bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

02-01-2008

Avontuurtje in eigen huis

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

Ergens op de vroege vrijdagochtend moet ik naar college. Het is zo’n college dat ze om de een of andere stompzinnige reden verplicht hebben gemaakt. Ik snap het ergens wel, want het is zo saai dat er anders niemand zou komen.
Op een zeer onchristelijk uur gaat mijn wekker. Ik weet zeker dat al mijn huisgenoten nog slapen. Gisteren ben ik expres niet te laat weggegaan, want anders haal ik dat klotecollege niet. En vanmiddag ga ik naar huis voor mijn was, eh, mijn moeder. En om vanavond nog te werken bij de supermarkt. Halfwakker druk ik mijn wekker op ‘snooze’. Ik draai me om en doe mijn ogen weer dicht.
Gisteren was er die leuke jongen in De Bierboei, een studentenkroeg hier in de stad. Hij was wat verlegen, knap en erg dronken. Als ik moet gokken, studeert hij wiskunde en/of informatica. Dat zijn de leukste namelijk. Als ze geen grote bril en dikke puisten hebben. Maar ja, die zie je niet in de kroeg. Langzaam glijdt mijn hand over mijn t-shirt naar beneden, ik stel hem voor bij mij in bed. Zijn enigszins warrige haar verdwijnt onder mijn dekens terwijl ik zijn warme adem op mijn naakte huid voel.

Godver. Kutwekker. Ik sla hem uit en nog warm van mijn fantasie stap ik uit bed. Aangezien de rest van het huis nog slaapt, loop ik in mijn nachtkleding naar beneden. Door de keuken naar de koude badkamer. Het lijkt wel of het gevroren heeft vannacht. Een warme douche zal wel helpen. En nog een keer hartgrondig godver! De douche blijft koud. Ik word nijdig en geef een klap tegen het deurtje van het douchehokje. Het hele gammele ding klapt in elkaar en trekt het pleister van de muur af. Gefrustreerd trek ik het hele hokje uit de hengsels. Om af te koelen stap in eventjes onder de koude douche. Mijn wakkerwordwarmte is allang verdwenen.
Voor ik naar college ga, leg ik een briefje neer op de keukentafel: “De douche is kapot. Ik zal morgen de huisbaas wel bellen.” Dat is meteen een mooi excuus om niet de hele zaterdag met mijn moeder opgescheept te zitten.

Zaterdag kom ik weer in huis. Het is stil, zo lijkt het. Zou iedereen weg zijn? Ik ben niet vaak thuis op zaterdag, omdat ik vaak nog werk overdag. ’s Avonds ga ik meestal stappen in het dorp waar mijn moeder woont.
Ik pak de telefoon en bel de huisbaas.
“De douche is kapot,” vertel ik hem. “Er komt alleen maar koud water uit.”
“Ach, dat zal allemaal wel meevallen, mevrouwtje.”
“Meevallen? Ik bel toch zeker niet voor niets!” roep ik uit. “U bent de huisbaas en ik verwacht dat die douche zo snel mogelijk weer warm wordt! Wat zullen we nou krijgen?”
Kennelijk maakt dit indruk op hem. Hij belooft in de loop van de dag te komen kijken.
In de keuken maak ik vast wat koffie. Om de stilte te verdrijven zet ik de tv die daar staat lekker hard op MTV en vals zing ik mee. Dan gaat er een deur open. De brakke kop van Daan, een ouderejaars bouwkunde, komt om de hoek. Hij loopt in alleen een onderbroek.
“Moggâh,” mompelt hij, terwijl hij doorloopt naar de badkamer om zijn ochtendlozing te doen. Als hij klaar is, hoor ik hem doortrekken.
“Moet je koffie, Daan?” Ik pak een beker en schenk hem in.
“Lekker, de douche is stuk.” Hij kijkt me glazig aan en ziet het briefje liggen.
“Ja, ik heb de huisbaas al gebeld. Hij komt vanmiddag even kijken.”
Daan loopt met de koffie terug naar de badkamer. Na een halve minuut is hij er helemaal uit.
“Er moet gewoon een beugeltje op, dan kan je die tremensophanging weer fixeren aan de bogolimp.” Hij neemt een forse slok gloeiend hete koffie, spuugt die weer in zijn beker en gaat op een keukenstoel ziten. Met een pen maakt hij een schets op het blaadje. “Het is niet moeilijk,” legt hij uit. “Als je een influx marcheert over de toonkap kan je makkelijk zien hoe sterk het beugeltje moet zijn.” Een hele rits formules ontspringt aan zijn nog benevelde brein.
“Kunnen we dit niet beter aan de vakman over laten?” probeer ik nog, maar hij gaat helemaal los.
“Als ik een puntdrukmeting kan uitvoeren op de muur, weet ik zo hoe sterk de bouten moeten zijn waarmee we een golfpakking aan kunnen brengen. Die kan je vervolgens weer afslakken met een perpercitieberekening om te kijken waar precies je de laaf kan nerven. Of was het de nerf kan laven?” Hij neemt weer een slok koffie en kijkt een beetje zuur. Ik hoor een gerommel uit zijn binnenste komen. Met drie zekere stappen is hij weer bij het toilet waar hij de koffie en, zo te horen, ook een hoop maagzuur in deponeert. Zonder nog iets te zeggen loopt hij langs me heen naar zijn kamer. Ik hoor een zucht, een bons en een paar minuten later diep gesnurk. Gelukkig. De berekeningen laat ik voor wat ze zijn.

Na de middag staat ineens de huisbaas binnen. Ik lig een tukkie te doen op de bank in de woonkamer als ik gestommel hoor. Met een ruk kom ik overeind. Ik zie nog net de huisbaas de keuken in lopen. Zijn broek hangt een beetje vreemd om zijn kont. Eerlijk gezegd heb ik hem nog nooit gezien. Misschien is het wel een klusjesman.
“Hallo!” roep ik slaapdronken de keuken in.
“Jah, ik zie al wat het probleem is,” ademt de man een beetje zwaar. “De muur is niet zo goed hier.” Hij komt de badkamer uit terwijl hij zijn overhemd instopt.
“Kunt u het maken?” vraag ik onnozel. Ik loop richting de douche om te kijken wat hij bedoelt.
“Kom maar eens kijken, meisje.” Hij wijst naar de muur in het douchehok. “Dat stuk achter de douche is een beetje verweerd, kijk maar.” Met zijn hand duwt hij op mijn rug om me de goede kant op te sturen. Ik kijk naar de plek die hij aanwijst. Zijn hand zakt langzaam over mijn rug naar beneden.
“Ik zie het niet, hoor. Hoe kan je nou zien dat de muur slecht is?”
Met zijn hand op mijn onderrug komt hij wat dichter bij me staan. Ik voel zijn adem in mijn nek. Ergens vind ik het wel grappig. Denkt deze dikke oude kerel nou nog kans te maken bij mij of zo? Zou hij werkelijk denken dat hij me opwindt door in mijn richting te zweten? Zolang het grappig is, speel ik het spelletje van dom gansje mee.
“Hier zit een plek, die moet ik eerst verstevigen met een paar placocem cementplaten. Zie je, boven zitten al van die platen, die gebruik ik graag.”
Zijn hand glijdt naar mijn kont. Ik wieg een beetje met mijn heupen en duw de zijkant van mijn bovenbeen in zijn kruis. Het is niet moeilijk te raden waar de man aan denkt. Om hem een beetje af te leiden vraag ik door.
“En dan is het weer stevig? Het douchehokje moet wel een paar stootjes kunnen verdragen.” Met een verleidelijke blik kijk ik opzij. Het is echt grappig.
Hij stottert een beetje. Dit heeft hij duidelijk niet verwacht. “Eh, ja,” hijgt hij bijna. Hij begint lichtjes tegen me op te rijen en betast nu met volle overgave mijn achterwerk. “Als de platen erop zitten, werk ik het af met marmor en lichtroze dispersieprimer. Net als dit stuk, waar het hokje nu aan vast zit. Dan kan er weer een flinke beurt tegenaan.”
“Oeh, het klinkt of u er verstand van heeft.”
“Jah, hmmhmm… ik kan alles met kimband en rigips voegenlijm PU van eurocol. Een douche is zo gemaakt. Deze heb ik ook met die spullen in elkaar gezet. Tijd genoeg over voor een goeie afwerkpartij op dit toilet.” Hij hijgt nu ernstig. “Ik doe het graag op de plee, jij ook?” Met een hand houdt hij de overgebleven stang waar het douchehokje aan gezeten had vast. Hij probeert zich zo te draaien dat hij me aankijkt.
“Op de plee? Repareert u die ook?” Het is me onduidelijk wat de bazelende gek allemaal bedoelt. Echt opwindend is het al niet, maar dit gaat ook nog eens een erg vreemde kant uit.
“Jaah, op de plee. Ik ga je zo op de plee nemen, klein meisje!” Hij is begonnen met zijn vrije hand mijn shirt uit te trekken. “Ik hou van kleine meisjes, en van toiletpotten. Hmm hhh … “
“Ik vind dit niet zo fijn, meneer. U bent een beetje raar.” Omslachtig probeer ik me van het dikke monster weg te draaien. Toiletpotten, wat een rare gozer. Met zijn buik drukt hij me tegen de muur. “Gaat u maar lekker uw gang op de pot, ik wacht buiten wel.”
“Nee, meisje, ga jij maar op je knietjes voor ome Henk. Hehehe … ” Met zijn ene hand heeft hij nu mijn hoofd te pakken, terwijl hij nog steeds de stang vasthoudt met de andere. Het geheel begint vervaarlijk te kraken. Met zijn vettige lachje en zijn rooie kop komt hij naar mijn gezicht toe. Zijn tong hangt uit zijn mond. Een vuile shag-met-koffie-walm uitademend likt hij over mijn gezicht.

Kijk, dan haak ik af. Ik wil hem een klap in zijn stomme smoel geven, maar het lot is mij te snel af. Ineens komt er met donderend geraas van alles uit het plafond en de muur. Ik doe snel een stap naar achteren, de overloop op. De placocem cementplaten, marmor en lichtroze dispersieprimer, het kimband en rigips en de voegenlijm PU van eurocol komen allemaal tegelijk boven op de huisbaas neer. Ik sta met open mond te kijken hoe hij eronder wordt bedolven.
Nee, klussen is niets voor mij. En het baantje van huisbaas lijkt me ook niet wat.

Januari 2008

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment