Graag een beetje meer begrip
Graag een beetje meer begrip.
Hoe erg is het om ’s morgens vroeg te moeten wachten op de bus?
bazbo laat zien hoe erg het is.
Kent u het station in Arnhem? Bent u er ooit wel eens geweest? Als dat niet het geval is, moet u er zeker niet naartoe gaan, hoor. Ik kan het u van harte afraden. Gelooft u mij: het station in Arnhem is één verschrikkelijke bouwput. Dat is het al jaren en het ziet ernaar uit dat het nog vele jaren zo zal blijven.
Een harde plasser, wat moet je ermee? Nou, ik kan er wel wat mee verzinnen. Laat dat maar aan mij over. Toch heb ik een vaag vermoeden dat ik er niet uniek mee ben, met dat verzinnen wat je ermee kan en met de harde plasser an sich.
Het was zover. De paniek sloeg toe. Het zweet stond hem op het voorhoofd, in zijn nek, op zijn rug, in de handpalmen, op de benen, in de bilnaad.
Wie het eerste thuis is, die kookt. Dat is de regel in ons huishouden. De Zoon moest koken. Het was op een dinsdag en dat was de dag dat De Zoon niet werkte. De Zoon ging koken, dus. Dus eten we op dinsdag veelal instant, kant en kaar, afhaal of prefab.
Zal ik het doen? vroeg hij zich af. Er liep een zweetdruppeltje vanaf zijn voorhoofd langs zijn slaap. Snel klikte hij onder in beeld naar een andere toepassing: een site over recepten. Morgen ging hij iets doen met de snijbonen die nog in de groentelade van de koelkast lagen. Voorzichtig keek hij achter zich. Zijn vrouw was televisie aan het kijken. Met haar benen omhoog liggend op de bank had ze het zich comfortabel gemaakt. Ze zat met haar rug naar hem toe. Op het grote scherm zag hij beelden van een glooiend landschap vol bonte landerijen. Een zoveelste rustieke Britse detectiveserie, wist hij. Hij draaide zich weer naar de computer en schakelde terug naar de mail.
Zijn vrouw verjaarde. Ze had haar cadeaus zelf geregeld.
Hij voelde zich echter tekortschieten als echtgenoot. Ze verdient een mooi en persoonlijk cadeau, was zijn gedachte, zodat ik haar ervan verzeker dat ik heus wel attent kan zijn.
De schrijver bleef staren naar het nog altijd lege beeldscherm.
Eindelijk. Daar waren eindelijk de letters, de woorden en de zin die hij zo lang had gezocht.
De schrijver bewoog zich voetje voor voetje door het donker.
Nee, het ging even niet zo goed.