole Heaven (Nine Horses song)
Ride
Playground Martyrs (Steve Jansen cover)
Transit (Christian Fennesz cover)
A Fire in the Forest
Ghosts (Japan song)
Snow Borne Sorrow (Nine Horses song)
Mother & Child
Atom and Cell (Nine Horses song)
Sugar Fuel
Brilliant Trees
Before the Bullfight
The Librarian (Nine Horses song)

Encore:
Every Colour You Are (Rain Tree Crow song)
River Man
Every Colour You Are (Rain Tree Crow song) (reprise)

Encore 2:
Wanderlust

• • •