B-log: 30 augustus t/m 5 september 2014
Vrijdag 5 september:
Beetje het plaatje van gisterenmorgen. Heb enige moeite met wakker worden, maar daarna gaat het prima.
Op het werk kan ik ontzaglijk veel doen. Belangrijkste is dat mijn interviewopdracht afgerond is. Ik ben tevreden over het resultaat en de eerste reactie van de opdrachtgever is ook positief. Toch blijft er ook nog het een en ander liggen. Dat is voor volgende week.
Onderweg terug naar huis lees ik Zuiderlingen uit en ik begin in Met een kwartje de wereld rond (Paul d’Ivoi en Henri Chabrillat).
Thuis lekker in de tuin. Ook een klein boodschappenrondje. Dan weer in de tuin. Ik begin te lezen in Pictures of an Exhibitionist (Keith Emerson).
We eten soep met spinaziebörek, shoarma met wortelmaïssalade en brood. Toe is er zelfgemaakt ijs.
Ik blijf aan de keukentafel lezen. Er is Ode To Echo (Glass Hammer) en de derde plaat uit de Bass Communion box (Bass Communion). Welja, en dan is de avond al weer dusdanig gevorderd dat ik wil slapen.
–
Donderdag 4 september:
Volkomen donker is het, als ik om kwart voor zes beneden ben. Het is niet erg. Ik heb wel geslapen, maar ben ook af en toe wakker geweest. Toch is het rustig in de kop. Ik ga m’n ding doen op het werk en dan mag ik weer naar huis.
Ergens halverwege de morgen krijg ik een sms van De Vrouw. Dat er een cadeautje voor me is gekomen. Nou, ben benieuwd. Ik heb een werkoverleg met de manager voor wie ik veel dingen doe. Hij vraagt hoe het met mij gaat en ik leg uit dat ik het deze week even rustig aan wilde doen. Hij spreekt ondersteunende woorden en ik begrijp van hem dat hij moeite heeft met de razendsnelle ontwikkelingen, de vele vertrekkende sleutelfiguren en de manier waarop de bestuurder en de organisatie alle veranderingen doorzet. ‘Het enige wat wij kunnen doen is hard werken,’ zegt hij en we moeten allebei lachen. Morgen verder.
In de bus terug lees ik Ik word omringd door debielen en ik voel me goed uit en begin in Zuiderlingen (Ad van Iterson). Ik ben kwart voor drie thuis. Ha, het cadeau is een schilderij.
Deze hing altijd in mijn kantoor in Zevenhuizen; het is gemaakt door Ria Heuvink. Ik heb het altijd heel gaaf gevonden. Nu krijg ik het cadeau! Met dank aan collega Will. Afgelopen dinsdagmorgen was ik in mijn oude kantoor en toen viel me al op: hij is weg. Ik dacht nog: Ik moet Will het laten weten; straks heeft iemand hem meegenomen en is zij niet op de hoogte. Nu snap ik het. Het schilderij krijgt een tijdelijke, maar prominente plaats in de woonkamer-keuken.
Ik lees de krant in de tuin. Plots komt de vermoeidheid opzetten. Het lukt me om wat te klussen in de keuken. Ik doe alle voorbereidingen voor de bamisoep en knal Fool’s Mate (Peter Hamill), de eerste plaat uit de Bass Communion box (Bass Communion) en side two (Adrian Belew) door het huis. De Vrouw is ondertussen nog even werken en komt tegen zeven uur thuis.
We eten tijdens Les Nuits (Nits). Erna maak ik van alles schoon en dan kan ik zowaar nog wat in de tuin zitten lezen. Na acht uur koelt het af. Naar binnen. ik lees Dis uit en hoor Schoolyard Ghosts (no-man) en de tweede plaat uit de Bass Communion box (Bass Communion). Pff, dan is het laat genoeg. (Half elf)
–
Woensdag 3 september:
Ik ben pas om kwart voor negen wakker en nog later uit bed. Buiten is het mooi weer. Ik draai The Heritage Suite (Rick Wakeman). Het voelt raar dat ik vandaag thuis ben; ergens klopt het niet. In het zonnetje is er koffie en de krant. Later op de ochtend ruk ik een stronk tussen de schutting vandaan; dat ding groeit dusdanig dat-ie straks de hele schutting uit z’n verband drukt. Het is ongekend: ik zit enige tijd op mijn hurken te werken en als ik omhoog kom, duizelt het voor mijn ogen. Wat is dit nu weer? Ik moet me vasthouden, anders val ik om. Gelukkig gaat het snel beter. Marja is er even en er is ook nog meer koffie. Begin van de middag lunchen we, speelt Damnation (Opeth) en daarna maak ik een klein rondje boodschappen. Het is ook bewolkt geworden en met de wind tegen voelt het gewoon koud aan. Weer thuis breekt de zon weer door en kan ik buiten zitten lezen. Later draai ik In The Eye Of The Storm (Roger Hodgson), Pale Communion (Opeth), Deep (Stick Men) en maak ik de mail aan de psycholoog. Zo tegen zes uur begin ik aan het eten. Het wordt panga met bosuien, paprika en citroen uit de tajine, groentetorentjes, gebakken aardappelen en een salade van rucola, chioggiabiet, avocado en blauwe kaas. Potjandikkie, het smaakt ook nog als we het in onze mond stoppen, zo rond kwart over zeven. We horen In The City Of Angels (Jon Anderson). Na het eten zien we het journaal. Vervolgens lees ik verder aan de keukentafel. Het MP-boek gaat uit. Ik draai On The Third Day (Electric Light Orchestra) en Question And Answer (Metheny/Holland/Haynes). Voordat ik het weet is het half elf. Bedtijd.
–
Dinsdag 2 september:
Wel wakker geweest vannacht, maar ik heb wel degelijk geslapen. Het voelt ook goed, ook al is er weer van alles om me druk over te maken.
Vanmorgen fiets ik naar het ‘oude’ kantoor in Zevenhuizen. Daar kan ik vanaf acht uur flink aan de slag. Zo werk ik een derde interview helemaal uit en handel ik veel mail af. Tegen half elf fiets ik naar de locatie in Teuge voor het vierde interview, dit keer met een mevrouw die de partner is van een meneer die hersenletsel heeft opgelopen. Wederom een prettig gesprek, dat nog redelijk diepgaand is ook. Nu nog uitwerken. Dat doen we donderdagmorgen en dan is mijn schrijfopdracht klaar.
Ik ben iets na half twee thuis. Stik, er is gebeld en ik heb het gemist. Ik neem opnieuw contact op met mijn psycholoog en spreek zijn voicemail in.
Ik eet een boterham, lees de krant en hoor Not The Weapon But The Hand (Hogarth & Barbieri) en de bijbehorende EP Arc Light (ook Hogarth & Barbieri). De psych belt. Ik leg hem uit dat ik denk dat ik hem nog een keer nodig heb. We hebben een afspraak voor donderdag over een week en ik ga hem de laatste ontwikkelingen mailen (morgen; help me onthouden).
Inmiddels is de middag gevorderd. Een stukje van mij, een culicolumn, die al tijden klaarstaat om ingepland te worden, is vanmiddag geplaatst op FOK! en de reacties zijn positief. Ik draai Other World (Peter Hammill & Gary Lucas), The Power And The Glory (Gentle Giant), Perilous (Glass Hammer). Ondertussen maak ik het avondeten. Het wordt een groenteschotel van spek, ui, wortel, bleekselderij en zoete aardappel, met daarnaast verse worst en een salade van komkommer, tomaat, bosui, mais en meloen.
Daarna is er Ting (Nits). En choggia-bieten om te koken. En twee boeken om in te lezen En de All That You Are EP (no-man), Together We’re Stranger (no-man) en Falling Deeper (Anathema) om te horen, maar dan is het bijna half elf en ga ik slapen.
–
Maandag 1 september:
De werkweek begint. Ik heb niet zo heel goed geslapen, maar het gaat. Het is in ieder geval heel wat rustiger in de kop dan twee dagen geleden en de dagen ervoor. Onderweg naar de carpoolplek schijnt de zon volop.
We zijn rond acht uur op het werk. Ik kan er weer van alles doen, zit niet stil, flink in de weer. Zo werk ik een interview van afgelopen woensdag helemaal uit tot iets moois.
Om een uur heb ik een gesprek met de bedrijfsarts. Mijn leidinggevende zit al in de gespreksruimte; die hebben kennelijk vooroverleg gehad. Ik krijg de kans om mijn mail van afgelopen dinsdag toe te lichten en een aanvulling te geven door mijn gedachten en gevoelens van afgelopen weekend weer te geven. Ik vertel dat ik me ‘herpakt’ heb, de regie weer in handen wil nemen: het gaat me niet gebeuren dat ik terug bij af ben. De bedrijfsarts zegt dat hij zich zorgen maakt: een heftige terugval als deze zou niet mogen gebeuren en hij vraagt zich af of ik het einddoel (volledig hersteld binnen een jaar) ga halen. Binnenkort moet de eerstejaarsevaluatie plaatsvinden en mocht ik dan nog ziek zijn, dan treedt de wet Poortwachter in. Daarnaast zou ik goed moeten uitzoeken welke ondersteuning ik nodig heb bij het vinden van de balans tussen werk en privé. Ik vertel dat ik vanaf 1 juli (dat is dus in twee maanden) juist een enorme stap gemaakt heb van nul uren naar twintig uren hersteld, maar dat het dus kennelijk wel kwetsbaar is. Ik neem me voor om contact met de psycholoog op te nemen. Daarnaast had ik in mijn mail mijn ideeën verteld over hoe ik op korte termijn wat rust voor mezelf in zou kunnen bouwen; de bedrijfsarts staat achter die ideeën. We spreken af dat ik deze week vier ochtenden van ieder vijf uur werk (en dus woensdag niet werk); maandag spreek ik mijn leidinggevende en maak ik nieuwe afspraken. Na een half uur sta ik weer buiten. Het hele gesprek heeft me wat overdonderd. Ik weet niet goed wat ik had moeten verwachten, maar om een of andere reden voel ik me minder gesteund en lijkt de druk juist meer opgevoerd.
Ik ben om half vier thuis en maak eerst een klein boodschappenrondje. Dan kan ik met De Vrouw om de tafel. Ik vertel hoe het gesprek is verlopen en dat ik nog niet goed weet wat ik ervan moet vinden. Morgen zal ik de psycholoog bellen voor advies.
Ik maak het eten: sajoerbonen en steaks met daarnaast een salade van komkommer, bosui, tomaat en meloen. We horen Bonfire in São João (Forro In The Dark) en Back In The USSR (Farmer’s Market).
Na het eten kan ik lezen in het MP-boek en in Dis en klinkt ELO 2 (Electric Light Orchestra), Carolina Skeletons (no-man, EP) en Returning Jesus (no-man). Dan is het half elf geweest.
–
Zondag 31 augustus:
Ik ben rond kwart over negen beneden. Zowaar, ik drink koffie en zit achter de pc. Er staat weer muziek aan: Radiophonics – 1995 Soundscapes Volume 1 (Robert Fripp).
Halverwege de ochtend wandel ik mijn gebruikelijke zondagmorgenrondje langs de plasticcontainer, Matenpoort en het kanaal.
[foto’s wil ik wel invoegen, maar de batterij van mijn telefoon is leeg]
Koffie en was verder, lunch voorbereiden, enzovoorts. In mijn hoofd is het redelijk kalm. We horen Time (Steve Howe) en Giant Normal Dwarf (Nits).
Na de lunch: rommelen in de tuin (een struik kaal knippen), wortelen en mais koken, lezen in het boek met de afleveringen van de Monty Python-serie. In de keuken hoor ik een boel muziek: ((speak)) (no-man), Roxy By Proxy (FZ), L.A. Woman (The Doors), Pale Communion (Opeth), Journey To The Centre Of The Earth (Rick Wakeman, de versie uit 2012).
We eten. Ik heb kipvleugels van onder de grill, salade van komkommer, bosui, tomaat, augurk en ansjovis, plus een groenteschotel van bleekselderij, peper, wortel en mais.
Als alles weer is opgeruimd zit ik aan de keukentafel en lees verder, onderwijl luisterend naar The Electric Light Orchestra (Electric Light Orchestra) en KIN (Pat Metheny Union Group).
Qua vermoeidheid gaat het wel. Toch ga ik op tijd (= elf uur) naar bed.
O, en gisterenmiddag ontmoetten we Roelof. Hij maakte deze foto van mij:
(Foto: Roelof Rump, ook bekend onder zijn internetnaam StrangeArt.)
–
Zaterdag 30 augustus:
Om kwart voor negen pas word ik wakker. Huilend. Ik sta op.
Koffie heb ik geen zin in, net als eten, de krant lezen, achter de pc, muziek. Dit was de afgelopen twee dagen ook al zo. Ik denk: Dit is geen leven. De gedachte om eruit te stappen komt weer op in mijn hoofd. Ik schrik. Wat ik niet wil, is terug bij af. Dit lijkt heel erg op 16 november. Ik heb de afgelopen eenenveertig weken geknokt om te komen waar ik nu ben, ben door diepe dalen gegaan, heb zware medicatie gehad en heb me daarvan verlost, heb angsten en paniek overwonnen, ben nu bezig om energie en zin terug te vinden; ik laat me niet meer gek maken, zeker niet door werk en de druk die de toekomst (korte én lange termijn) aldaar met zich meebrengt. Mijn herstel staat voorop; ik ga verder re-integreren op het werk, maar wel op de manier die past bij mijn herstel. Ik ga niet forceren, met het risico dat ik terugval. Desnoods gooien ze me er dan maar uit.
Als ik naar buiten loop voor een rondje naar de Turkse winkel, zijn mijn gedachten niet meer zo sterk. Ik huil opnieuw. Nog weer een kwartiertje later gaat het wel. Dat blijft me verbazen: dat mijn stemming zo wisselend is. Ik leg het ook De Vrouw voor bij thuiskomst. Ze noemt me strijdbaar. Ik heb de regie terug.
We lunchen. Erna kan ik de krant lezen.
Iets na vieren stappen we op de fiets en rijden naar ACEC. Daar is de opening van de tentoonstelling Apeldoorn Fotostad. Er hangt prachtig werk. Leuk: ik zie een foto, weet: ‘Dit is dé foto van de hele expositie’ en het blijkt er eentje van Peter Vroon te zijn. Ik spreek een enkele bekende en enkele heel goede bekenden.
We lopen naar het Indiaas restaurant. Ik eet Danjak van lam met ananas, tomaten, ui en koriander. Goehoed!
Om half acht zitten we in het filmhuis in Gigant en zien we Bon Dieu!, een zeer vermakelijke rolprent. Na afloop drinken we er iets. Het gaat goed, maar ik ben wel gigantisch moe. We rijden terug naar huis. Na een half uurtje is het elf uur en ga ik naar bed.
Eenenveertig weken. Toe maar.