Diarree voor twee
Theaterdialoog in een bedrijf, deze keer een restaurant
Ik moet u vertellen van Billy. Billy is mijn vriend. In het echt heet hij helemaal niet Billy; in het echt heet hij Tim. Toch noem ik hem hier om redenen die iets met privacy en verlegenheid te maken hebben: Billy.
Of ik meeging naar een wijnproeverijtje. Ik en alcohol is een levensgevaarlijke combinatie.
Sinds het invoeren van de cookiewet zijn de kijkcijfers van de FOK!columns gruwelijk laag. Vandaag probeert bazbo daar verandering in aan te brengen.
Plots komt er iemand aan de tafel zitten. Ik kijk haar aan. Ze lacht. Dat is een goede start. Ik ken haar niet.
Beste trouwe lezers, de mensen vragen mij vaak: ‘Hoe kom jij toch aan dat razend knappe uiterlijk?’
Ik moet wachten bij het stoplicht. Naast mij komen twee meisjes staan. Ze hebben prachtige lange haren en dragen spijkerbroeken en een kort jasje. Ik kijk. Mooie meisjes, hoor. Zij kijken naar mij. ‘Hallo,’ giechelen ze. Ik knipper met mijn twee ogen. ‘Hoi,’ zeg ik met een grijns. Ze moeten nog harder giechelen. Vinden ze me leuk of gek? Ik hoop het eerste, maar vrees het laatste. Het is niet erg. Nog steeds dat ene liedje in mijn hoofd.
Zo ver, zo vreemd en zo veilig. Raar dat het zo voelt en toch ook niet. Ja, ik voel me thuis bij deze schitterende mensen en nee, ik voel me hier ook vreemd. Het is in alle gevallen een prima gevoel.
‘Schat,’ zeg ik zonder woorden, ‘ik ben bang dat ik gelukkig ben.’
Zeker weten doe ik het niet, maar volgens mij begrijpt ze mij gelijk.
Ik duw mijn rug tegen de grote glazen deur en laat me door mijn knieën zakken. Langzaam schuif ik omlaag tot mijn billen de grond raken. Mijn tas zet ik naast mij neer. Ik leg mijn arm eroverheen en sluit mijn ogen. Zou het lukken om te slapen? Ik ben bang van niet. Daarom doe ik mijn ogen ook maar weer open. Onopvallend kijk ik rond.
Ik ben niet de enige.